Cookies

The prayer of the fathers

“Hear the prayer of the mothers” En nu voor de vaders! Ik had alle macht in mijn handen als gitaarbegeleider van een van de vier windrichtingen van de Deventer walk of peace. Maar die had ik niet nodig want gelukkig liepen er ook een paar vrouwen mee die uit zichzelf al begonnen over fathers. Het was de tweede keer dat ik meeliep (eerste keer)

Heel eerlijk gezegd vond ik het nog wel allemaal erg veel vrouwendinges uitstralen. Maar ik mag niet klagen met mijn krachtig mannelijke schilderij op de achtergrond aan de grote of Lebuinuskerk van Deventer. Gisteren had ik daar in het kader van het door mij geïnitieerde vrede-dichtbij-kunstproject nog een uitleg en discussie geleid.

“De man die als vrouw geboren had willen worden” Op de Deventer Lebuinuskerk aan het Grote Kerkhof vlak naast het verzetsmonument. En ik bedenk nu hoe speciaal het is dat een schilderij wat zijn aanleiding vond in een lied over de eerste wereldoorlog aan het grote kerkhof is verschenen. Erg wrang toepasselijk. vrede op het grote kerkhof. “The green Fields of France” is de Engelse titel van het lied. Zie ook de video in mijn eervorige blog.

Op het terras nog nagepraat met de vrouwen van de Enschedese zanggroep de Sistas waarvan er een nog in het strijdkoor Kanaillerood had gezeten, voor mij bekend vanwege mijn organisatorische bemoeienis met de landelijke strijdmuziekdagen. Ik vroeg me naar huis fietsend af of ik nog links was of inmiddels rechts. Soms lijkt het stuivertje wisselen. Veel van wat vroeger links was en beslist ook wel eens over complotten nadacht (kapitalisme enzo) heet nu vaak rechts omdat er over het mogelijke bestaan van samenzweringen wordt nagedacht. Ik voel me eigenlijk nergens thuis, maar vandaag en gisteren op het Grote kerkhof in Deventer wel.

Niet te stuiten

“Eigenlijk is het gewoon staatsterreur” en  “Dit kun je geen democratie meer noemen”  Het zouden uitspraken van mijzelf kunnen zijn, maar in een breed activistisch overleg om het woord vechtscheiding maar ook de praktijk die ermee wordt aangeduid de wereld uit te krijgen werden dit soort kwalificaties zeer breed gedeeld. Ik heb het gevoel dat we als ouders, vaders met name, weer een beetje uit de lethargie kruipen die ons had bevangen na het neerslaan van de Fathers4Justice-opstand. Met neerslaan bedoel ik dan de operaties van de staat om enerzijds steeds meer repressie toe te passen op ouders, kinderen en burgers in het algemeen en anderzijds de beweging in te pakken (repressieve tolerantie). De dames en heren bij justitie kunnen hun borst nat maken.
Ik moet steeds denken aan een, in dit licht op het eerste gezicht wat merkwaardige strofe, van een lied van Bob Dylan. The times they are changing. Daarin komt het volgende tekst voor:
Come mothers and fathers
Throughout the land
And don’t criticize
What you can’t understand
Your sons and your daughters
Are beyond your command
Your old road is
Rapidly agin’
Please get out of the new one
If you can’t lend your hand
For the times they are a-changin’.
Het lied komt uit de tijd dat de jonge generatie van de sixties zich onderworpen voelde aan de generatie voor hun. Een verzet dat tot zekere hoogte terecht was. Maar alras werd het zo geïnterpreteerd dat de bloedbanden door JAC’s Release en dergelijke per kind stuk voor stuk maar helemaal moesten worden doorgesneden. En van die obsessie zijn velen aan de linkerzijde van het politieke spectrum, waartoe ik ook behoor, nooit meer helemaal bevrijd. En dat heeft mede bijgedragen aan het ontwikkelen van een staatsterreur richting ouders en dus ook kinderen. Kinderen zijn nog steeds  ‘beyond your command’ maar je moet ze een hand kunnen geven (lend your hand). Dat juist wordt ons onmogelijk gemaakt. Stuitend.
Binnenkort zal ik me werpen op een geheel nieuwe versie van dit couplet waarbij ook de ouders wordt aanbevolen zich ‘beyond command’ van deze staatsdictatuur te begeven. Tot zo lang doen we het nog even met Dylan.

Niet te stuiten;
The line it is drawn
The curse it is cast
The slow one now
Will later be fast
As the present now
Will later be past
The order is
Rapidly fadin’
And the first one now
Will later be last
For the times they are a-changin’.

onaangepast aangepast (de gekkies 2)

Door mijn vorige blog over de gekkies van de jeugdzorg en de finale omdraaiing van de psychiatrische werkelijkheid a la “van dik hout zaagt men planken” van Jan Foudraine ( ik neem mijzelf even op de schop) kreeg ik weer inspiratie om het liedje ‘onaangepast’ van de  Belgische groep Vuile Mong en zijn vieze gasten op you tube te zetten. Het was daar niet te vinden namelijk. En natuurlijk wilde ik dit even zelf inzingen. En toen stuiterde ik nog op een stukje tekst dat ik voor deze versie nog even heb aangepast. Klaagde Vuile Mong er in 1980 of daaromtrent nog over dat er aan de dwazen en onaangepasten geen geld werd uitgegeven en aan wapens daarentegen wel. Tegenwoordig wordt er in een drang tot aanpassing juist wel heel erg veel geld in de jeugd en geestmiszorg gestoken. Daarmee zijn ook onze geest en relaties gekapitaliseert, een dingetje waar geld aan verdiend kan worden.  Speciaal opgedragen aan Psycho, systeem en andere peuten, jeugdzorgers meer in het bijzonder en speciaal Corine de Ruiter.

Verder bedacht ik  nog dat ook het volgende citaat van Matthias Matussek over de Duitse jeugdzorg nog even gelezen moet worden:

“Doch das Gros ist eine triste, lebensfeindliche, verdrossene Planstellenschwemme mit Pensionsanspruch. Gutmeinende, gar idealistische Helfer halten dieses Milieu nicht lange aus. Sie steigen aus und brechen ihr Schweigen. Aussteiger, die sich der Zeitschrift ex anvertraut haben, berichten von Ritualen der Hilfsverweigerung für Väter, von Floskelsprache, von Aktenfäl- schungen, Umdatierungen und von verschwitztem Corpsgeist.”

“Ein durchaus lustiges Milieu. Stirbt ein Vater, wird schon mal eine Flasche geköpft, weil es nun einen Stänkerer weniger gibt und damit eine Akte geschlossen werden kann. Flaschen werden im übrigen auch ohne direkte Anlässe geköpft – der Anteil von Alkoholikern und Tablettensüchtigen ist hoch.

« Die meisten», so ein Aussteiger, «haben den Schritt zur Familienbildung, oft auch nur zur Paarbildung, selbst nie geschafft, führen sich in ihrem Beruf aber als Übereitern auf, die stets wissen, wie eine Familie zu funktionieren hat.»

Fast unnötig zu sagen, dag ein hoher Prozentsatz von Heimkindern von Alleinerziehenden aus der Helferindustrie stammt. Jeder neuen « Kundin » wird sozusagen das Fangnetz der eigenen Lebensniederlage übergeworfen, der eigenen Bezichungsskepsis und vor allem der eigenen verschlagenen Sozialstaatsmentalität. Wo gibt es etwas zu holen? Im Zweifel immer beim Mann.

Jugendämter sind die Hölle des sozialdemokratischen Wohlfahrtselends. So erscheinen sie eine Art Endlagerung für alles, was unbegabt, arbeitsunlustig, verquasselt und frühvergreist, von festen Arbeitszeiten, festem Gehalt und festen Feindbildern träumt.

Dass der Stuttgarter Sozialbürgermeisterin, die auch die Dienstherrin über die jugendämter ist, im vergangenen jahr eine Bombendrohung zugestellt wurde, ist ein kleines Wunder. Das Wunder besteht darin, dass sich nur diese einzige Bombendrohung erhalten hatte und nicht jeden Tag eine. Und dass tatsächlich noch keine Bomben in jugendämtern wie dem von Düsseldorf-Eller gezündet wurden, zeigt einrnal mehr, wie gross die Langmut der Elendsklientel ist, die sich von diesem Haufen inkompetenter Planstelleninhaber(innen) drangsalieren lägt.

Diese sind selbst dann noch tückisch, wenn ein Vater seine Kapitulation unterschreibt. Zermürbt von den Katz-und-Maus- Spielen der Mutter – sic hatte sich selbst an die vereinbarten vierzehntägigen Besuchszeiten von drei Stunden nicht gehalten -, gab ein Arzt auf. Er hatte seinern Anwalt einen Zeitungs- ausschnitt geschickt, in dem von einem Amokläufer irn Gerichtssaal die Rede war. So möchte er nicht enden, schrieb der Arzt an seinen Rechtsvertreter, er wolle das gerichtliche Gezerre urn seine Kinder nicht mehr fortsetzen.

Eine Kopie dieser Kapitulationserklärung hatte er dem Ju gendamt geschikt. Das reagierte prornpt: Wegen des beigefügten Zeitungsausschnittes wurde der Arzt angeklagt, «einen anderen mit der Begehung eines gegen ihn gerichteten Verbrechens bedroht zu haben».

Tatsächlich gestand die Sozialbürgermeisterin, dag es öfter Morddrohungen gäbe, nicht nur gegen sich, sondern auch den jugendamtsleiter und die Mitarbeiter. Tätlichkeiten seiien mittlerweile an der Tagesordnung. Es brodelt. Es kracht. Und bald wird der Zorn überkochen.

Schon vor geraumer Zeit bildeten sich Initiativen von jugend- amtsgeschädigten, die Widerstand organisierten. Sie dokumentierten Hunderte von Fällen von Amtsmissbrauch. Sie begleiten Betroffene bei ihren Gängen zum jugendamt,  Mathias Matussek Die vaterlose Gesellschaft Reinbek 1998

De goeden niet te nagesproken, ik leg er nog maar even de nadruk op, maar Matthias zegt het zelf ook al.

En nog weer een citaat via Etty Hillesum om even al deze toorn te plaatsen:

Allereerst moeten we vaststellen dat er een toorn bestaat die biologische betekenis heeft. Toorn is vaak een beveiliging tegen kwaad. De ziel staat op en weerstaat het kwaad met diepe verontwaardiging. Waarschijnlijk had Nietzsche gelijk toen hij zei: “Uw deugd heeft weinig te betekenen als ze zich niet laat opzwepen tot woede” Als we niet meer in staat waren woedend te zijn dan zouden we worden tot “morele koeien, in onze plompe onbehaaglijkheid” Jezus kon vol toorn zijn. “Hij keek toornig om zich heen, bedroefd zijnde over de verharding hunner harten” Maar let wel: het was toorn vermengd met smart. Hij was ‘bedroefd’. Dat is het onderscheid tussen gewettigde en ongewettigde toorn. Als er een ondergrond is van zedelijke gekwetstheid, zedelijke smart en niet van persoonlijke wrok in onze toorn dan is die toorn goed en waardevol en gezond.  Het Werk, Etty Hillesum blz 417, Hier citeert Etty Stanley Jones