Cookies

ontweting

Een brij aan statistische gegevens in een als exploratief bedoeld onderzoek verhullen dat er eigenlijk niets te zeggen valt. Sorry dat ik zo moeilijk met de deur uw pc binnenval. Ik was vanmiddag bezig aan wat leeswerk voor de laatste loodjes voor het boek Oudervervreemding, Loyaliteitsmisbruik en Ouderverstotingssyndroom.

Onderzoek rond scheiding van kinderen van hun ouders deugt heel vaak niet. Er is geen bekommernis over de non-respons; als er weinig mensen antwoorden geven is het toch al gauw conclusies trekken geblazen. Als ook de Utrechtse socioloog Ed Spruijt bij het onderzoek is betrokken wil het helemaal nogal eens fout uitpakken. Deze “wetenschapper” “onderzoekt” namelijk in opdracht van justitie en kinderbesch….ing op zo’n manier dat we vooral het vertrouwen in dit soort instituten blijven behouden. Ik heb dat uitvoerig beargumenteerd uitgelegd in mijn vorige boeken Moeder-Kind-Vader en Gemist Vaderschap. U kunt het daar teruglezen of indien u goed Engels leest de link hieronder volgen.
Nu gaat het om de masterthese  van een leerlinge van Spruijt;  Esma Kaplan. Eigenlijk beweert ze dat PAS (ouderverstotingssyndroom) veel voorkomt in Nederland, maar tegelijkertijd kan het volgens haar niet gecorreleerd worden aan conflicten na de scheiding. Rara hoe kan dat. Ik zal het u gelijk maar vertellen; dat kan in principe niet.

Ik zal hier niet uitgebreid in kunnen gaan op het geknoei met zogenaamd wetenschappelijk onderzoek. U zult dus denk ik het volgende boek moeten lezen waarin een keur van wetenschappers en juristen het nodige uit de doeken doen over het ouderverstotingssyndroom. Zonder Spruijt dat wel. Maar dat is voor hem niet erg; kan hij weer een gesubsidieerd boekje uitgeven of andere gesubsidieerde media voorzien van verkapte overheidsvoorlichting.
Ik schaam me bijna dat ik op de Utrechtse Universiteit heb gestudeerd.

De in het engels gepubliceerde versie van mijn aanklacht over de Nederlandse scheidingswetenschappers
De genoemde boeken op de site van Relapublishing
De thesis van Kaplan

0 antwoorden op “ontweting”

  1. Spruijt heeft zijn ziel lang geleden al verkocht t.b.v. een beetje erkenning en sociale geslaagdheid. In dat opzicht is hij een persoonlijk geslaagd socioloog.
    Een teken des tijds dat sociologen in de wetenschap zo een vooraanstaande positie in weten te nemen. Of zou het zijn dat ze de meeste herrie weten te maken? Voor de media zijn sociologische onderzoeken interessanter om breeduit te publiceren, het gaat per slot van rekening om grote doelgroepen.
    Zelf heb ik twee raadsonderzoeksters de naam Spruijt in de mond horen nemen. Het schijnt een icoon te zijn binnen die sekte. De guru van de onbekwame en gehersenspoelde raadsonderzoeksters, de Krishna met zijn Gopi`s. Mijn kritiek en mijn vragen werden meewarig aangehoord, er volgde geen discussie. Die arme onwetende man die onze Spruijt niet begrijpt is toch een gevaar voor zijn dochter, moeten ze hebben gedacht. Ik dacht; deze meisjes hebben al lang geleden hun onafhankelijk denken opgegeven en zitten op een plek in de organisatie waar de vooroordelen en de ideologie de hunne zijn geworden. En ze zitten daar zelfs met een air van dat ze een hardstikke goede job doen, dat ze zichzelf inzetten voor al die kinderen. `Wij hebben er toch voor geleerd?` Wel, ze hebben er niet voor geleerd, ze zijn er geïndoctrineerd, en daar waarschijnlijk zelfs op geselecteerd. Ik wed erop dat een onafhankelijk denker geen kans van slagen heeft bij een sollicitatieprocedure voor de Raad.
    Het is, grappig of droevig, al naar gelang je stemming, interessant de kenmerken van een sekte eens te vergelijken met de werkwijze van de Raad. Beide hebben;
    – Een ideaal toekomstbeeld welke niet gedefinieerd kan worden, maar waarvan verwacht wordt dat je erin gelooft wil je binnen de club blijven.
    – Eén of meerdere autoriteiten aan wiens zienswijze niet getwijfeld mag worden op straffe van uitsluiting.
    – Een gesloten organisatie die doof is voor kritiek wat voortkomt uit een gevoel van morele superioriteit.
    – Een volstrekt eigen idee omtrent het begrip `tijd`, die in geen verhouding staat tot wat het `gewone volk` daaronder verstaat.
    – Een onderontwikkeld vermogen tot zelfreflectie.
    – Verregaande scizofrenie als het gaat om de verhouding morele superioriteit (ego) en onze kennis over de ethiek die cultuuroverschreidend, religieoverschreidend, rasoverschreidend en geslachtsoverschreidend is.
    – Onwil om inzage te geven in alle financiëen, als ook eigenaar van eigen grond en gebouwen waar geen vrije toegang is. Dit in schril contrast met de eigen uitgangspunten.
    – Onderontwikkeld affectief vermogen.

    Ach, in de nabije toekomst al zal zijn naam vervlogen zijn in de tijd. Zoals zo velen voor hem. Lui die een teken van de tijd zijn, ofwel de tijd gebruiken voor eigen belang. Een tip voor Spruijt; start een sociologisch onderzoek naar de opkomst van de sociologen in Nederland en rust niet voor je één waarheid hebt gevonden die de tand des tijds weet te doorstaan. Je zal erachter komen dat de psychologie veel meer weet te vertellen als je uit ervaring ondervindt dat je werkzame leven een nutteloos leven is geweest, met echter een oneindig aantal negatieven karmische tendensen (voor de duidelijkheid; karmisch in de zin van oorzaak/gevolg).

  2. Ik zag trouwens dat ik wat nare typefouten had gemaakt.
    Mijn excuus aan de lezer. Als ik kritiek geef moet ik natuurlijk ook scherp op mezelf blijven letten.
    Ik heb het inmiddels hersteld.

  3. Een socioloog die verantwoordelijk is voor beleid en zienswijze inzake het welzijn en belang van onze kinderen gaat zijn boekje ver te buiten. Dit is in eerste instantie voorbehouden aan ethici en de ontwikkelingspsychologie.
    Spruijt diskwalificeert zichzelf hiermee tot ideoloog en futurist (waarzegger).
    Een onderwerp reduceren naar bijv. enkel de sociologie is dè reden van veel onrecht tegenwoordig. Bovendien heeft de sociologie nog nooit grote ontdekkingen gedaan die een langere geldigheid dan de waan van de dag had.
    In die zin is het werk van Spruijt nutteloos, heeft die echter onnoemelijk veel leed veroorzaakt onder vele vaders en kinderen die lijden onder de zienswijze en werkwijze van Raad en Jeugdzorg.
    Dàt is de erfenis van Spruijt, die een collectief karma voor velen is, maar zeker ook een persoonlijk karma voor Spruijt zelf, bij enige bewustwording ooit.

  4. Henri schrijft: “Ik wed erop dat een onafhankelijk denker geen kans van slagen heeft bij een sollicitatieprocedure voor de Raad”.

    Soms sluipt er wel eens eentje tussendoor. Vrijwel altijd nemen ze vervolgens na enige tijd zelf ontslag, omdat ze ziek worden van de werksfeer en hun teamleider.

  5. 1. Er is niks mis met cijfers in exploratief onderzoek. In een tijd van verandering is het fijn om uitslagen van polls te hebben.

    2. Goed dat Esma Kaplan meehelpt aan de erkenning van het ouderverstotingssyndroom. Zie het zo: Gescheiden vaders hebben iets ontdekt dat bruikbaar is ook voor andere kinderen. Je boek zal meer verkocht kunnen worden.

    3. Sociologie en vooral het sociologisch instituut van Utrecht staat goed bekend.

  6. Er is zeker niets mis met cijfers in exploratief onderzoek; ik had het over “een brij aan statistische gegevens” en daarmee bedoel ik dus dat er met veel omhaal van woorden en cijfers allerlei statistische bewerkingen worden uitgevoerd die zinloos zijn in de context van een exploratief onderzoek van deze aard.
    Als een steekproef zeer select is moet je niet de indruk gaan wekken met betrouwbare cijfers te komen door met een heleboel, voor de gemiddelde lezer en zelfs vele academici volstrekt abacadabra, statistische bewerkingen aan te komen zetten.
    Allerlei mensen in de vaderbeweging zien dit nu als een aardig onderzoek, alleen maar omdat er toevallig cijfers uitkomen die deze mensen dan weer beter uit komen dan die van Spruijt zelf en omdat aandacht aan het ouderverstotingssyndroom wordt besteed.
    Nou ja ok, zoals je zegt dan is er in ieder geval weer aandacht voor en daar doe ik dan bij deze inderdaad aan mee. met dank ook aan jou Bert.

    Ik post straks nóg een miniblogje over Spruijt. En lees dus vooral mijn verhalen erover in mijn vorige boeken!?
    ( in deze reactie is het woord aselect op 23-12 vervangen door select, een kleine slip of the pen. Verder heb ik op die datum de opmerkingen over het sociologisch instituut verwijderd omdat die gebaseerd waren op de hierboven door Bert gedane (of geinsinueerde) veronderstelling dat Spruijt bij het sociologisch instituut zou horen dit is niet het geval Ed Spruijt is socioloog en hoort bij het pedagogisch instituut)

  7. Integrale kennis leert dat er vier (hoofd) gezichtspunten zijn van een probleem of onderwerp. Deze zijn kortweg te onderscheiden in een persoonlijk-subjectief, een collectief-subjectief, een persoonlijk-objectief en een collectieve objectieve benadering. De sociologie behoort bij de laatste, de collectieve objectieve benadering.
    Om een socioloog bepalend te laten zijn inzake het begrip belang en welzijn van een kind is iets totaal absurds als je bedenkt dat hij over minder dan een kwart van het onderwerp iets zinnigs heeft mede te delen, de uitkomst van een sociologisch onderzoek per land, cultuur, etc. verschillen, bovendien de gevonden uitkomsten een duur en geldigheid hebben die een sterke gelijkenis vertonen met wat we `de waan van de dag` plegen te noemen.
    De sociologie met haar statistieken en cijfertjes is leuk voor damesblaadjes, collumnisten en populisten.
    En voor mensen die hun bestaansrecht denken te bewijzen door hier continue naar te verwijzen. Het geeft ze een stem die anders niet gehoord wordt. Vergeet nooit dat sociologische `feiten` bij een integraal onderzoek ten alle tijden in de lucht komen te hangen. Waarom? Omdat in de meeste gevallen de uitgangspunten al niet deugen, de aannames niet kloppen, of, zoals bij Spruijt, persoonlijke belangen belangrijker worden gevonden.
    Socrates zou hem opgevreten hebben…

  8. @ Henri
    Heb je het werk van Esma Kaplan wel gelezen:

    Enkele hoofdconclusies:
    • 72% van de Nederlandse gescheiden vaders beschouwt het oudervervreemdingssyndroom (PAS of Parental Alienation Syndrome) als een probleem.
    • 64% van de Nederlandse gescheiden moeders beschouwt het oudervervreemdingssyndroom (PAS of Parental Alienation Syndrome) als een probleem.
    • Volgens vaders vormt het oudervervreemdingssyndroom (PAS) een ernstig probleem in 21% van de gevallen
    • Maar volgens moeders vormt het oudervervreemdingssyndroom (PAS) slechts een ernstig probleem in 10% van de gevallen
    • Al met al beschouwen vaders ernstige vormen van PAS als een twee keer zo groot probleem dan moeders.
    • Het in dit onderzoek gevonden hoge percentage van de ernstige vorm van ouderverstoting is tegenstrijdig met de eerdere bevindingen van het onderzoek van Ed Spruijt en zijn collega’s (2005), waaruit naar voren kwam dat PAS wel voorkomt in Nederland, maar dat de ernstige vorm niet of nauwelijks zou voorkomen.

    Je reageert net als de moedermaffia.
    De moedermaffia heeft jou wijs gemaakt dat Ed Spruijt en Esmee Kaplan sociologen zijn. Dat zijn ze niet. Het zijn pedagogen. Bovendien van het peda instituut van Utrecht.

    Utrecht is overigens een goede stad!!!

    Bert

  9. @ Zander

    1. Aselect betekent dat het onderzoek kwaliteit heeft. Het is dus iets anders dan asociaal.
    2. Ik ben niet ‘allerlei mensen’. Ik ben Bert Kerkhof.
    3. Nogmaals, Spruijt en Kaplan zijn geen sociologen, maar pedagogen.
    4. Spruijt en Kaplan werken niet bij het sociologisch instituut, maar bij het pedagogisch instituut van Utrecht, dat inderdaad slecht bekend staat.
    5. Beroerde sociologen? Wie nog meer?
    6. Je beloofde links aan te brengen tussen de shit, naar het eigenlijke werk van Esmee Kaplan. Dat is niet gebeurd.

    Hier is de link naar het werk van Esmee Kaplan:
    http://vaderkenniscentrum.blogspot.com/2008/10/191.html

    Haar werk is goed! Think!!!
    Bert Kerkhof

  10. Hoi Bert,

    Ik zie dat ik een foutje maakte in een vorige reactie. Ik bedoelde uiteraard niet zeer aselect, maar juist een groot gebrek aan aselectiviteit, erg select meer.
    Ik zal dat corrigeren.
    De links zal ik maken. Ik heb een hoop te doen.
    Jij begon over een sociologisch instituut dat erg goed bekend zou zijn. Daar reageerde ik op. Ik denk ook dat Spruijt van het pedagogisch instituut is. Volgens mij is hij wel socioloog, maar ik zal het nakijken.
    Als ik het over allerlei mensen heb dan heb ik het over allerlei mensen, ik bedoelde niet specifiek jou Bert. En verder ben ik het met je eens dat er een aantal mooie beweringen staan in het onderzoek van Kaplan. Maar dat maakt het nog niet tot een goed onderzoek.

  11. Onder andere hier: http://www.swpbook.com/1074 is te vinden dat Ed Spruijt socioloog is en hij werkt dus op het pedagogisch instituut en in een aantal specifieke onderzoeksgroepen. Dat is ook zoals ik dacht dat het was, maar ik was even door de opmerking van Bert op het verkeerde been gezet. Ik dacht dat Bert zelf van Spruijt les had gehad en het dus wel zou weten. Maar net als ondergetekende zich vergiste kan iedereen dat natuurlijk.

  12. Bert:
    Of Kaplan en Spruijt PAS nu meer of minder serieus nemen en welke getallen ze wel of niet weten te vinden is mij om het even.
    Of PAS een al dan niet terechte naam is en alle haarkloverij er omheen, idem dito.
    Welk boekje Spruijt op twintig-jarige leeftijd heeft doorgenomen teneinde een papiertje daarvoor te ontvangen, interesseert me ook niet: hij blijft een reductionist.
    Als je huis in de brand staat ga je actief iets ondernemen, dat heet realisme. Spruijt vraagt zich niet af hoe het huis te blussen. Hij vraagt zich af of iedereen het er wel mee eens is dat het huis in brand staat, of dat we beter over `in de fik staan` kunnen spreken. Als het huis namelijk in de fik staat, valt het met het aantal branden wel mee!
    Zo werkt de `wetenschap` Bert, weten is nog geen beseffen… En een beetje besef aangaande de realiteit wens ik onze wetenschappers toe. Evenals de moedermaffia.

  13. Eens. Hoewel de discussies over de naam van PAS niet helemaal vrij zijn van achterliggende serieuze vraagstukken. Bijvoorbeeld het camoufleren van de politiek/maatschappelijke verantwoordelijkheid door het minder relevant verklaren van de oorzaken van het ouderverstotingssyndroom. Maar dat probleem wordt inderdaad eerder verstopt achter de discussie dan dat het er frank en vrij uit naar voren komt.

  14. Precies! PAS vergt ethische standpunten en ontwikkelings-psychologische vraagstukken.
    Belangen en vooroordelen kunnen daar slecht mee omgaan vandaar het retorische geneuzel om de aandacht af te wenden waar het werkelijk om draait.

Laat een antwoord achter aan joepzander Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.