Cookies

Rechters buiten het strafrecht

Jaartje geleden, geen antwoord behalve ontvangstbevestiging.

Op 07-04-2020 om 10:40 schreef Joep Zander aan Oost-Nederland@om.nl

Geachte dames, heren,

In 2015 was ik door de rechtbank Gelderland te Arnhem, rechter Lous van Son, per beschikking en tegen mijn zin, ingeschakeld als rechtbankdeskundige, pedagoog*. Het verdere verloop daarvan werd gekarakteriseerd door mijns inziens meerdere strafrechtelijke handelingen van de kant van de betrokken rechter en haar griffier. Ik heb destijds er vanaf gezien hier direct aangifte van te doen omdat ik geen vertrouwen meer heb in de afwikkeling van dit soort aangiftes (tegen justitiële functionarissen).

Blijkbaar heerst ook in dit soort zaken een overweldigende angstcultuur.

Onlangs maande een strafrechtadvocaat mij terloops dat ik als burger de plicht heb om aangifte te doen van strafbare feiten. Tegen ambtenaren geldt dat nog meer dan tegen gewone burgers, immers is de strafmaat in die gevallen niet voor niets vaak hoger. Ik wist dit al, maar het zette mij wederom aan het denken.

Zodoende schrijf ik u in ieder geval deze mail om hierbij aan te geven dat ik aangifte doe tegen Mevrouw Mr. van Son en haar griffier Mevrouw Sluijters. Relevant is te vermelden dat een andere functionaris van de rechtbank zich schriftelijk verontschuldigde voor het gebeuren en alsnog de betaling van mijn honorarium voor de op last van de griffier gestopte werkzaamheden, ging regelen.

Indien u bereid bent mij een reactie te sturen die openingen biedt voor een serieuze afhandeling van deze zaak dan ben ik bereid om verder er tijd in te steken om deze zaak nog een keer helemaal samen met u op een rij te krijgen. De kwesties zijn nog niet verjaard lijkt me. Onder andere gaat het om valsheid in geschrifte, laster en smaad, machtsmisbruik, maar er is meer aan de hand dat ik in overleg met u verder zou kunnen formuleren.
Graag ontvang ik van een bevestiging van ontvangst van deze aangifte.

met vriendelijke groet

Voor meer info over deze kwestie:  rechters liegen nooit natuurlijk/

*een eenletterig typefoutje gecorrigeerd

omgangsontzegging per impliciet vonnis

‘De omgang is deze vader ontzegd zegt u? Heb ik iets gemist mevrouw Hopmans, in welke beschikking staat dat kunt u het gelijk even voor mij opzoeken want ik vind het echt vervelend als ik iets heb gemist?’ ‘Uhh uhh even zoeken of nee dat hoeft eigenlijk niet meneer Zander (de aangestelde rechtbankdeskundige) die vader is de omgang impliciet per vonnis ontzegd.’  ‘U ben jurist mevrouw Hopmans? ‘
Deze kindcurator, Mevrouw Hopmans is morgen panellid op een landelijk congres over waarheidsvinding. En dan vraag ik me, als destijds door de rechtbank aangestelde deskundige, af wat er nou te zeggen valt over bovenstaande anekdote in verband met waarheid en leugen?
Om te beginnen bestaan impliciete vonnissen natuurlijk niet. Het ene woord (impliciet) is regelrecht in strijd met het andere (vonnis). Een contradictio in terminis heet zoiets. Voor een advocaat is zo’n uitspraak dus eigenlijk koeterwaals. Maar niet voor advocaat Hopmans. En de sociale werkelijkheid was en is helaas weer wel dat deze vader geen omgang heeft en dat de betreffende rechter dat gewoon voor elkaar heeft gekregen tegen elke wet en regel in. Ook is het waar dat Hopmans dit zelf ook mede heeft georganiseerd onder het mom dat we lief en aardig moeten blijven voor de betreffende moeder die elke regeling en elk recht aan haar laars lapte.  Nou ja ok lief en aardig mag van mij, maar dan toch vooral in de betekenis van liefdevol en aardig grenzen stellen. En u begrijpt, kindcurator Hopmans bedoelde dat het grenzen stellen dat ik probeerde niet lief en aardig was. Niet omdat ik niet lief en aardig was  maar omdat ik tegen de moeder zei dat ze zich aan de regelingen had te houden.  Dus was ik nou lief en/of aardig? Wat is de waarheid? Waarschijnlijk is de waarheid dat Hopmans met haar leugens ‘impliciet vonnis’en expliciete waanzin de moeder al geheel op het verkeerde spoor had gezet. Dus ergens zou je ook weer kunnen beweren dat er wel impliciet gevonnist is. Maar dan niet het woord vonnis in de juridische betekenis maar in de betekenis van oordeel. En oordeel dan in de zin van vooroordeel zonder enige juridische betekenis maar met een klaarblijkelijke werking op de praktijk van omgangsontzegging.

formulierarnhem
Voorgedrukt formulier rechtbank Vooroordelen worden door rechters systematisch toegepast. Dat was in de rechtbank Arnhem in 1994 het geval en is in de rechtbank Arnhem nog steeds het geval.

Er wordt heel wat soft heen en weer gepraat over waarheidsvinding in het familierecht. dat het wat anders zou zijn dan strafrechtelijke waarheidsvinding (Prinsen).  Ja  kan. Wat mij betreft zou het echter al een stuk schelen als we mensen als Hopmans en rechter Lous van Son strafrechtelijk zouden kunnen vervolgen voor liegen, bedriegen, manipuleren, machtsmisbruik, kindermishandeling, meineed en smaad. Dat vage gekeuvel hoeft voor mij niet. Ook hier moeten grenzen gesteld worden.
De naam Hopmans heb ik in mijn eerdere blogs over mijn ervaringen binnen de bedrijfstak familierecht vaak weggelaten. Als persoon wilde ik haar een beetje uit de wind houden. Nu ze op deze manier in een congres een beetje de deskundige wil spelen vind ik het tijd worden om  haar naam groot luid en duidelijk te koppelen aan de door haar geproduceerde waanzin over impliciete vonnissen en nog zo het een en ander. Opmerkelijk ook dat juist zo’n kindcurator ergens naar voren wordt geschoven, is zij het voorbeeld voor die hele groep? Hebben ze niets beters op de schappen?

Mishandelen rechters kinderen?

pagina a-1
Brammetje in de rechtszaal tekening Hans Stempher

Even wat zware kost. Ik had het al eerder (vorige blogs) over mijn inzet als deskundige door rechter Lous van Son van de Rechtbank Gelderland (Arnhem).
Inmiddels is er een briefwisseling geweest tussen mij en de rechtbank. Die vindt u gelinkt en in een overzicht onderaan.
Ik stel vast dat:
a. Ik door de rechtbank als deskundige ben aangesteld, ondanks het feit dat ik dat eerder had afgewezen. Wel had ik aangeboden kinderen te begeleiden naar hun vader. Ik gaf daarbij aan, dat ik daar geen persoonlijk belang bij heb, maar dat ik wel te doen had met de betrokken kinderen. Ook na de aanstelling heb ik duidelijk gemaakt wat mijn vraagtekens bij mijn aanstelling als deskundige zijn. Er werd volhard in mijn aanstelling.
b. Nadat de rechtbank halverwege het begeleidingsproces stelde dat de opdracht niet door kon gaan (voor de details zie eerdere blogs), volgde er een briefwisseling met het teamhoofd familierecht. Hierin gaf ik onder andere aan dat de rechtbank zich mijns inziens schuldig maakt aan (geestelijke) kindermishandeling en probeert mij daarin medeplichtig te maken. En ook gaf ik aan dat er valselijk werd voorgesteld dat er openbare uitspraken zouden zijn gedaan.
citaat rb arnhem 1
c. De rechtbank antwoordde dat ze me bedanken voor mijn inzet die volgens hen van een diepe betrokkenheid getuigt (ik kan dat beamen)
citaat rb arnhem 2
Conclusie: Er was een serieuze briefwisseling met een relevante functionaris waarin geen poging werd gedaan mijn beschuldiging van geestelijke kindermishandeling te weerleggen. De rechtbank beschouwt mij als deskundige met een oprechte betrokkenheid. Dan mag ik aannemen dat ze mij serieus nemen. Dat ze mijn brief beantwoorden zonder in te gaan op mijn beweringen over mishandeling, kan dan ook alleen maar worden gezien als een indirecte erkenning van die mishandeling. Overigens is ook de bewering over het valselijk voorwenden van openbaarheid niet weerlegd.
En toen: Ik heb al een paar keer overwogen aangifte te doen tegen de rechtbank cq medewerkers cq rechters van een of meerdere strafbare feiten. Mijn correspondentie ligt overigens wel bij het openbaar ministerie. Maar ik heb persoonlijk zeer nare ervaringen met het doen van aangiftes. Ik ben daarvoor al een keer veroordeeld (in beroep vrijgesproken). Ik loop echt op mijn tandvlees. Ik ben ook niet van plan daarvoor een advocaat in te schakelen omdat advocaten niet serieus kunnen worden genomen in dit soort zaken. Verder beschouw ik een en ander als een ernstige systeemfout. Voor een individuele rechtbankmedewerker ligt het zo langzamerhand ook erg moeilijk, en ik heb de indruk dat het teamhoofd waarmee ik correspondeerde haar best deed en misschien ook wel meer had willen zeggen. Enerzijds grijpt ze in in het juridische proces anderzijds weigert ze dat juist weer. Meer dan bij de individuele rechtbankmedewerkers, ligt de schuld bij de organisatie waarin ze moeten functioneren onder dictaat van de top van de Magistratuur, de Raad voor de Rechtspraak en de ambtelijke top van justitie. Zie hiervoor mijn dossier rechtersdictatuur en openbaarheid van uitspraken.
Overigens valt er niet onderuit te komen dat een onafhankelijke rechter een individuele verantwoordelijkheid zou moeten dragen; daar hebben rechters een eed op gedaan.
Ik ga in dit blog vooral in op de misstanden bij de rechtbank.  Er is ook van alles mis met jeugdzorg, de kindcurator en meer. Natuurlijk kan er nog van alles gezegd worden over de opstelling van de ouders. Maar aan het lezen van de dossiers ben ik, in deze afgebroken bemoeienis, eigenlijk nog maar matig toegekomen. Voor mij staat inmiddels wel vast dat het gaat om een procedure die zeer onvriendelijk is voor vader en kinderen.
Ik heb, behalve in de procedures zelf, al zo vaak gelijk gekregen van rechters en kinderbeschermers. Vaak halfslachtig en indirect maar toch. En daar lijkt het nu ook weer erg op. Wat hebben al die kinderen aan dat soort gelijk?
recente briefwisseling:
antwoord 1 van rechtbank
reactie joep aan rechtbank
antwoord rechtbank 171215
Vorige blogs (Kunnen rechters liegen?)
 

rechters liegen nooit natuurlijk

Mijn lino genaamd 'befgajes' is te zien in een tentoonstelling in de Deventer Bergkerk
Mijn lino genaamd ‘befgajes’ is momenteel te zien in een tentoonstelling in de Deventer Bergkerk

Rechter van Son (Rechtbank Arnhem) schakelde mij in bij een omgangszaak. Toen de rechtbank de gegeven opdracht opzegde of ongedaan maakte, althans vond dat hij voorwaardelijk was, waarbij de voorwaarden evident niet konden worden voldaan, concludeerde ik dat ik mijn handen er dus vanaf moest trekken. Van Son probeerde dat valselijk weer te geven als een keuze van mij, waarna ik haar in enkele korte zinnen per mail nogmaals duidelijk maakte wat mijn ware reden was: ‘Ik blijf van mening dat u een onvoorwaardelijke opdracht heeft verstrekt en daarna eenzijdig die opdracht hebt opgebroken, waarmee u zowel zakelijk als inhoudelijk een voor mij onbetrouwbare partner bent gebleken. U doet de betrokken kinderen daarmee tekort.’Ik verzocht haar mijn motief correct in haar volgende tussenbeschikking over te nemen. In haar volgende beschikking weigerde ze echter mijn beweegredenen naar waarheid te benoemen en weigerde ze ook de uitspraken van de rechtbankgriffie zelf correct weer te geven.
Ik had uitdrukkelijk van te voren gevraagd of het om een expliciete opdracht ging van de rechtbank waarvoor de rechtbank verantwoordelijk zou zijn. Dat werd in eerste instantie bevestigd. ‘In reactie op uw emailbericht van 23 april 2015 bericht u dat de rechtbank in het dictum van de beschikking van 10 april 2015 uitdrukkelijk de ouders en de minderjarigen naar u heeft verwezen en u heeft verzocht te rapporteren. Nu bij beschikking opdracht aan u is gegeven te rapporteren over het verloop van de contacten tussen de vader en de minderjarigen en antwoord te geven op de door de rechtbank gestelde vragen zal deze opdracht niet in een afzonderlijk schrijven worden bevestigd.’
Maar toen ik eenmaal begonnen was, werd dat dus weer teruggedraaid:
‘U bent dus benoemd onder de voorwaarde dat de vader 75% van de door u gemaakte kosten betaalt’
In de laatste tussenbeschikking staat nu dat mij verzocht was met de vader in kwestie te overleggen of voortzetting van mijn begeleiding nog gewenst was, terwijl de griffie dus in werkelijkheid had aangegeven dat de opdracht ten einde was, of nooit begonnen (?). In mijn reactie daarop stond onder andere de volgende zin: Verder trek ik mijn handen nu in alle opzichten van deze zaak af per saldo vooral vanwege deze inhoudelijke en zakelijke onbetrouwbaarheid van u.
Raad eens welk deel van deze zin in de tussenbeschikking werd weggeknipt!
Kortom de weergave in de tussenbeschikking is bedrog en machtsmisbruik.. Bovendien hebben er meerdere rechtbankmedewerkers onder leiding van van Son er samenspannig aan gewerkt. Vermoedelijk motief is geweest om mij tegen de vader in kwestie uit te spelen zodat de rechtbank de zwarte piet ergens naar toe kon spelen..
Het was voor de uitvoering van mijn opdracht noodzakelijk dat de rechtbank haar verantwoordelijkheid als opdrachtgever zou nemen. Ik heb de opdracht, ondanks te verwachten moeilijkheden, aangenomen omdat het hier om drie kinderen ging die naar hun vader wilden en door rechtbank en curator daarvan werden weerhouden. Omdat ik wist dat het moeilijk zou worden heb ik helderheid van de rechtbank gevraagd en die aanvankelijk ook gekregen.
De rechtbank Arnhem heeft een lange geschiedenis van vaderdiscriminatie. Hier een formulier waarop voorgedrukt de uitsluiting van vader als medeopvoeder uit 1994. klik hier voor meer info over vaderdiscriminerende formulieren.

Voor wie het allemaal niet zo snel begrijpt verwijs ik naar mijn eerdere uitgebreide blog over deze affaire.
Ik benadruk nogmaals dat het hier om een rechter gaat die in de media ageert tegen gelijkwaardig ouderschap en dat in de praktijk ook probeert te frustreren door mijns inziens strafbaar handelen. Verder ondertekent ze met haar griffier vonnissen met de vermelding dat ze openbaar zijn uitgesproken terwijl dat volgens de griffie zelf niet het geval is (De beschikking is verzonden aan partijen/belanghebbenden, waarmee conform voormelde artikelen is voldaan aan het openbaarheidsvereiste).’ Ín het openbaar uitgesproken’ lijkt me toch wel een valse weergave van de werkelijkheid in een formeel geschrift.
Van Son beklaagt zich regelmatig in de media over de lange duur van processen. In deze zaak weet ze het proces eindeloos te rekken met om de drie maanden een stapje, wat dan vervolgens dan ook weer kan worden ingetrokken. Ik heb geprobeerd als begeleider voortvarend aan de slag te gaan en dat wordt dan eigenlijk gewoon afgestraft door het intrekken van de opdracht. De betrokken rechter straalt geen enkel gezag uit, is niet in staat tot decisief handelen.
Met dit soort gelieg en bedrog die ook mij in een kwaad daglicht probeert te stellen kan ik verder niet leven. Ik leef al 20 jaar als outlaw of ‘mort civile’ Op geen enkele manier kan ik rekenen op een redelijke en eerlijke behandeling door deze rechtstaat. Ik kan mij ook niet meer als burger gedragen. Ik ben zeer kwetsbaar en weet niet meer hoe ik mij kan handhaven. Eigenlijk al 20 jaar niet meer…
PS1. De standaardzin dat een uitspraak openbaar is gedaan, of zelfs op een openbare terechtzitting is al jaren gebruikelijk, onder uitspraken in het familierecht. Maar er is inmiddels wel een hele discussie is geweest over die openbaarheid en er is door de commissie de Meij bepleit dat die openbaarheid niet altijd zou hoeven waartoe dan de grondwet zou moeten worden aangepast. Daarmee is een categorie niet-openbare uitspraken benoemd.  Het is extra erg dat die categorie nog steeds verstoppertje speelt.
PS2: De rechtbank ( het hoofd famiezaken) heeft aangekondigd mijn rekening te betalen. Nu de immateriële schade nog. Vooral die bij de kinderen, ook bij de ouders en ook bij mij. ( 300915) Ik hoor van haar ook dat het echt niet de bedoeling is dat ik verantwoordelijk zou zijn geworden voor de betaling, dat schaadt mijn onafhankelijkheid. Maar dat is nu precies wel gebeurd!!!
Ik heb de ouders aangeboden om alsnog, maar met uitsluiting van alle instanties, de begeleiding van de kinderen naar de vader op me te nemen tegen een door hun zelf vast te stellen vergoeding.  Dit lijkt wat af te wijken van mijn stelling ¨Verder trek ik mijn handen nu in alle opzichten van deze zaak af per saldo vooral vanwege deze inhoudelijke en zakelijke onbetrouwbaarheid van u.¨ Maar dit betrof uiteraard de zaak zoals die bij de rechtbank dient. Ik wil mij wel wat van de betrokken kinderen blijven aantrekken.
dossier openbaarheid van uitspraken
met deze rechter zat ik twintig jaar geleden in een radiodiscussie
dossier rechtersdictatuur
Van de betrokken vader zelf en idem bij Nico vd Ham
Correspondentie met de rechtbank (de rechter vindt wat anders dan de rechtbank)  
en antwoord

De familierechtkeuken van binnen uit, een schroefjesfabriek?

Het beeld salomonsoordeel bij de ingang van de rechtbank Arnhem. Daar gekomen na de kritiek in het boek ouderverstotingssyndroom in de Nederlandse context (Joep Zander e.a.). het beeld stond eerst op een onmogelijke slecht zichtbare plek.

Participerende journalistiek: Gunter Walraff maar dan omgekeerd. Walraff penetreerde, ik dreigde te worden geperverteerd door inschakeling.
De kinderen willen wel
Het kan je dus overkomen zijnde criticaster van de Rechterlijke Macht. Belt er een rechter op of ik misschien een ouderverstotingsrapportage kan schrijven. Een vader vindt dat er sprake is van ouderverstotingssyndroom en wil dat ik erbij wordt gehaald. Maar ik acht mezelf partijdig, ik was al bij de casus betrokken via de vader. Ik wist dus al iets van de zaak; twee meiden wilden graag naar hun vader, maar hun oudere zus had weerstand ontwikkeld. Maar afin ze wilde eventueel wel mee als er begeleiding was. Vast staat dat er een omgangsregeling is die niet wordt uitgevoerd. Er zijn geen ontzeggingsgronden vastgesteld.
Omdat de kinderen wel willen dus, bied ik de rechtbank als alternatief de mogelijkheid aan dat ik zelf met de kinderen meega naar hun vader, ze begeleid. Dat moet een fluitje van een cent zijn, toch? Strikt genomen wel. Ik ben doorgewinterd genoeg voor alle adders onder het gras, maar ik kies ervoor om ook in dit soort gevallen goeder trouw als uitgangspunt te nemen en niet alvast te bedenken hoe de tactieken van moeders vaak in elkaar zitten. Gewoon proberen dan zien we wel.
Openbaar, maar niet echt
Tot mijn verbazing belandt er, weer enkele maanden later een brief met ‘rechtspraak.nl’ op de envelop met een nieuwe beschikking in deze zaak. Zonder verder begeleidend schrijven of iets dergelijks. Gewoon een uitspraak sec over dezelfde zaak. En ik krijg hierin van de rechtbank de opdracht om de omgang te begeleiden, te bemiddelen en daarover te rapporteren. Veel meer dus dan ik had aangeboden. Verder staat er pontificaal onder de uitspraak dat hij in het openbaar op zekere datum is uitgesproken. Opmerkelijk.
Wat nu. Moet ik een uitspraak, die waarschijnlijk niet in het openbaar is uitgesproken, wel serieus nemen? Ik kom net in mijn memoires tegen dat twintig jaar geleden een vice-president, ook van de rechtbank Arnhem, mij had uitgelegd dat niet openbaar uitgesproken vonnissen, nietig zijn, ongeldig dus. Ik had de rechter van nu al eerder moeten uitleggen dat haar uitspraken gewoon openbaar zijn. Ze twijfelde namelijk of ze haar oordelen wel gewoon aan mij zou kunnen opsturen. Om elke schijn te vermijden dat ik word ingepakt door de rechtbank met een leuke opdracht die mij mogelijk kapitalen gaat opbrengen begin ik eerst maar eens een nieuw blog te publiceren waarin ik het punt van de nietigheid van miljoenen vonnissen nog eens uitleg.
Ik weet dat ook de vader in  kwestie moeite zal hebben met een uitspraak waarin hij driekwart van de kosten moet dragen, de staat de rest. Immers hij heeft schulden en ten onrechte geen omgang. Het moet voelen als moest hij betalen om omgang te mogen hebben en dan ook nog mijn toekijken erbij moet accepteren. Het pleit voor deze vader, en misschien voor mij, dat hij mijn aanwezigheid bij een contact met zijn kinderen toch niet bleek af te wijzen. Als de vader in kwestie om nietigheid vraagt zal ik hem echter niet kunnen en willen weerspreken. En dan druk ik me nog voorzichtig uit. Ik ben het ook niet eens met de verdeling van de kosten waarbij de moeder helemaal vrij wordt gehouden, althans zeker gezien het nog ontbreken van voldoende argumenten die dit acceptabel zouden maken. Ik snap ook niet dat de rechtbank dit zonder instemming van de vader kan doen.
Afin moet ik nu deze opdracht maar teruggeven? Die kinderen lijken flink in de knel te zitten. De rechter grijpt naar een out-of-the-box remedie. Ik heb geen enkele officiële erkenning als bemiddelaar, ik ben niet aangesloten bij een beroepsvereniging. Ik heb toch enige bewondering voor het lef van deze rechter die ik trouwens blijk te kennen van een discussie van heel lang geleden. Ach laat ik dan maar een keer om meer duidelijkheid vragen bij de griffie. Ik vraag in een mailtje om een schriftelijke opdracht, zodat ik niet alleen een, mogelijk nietige, uitspraak als uitgangspunt hoef te nemen. Verder vraag ik bevestiging van de status en verantwoordelijkheid van de rechtbank als opdrachtgever. De rechtbank dient verantwoordelijk te zijn voor de betaling aan mij, niet de vader in kwestie. Ik wil op geen enkele manier tegenover die vader komen te staan, anders dan over mogelijke inhoudelijke dingen uiteraard. Verder vraag ik de griffie naar de handelingen die ze hebben verricht om de uitspraak openbaar te laten zijn.
opdracht, maar niet echt?
Na wachten en aandringen komt het antwoord. De griffie bevestigt per mail dat de opdracht van de rechtbank er is, maar vindt het niet nodig dat nog een keer met een uitgebreid document te ondersteunen. Telefonisch wordt er aan toegevoegd dat ze mijn nota’s, ook mijn tussennota’s , waarvan ik er inmiddels een heb verstuurd,rechtstreeks zullen betalen, maar niet de daarin opgenomen voorschotten. We spreken nogmaals uitdrukkelijk af dat ik niet bij de vader ga incasseren, De kostenverdeling vecht de rechtbank zelf maar uit met die vader, ik wens me daar geenszins aan te committeren.
Over de openbaarheid stelt de griffie dat de beschikking niet in een openbare ruimte is uitgesproken, noch gepubliceerd.  De uitspraak is naar betrokkenen verstuurd en daarmee openbaar, vindt de griffie te rechtbank Gelderland lokatie Arnhem. Zo die zit. Ik vergelijk het in een PS onder mijn vorige blog met een gemeenteraadsvergadering die openbaar zou zijn omdat de notulen aan de raadsleden zijn verstuurd. Een opmerkelijke toevoeging aan mijn dossier over de openbaarheid van uitspraken.
In afwachting van de reactie van de rechtbank had ik mij gerealiseerd dat het eventueel uitvoeren van mijn opdracht geen uitstel dulde. Als het gaat zoals het meestal gaat in de rituelen van omgangsverijdeling, is er een kans dat het kind op dit moment opnieuw onder druk wordt gezet. Ik blijf proberen vertrouwen te hebben in de moeder, maar ik mag de kans dat de kinderen nog verder in de problemen komen ook niet verder veronachtzamen. Betaling of niet, opdracht of niet. Laat ik maar alvast eens een gesprekje met de moeder plannen. Ik bel de moeder en ze is, ondanks de onduidelijke status van mijn opdracht, bereid een gesprek met me te hebben. Op de inhoud van dit gesprek en die met de andere partij ga ik hier even niet in. Maar ik kan wel zeggen dat ik enige vooruitgang boek en mijn focus blijf houden; aardig doen, dingen begrijpen, maar ook: geen gezeur maar omgang in perspectief van een nieuwe zorgregeling. En ik steek mijn standpunten niet onder stoelen of banken.
kindcurator of omgangsstruikelblok
Voor mij is de kindcurator, Hopmans, een nieuw element in deze zaak. De kindcurator in kwestie is degene die namens(?) de kinderen ontzegging van de omgang heeft gevraagd. Aanvankelijk probeer ik met haar in positief overleg te blijven, zij is een toegang tot de kinderen hoop ik. Totdat zij op een gegeven moment vindt dat de omgangsregeling is opgeschort. ‘Ach heb ik iets gemist?’, zeg ik oprecht, want ik heb nog lang niet alle stukken gelezen. Ze zegt dat tot opschorting van de omgang zou zijn besloten. ‘Mag ik die beschikking even van u, want ik heb hem nog niet?’. Dat wordt even zoeken zegt ze. ‘Misschien toch even doen, want het is erg belangrijk’. Nou het is eigenlijk een impliciete beslissing vindt ze nu. Ik vind het wonderlijk dat een juriste (dat is ze namelijk) het kan hebben over een impliciete rechterlijke beslissing. Een impliciete rechterlijke beslissing lijkt mij expliciete nonsens. Maar ik realiseer me, dat ik twintig jaar geleden over mijn dochter iets vergelijkbaars langs heb zien komen. Zo gaat dat dus nog steeds. Inmiddels lees ik in de uitspraak dat de rechter stelt dat er juist géén ontzeggingsgronden zijn vastgesteld. Daarmee is m.i toch ook vastgesteld dat er nog steeds recht is op omgang. Bovendien wordt in de beschikking aan mij gevraagd die omgang ook te herstellen. Hoe langer hoe meer realiseren, zowel ik als de kindcurator, ons dat we eigenlijk haaks op elkaar staan. Al eerder vond ze dat ik te de moeder te vriend moest houden. Niet dat ik dat niet deed, maar ik stelde ook grenzen. En daar schrok de curator nogal van.
Als de kind-curator dan een gesprek met de kinderen heeft om hun van mijn bestaan op de hoogte te brengen blijkt dat de oudste inmiddels wil dat ze met de curator erbij met mij praat. Jaja. Ze heeft het kind, dat nog een beetje dwars leek te liggen, duidelijk gemaakt dat de vader nu eenmaal rechten heeft. Ondertussen beweert ze tegen mij dat het niet om rechten maar om de belangen van het kind gaat. Niet erg pedagogisch heeft ze het kind dus iets ‘duidelijk gemaakt’ dat ze zelf niet gelooft. Een dubbel bind die typisch is voor Ouderverstoting. Overigens is het begrip ‘Belang van het kind’juist breed binnen de wet uitgemeten, dus om dat nou tegenóver de wet te stellen…. Ingewikkeld vooral, want ik vind het wel weer een merkwaardig begrip. Ik voel dat ik bij het kind zo een onaangenaam iets lijk te vertegenwoordigen. Ook typisch PAS. Een stukje absurd theater met voorspelbare uitkomsten. Ik geef haar duidelijk aan wat ik er van vind, en vraag me openlijk af of ik er op zo’n manier nog wel mee door moet gaan. Deze curator wringt zich onder de noemer ‘Belang van het kind’ overal tussen.
Toch heb ik inmiddels de toezegging van de moeder dat ze een eerste omgang onder mijn begeleiding accepteert. Is het eigenlijk niet veel meer juist de curator die nu dwars ligt? Maar het is complex. Alles interacteert tegen een oplossing in. Het is een complex inert systeem leg ik de kindcurator uit. Ik realiseer me nu ook dat ik de kindcurator teveel heb gezien als partner en te weinig als tegenstander. Ze heet er voor de kinderen te zijn, daarom wilde ik samen aan een oplossing werken. De eerste beschikking kwam merkwaardigerwijs via haar bij mij. Het telefoonnummer van de moeder moest ik blijkbaar van haar krijgen. Maar tegelijkertijd is zij degene die de ontzegging van de omgang aanvroeg, vindt dat je de moeder vooral niet te hard moet aanpakken en dat waarheidsvinding niet van toepassing is (behalve natuurlijk als ik maar help aantonen wat zij aangetoond wil zien).
rechtbank als wanbetaler
Inmiddels blijkt de rechtbank zelf achterstallig met de betaling van mijn ingediende tussenrekeningen. Als ik daarover bel blijkt de rekening nog niet eens op het bureau van de juiste dienst te liggen. De griffie van de rechtbank beweert nu dat de zaak even ‘on hold’ moet omdat er betalingsproblemen zouden zijn. Ik leg uit dat ik daar niets mee te maken heb, of dreigt de rechtbank soms zelf failliet te gaan, haha? En ‘On hold’ ? Ik ben geen schroefjesfabriek! Ja nee dat vind de andere kant ook. ‘Het gaat hier wel om kinderen’, memoreert de griffiejuriste. Het zal allemaal goed komen beweert ze, maar ze moet even overleggen. Voor de duidelijkheid stuur ik er nog wel een mail achteraan met puntsgewijze opsomming wat geregeld dient te worden.
Dit alles leidt er nu toe dat de griffie ineens vindt dat ik slechts een voorwáárdelijke opdracht zou hebben. De voorwaarde zou dan zijn dat de vader betaalt. En dat doet hij dus niet. Niet alleen betaalt de rechtbank niet, maar ook geen enkel commitment of status. Ergo gezien het feit dat niet aan de voorwaarde is voldaan moet ik opmaken dat de rechtbank de opdracht dus beeindigt. Ik mag eventueel wel zelf proberen te collecteren voor mijn eigen honorarium. Bij de vader dan. Onacceptabel en belachelijk en kans nul. Het gaat me ook niet alleen om het geld, hoe verlokkelijk ook…….het gaat me om mensen, kinderen voorop. Als ik gewoon in alles had meegewerkt met deze rechtbank dan had er op het eind van deze rit een gouden berg gelonkt. Lekker lang afwachten zodat het probleem erger wordt, eerst je eigne belangen regelen, lang doen over het bemiddelen, vooral geen opmerkingen over het gedrag van de rechtbank. Als je braaf bent dan kom je er wel met een mooie veel-urige declaratie, waarschijnlijk in dat geval zonder resultaat. Rigide, zou ik zijn, kreeg ik van de curator te horen.
Voorwaardelijk: opdracht nietes en welles en nietes
Ok, ik stop mijn bezigheden nu de opdracht dus is ingetrokken door de rechtbank. Ik laat dat nu ook rechtstreeks aan de rechter weten. Deze betreurt het dat ik ermee stop. En dat is dus een merkwaardige poging om mij de verantwoordelijkheid voor hun eigen gedrag in de schoenen te schuiven. Zij beëindigen de opdracht. Verder beweert deze rechter tot mijn grote schrik evenzogoed nog dat alles wat een deskundige doet (ik val blijkbaar ineens weer onder deze categorie) achteraf door de rechtbank wordt beoordeeld en daarmee ook of en hoe deze deskundige betaald wordt. Zo krijg je je pappenheimers wel in het gareel ja. En vooral de pappa-heimers, want ook hier was weer een vaderrelatie het slachtoffer van het inerte systeem. Had ik toch nog veel achterdochtiger moeten zijn? Is dit een poging mij ergens in te luizen?
Dit verhaal laat de beide ouders een beetje buiten schot. Ook zij zijn uiteraard onderdeel geworden van een inert systeem. De een meer als slachtoffer en dan andere meer als dader. Maar als altijd kies ik ervoor de vinger te wijzen naar de kern van het probleem. Door mijn principiële houding zit ik nu echter vooralsnog met een oninbare rekening. Ik zie althans nog geen deurwaarder bereid om bij de rechtbank beslag te leggen. Ik besef me dat niet iedereen zich principes kan permitteren en wellicht wel in zal gaan op de malste voorwaarden van de rechtbank en wellicht een herstelde opdracht zal accepteren. Hoewel? Waarom laten al die bemiddelaars zich eigenlijk in dit systeem dwingen, en wat is de rol van hun organisaties? Ik moet weer denken aan een toenmalige voorzitter Warnaar van de club van mediators familierechtadvocaten tegen mij. Ik had gevraagd waarom hij zo tekeer ging (artikel) tegen de acties van Fathers for Justice die volgens hem meer naar zichzelf zouden moeten kijken en niet tegen rechters die helemaal niet naar zichzelf kijken. Die rechters zijn machtig hoor Joep!! kreeg ik als antwoord. Oftewel van die mediatorclub niets dan positiefs over rechters. Déze mediator, uw blogger is echter not amused. Haha!
U heeft dit helemaal uitgelezen. Applaus. En nu?
een kapitein en twee drenkeingen
een kapitein en twee drenkelingen

PS: De rechter in deze zaak blijkt ook publiekelijk het standpunt te hebben uitgedragen dat een kapitein op het schip na scheiding vaak beter is. Zembla: Ook rechter Lous van Son uit Arnhem, die onderzoek heeft gedaan naar het effect van lang procederen op het verloop van echtscheidingen, zegt in ZEMBLA dat het in veel situaties beter zou zijn als er in plaats van twee, maar één kapitein op het schip zou zijn. Ze zegt: ‘Ik denk dat het vaker dan nu, in het belang van het kind is, dat slechts één van de ouders het gezag heeft.’
Je zou kunnen concluderen dat uit de bovenstaande zaak blijkt hoe onjuist deze opvatting is. En bovendien op gespannen voet met de wet die gelijkwaardigheid als uitgangspunt kent. Deze casus is natuurlijk niet de enige zaak waaruit blijkt hoe desastreus eenhoofdig gezag is.
volgende blog over deze zaak

gelijkwaardig ouderschap is de toekomst

kapitein3
een kapitein en twee drenkelingen

In Zembla zag ik een paar dagen geleden de roep om één kapitein op het schip van scheiding. Een ouder het gezag en de ander een omgangsregeling.  Daarbij wilde men (oa rechter Lous van Son) weer terug naar de jaren 80 en negentig alsof het toen allemaal zo goed ging met scheiding. Alsof als één ouder het gezag heeft de omgangsregeling van de andere ouder níet meer wordt afgenomen. Totaal gebrek aan historisch inzicht, gebrek aan fatsoenlijke wetenschap. Vooral dat laatste denk ik. Geheel ten onrechte wordt er door wetenschappers als Spruijt beweerd dat gelijkwaardig ouderschap de grote boosdoener zou zijn. Gelijkwaardig ouderschap is in zijn vooronderstelling de toestand zoals die na 1998 in Nederland zou zijn  ingetreden door de wetswijziging (23714, ik ken het nummer nog uit mijn hoofd). Dit is echter geenszins het geval. Na 1998 werd er juist door de rechterlijke macht een verdeling in hoofd- en nevenverblijf ingevoerd die op dezelfde manier ging werken als de verdeling gezag en toeziende voogdij.  Overigens pleit het ook niet voor de historische kennis van de onderzoeksjournalisten van Zembla dat ze vertelden dat er voor 1998 helemáál geen gezamenlijk gezag was. Ik ben zelf het levende voorbeeld van iemand die dat al in 1987 aanging.  En daarna weer werd afgenomen ja…..en toen de omgangsregeling ook. Een bijna “logisch” vervolg,

Ik zie in Zembla en andere programma´s dat het betoog wordt ondersteund door verhalen van kinderen die in de lijn worden gezet met de geconstrueerde rode draad van het programma. Soms denk ik tot mijn schrik dat  zich hier iets afspeelt dat we ook vaak op micro-schaal zien.  In deze Zembla-uitzending leek het echt even of kinderen tegen vaders en de grote idealen van vaderschap werden ingezet.

Ik was met het programma in gesprek omdat ze aanvankelijk een fragment van mij uit een eerder programma wilden gebruiken. Ik heb ze toen nog gesuggereerd Ruud Luchtenveld te interviewen over de manier waarop zijn wetsontwerp enkele jaren geleden door een rechterslobby in de Eerste Kamer werd neergesabeld. Wel geïnterviewd, niet uitgezonden. Kritiek op de Rechterlijke Macht wil in dit land niet meer door de beugel.

Als je kinderen werkelijk wat wilt laten vertellen moet je met ze in gesprek gaan lijkt me.  Ik deed dat zelf een dikke tien jaar geleden in het vara-programma Jongeren-lagerhuis. Zie hieronder een compilatie daarvan.

Een kapitein op een schip zou goed kunnen  zijn, als het dan maar de goede kapitein is, de wijste van de ouders die bewezen heeft in het conflict niet aan het kind te gaan trekken. Hoefnagels noemde dat paradoxale toewijzing. Ik plaatste dat eerder in de context van de interpretatie van het salomonsoordeel.  Overigens zou dit alleen moeten gebeuren als gelijkwaardig ouderschap niet werkt omdat het conflict wordt voortgezet.

Het is stuitend om te zien hoe de maatschappij en vooral rechters telkens zo dwars op het salomonsoordeel kunnen vonnissen. Denken ze dan echt dat conflicten de lucht uitgaan als je steeds de ergste herrieschopper gelijk geeft. Natuurlijk niet. Dat bevordert juist het conflict.

Het schip van ouderschap is gebaat bij een goede taakverdeling of wellicht af en toe elkaar afwisselende roergangers maar niet bij het overboord kieperen van ouders en kinderen.

 

over het salomonsoordeel
over gelijkwaardig ouderschap