Cookies

vervolging wegens doen van aangifte

(Verslag door vervolgde, eindredactioneel bewerkt)

Juridisch Amstelveens Peil –
AMSTERDAM Opnieuw stond ’s lands vaste Klant van politie binnen haar proeftijd terecht ter zake lokaalvredebreuk.
De 24-jarige Pain in the Ass had het weer voor mekaar.
Als beloofd was het weer een vindingrijk showspektakel: de politierechter, Officier van Justitie en het publiek maakten gebruik van de mogelijkheid tot het verkrijgen van informatie van de gedaagde.
Een door beklaagde ingebracht  jarenoud arrest bracht verwarring in de vooringenomenheid van de magistraturen.

In 1998 lag bij het Hof in Arnhem een vergelijkbare casus (Joep Zander) onder de hamer van de rechter.
De procureur-generaal adviseerde toen al, dat een kennisdrager van strafbare feiten zo snel mogelijk in diens aangifterecht dient te worden erkend en dat geen gehoor geven aan vorderen door ambtsverzakers geen wederrechterlijk vertoeven in de zin van lokaalvredebreuk zou moeten opleveren, wat uiteindelijk tot vrijspraak van de columnist leidde.

Gedaagde Marja, met ambitie voor de politie, persisteerde op de datum als genoemd in de ten laste legging, zo ook in haar aangifterecht. Het Openbaar Ministerie bleek overigens het bestaan van een mondeling aangifterecht te ontkennen. Met goedkeuren van de klaagrecht verkrachtende organisatie van Brenninkmeijer, de Nationale Ombudsman. De Officier van justitie liet zich ook kennen door dwang en machtsmisbruik met voorbedachte rade ter zitting, door in het requisitoir wederom een voorwaardelijke straf te bepleiten, opdat Marja niet meer naar politiebureaus komt maar schriftelijk aangifte doet.
Verdachte reageerde door te stellen, dat zij in reeds genoopt werd  mee te gaan in deze waanprocedure, waarin geen aandacht is voor urgentie, bewijsmiddelen of ambtstaken. Maar deze ‘ordemaatregel’, die theoretisch zou kunnen werken wordt vervolgens niet waargemaakt wordt door het OM. Bovendien stelde zij dat er grenzen zijn die gepaard gaan met slachtofferschap.

Ondanks dat de wederrechtelijkheid ontbrak, zo oordeelde dus al eerder de hogere rechtsspraakinstantie in de aangedragen jurisprudentie en zonder te kijken naar de tot op heden in de doofpot liggende ambtsmisdrijven, kwamen de Officier van Justitie en de rechter tot een veroordelingseis- en vonnis.
De vrouwelijke edelachtbare vond echter ten aanzien van de schuldvraag, dat verdachte heeft gehandeld op basis van (psychische) overmacht, doordat zij nergens met haar aangifte terecht kon en kan.
Ten slotte wenste zowel de rechter als OvJ de boef veel succes toe met haar studie.

Reactie van de veroordeelde op haar Ontslag van Rechts Vervolging  was, dat …
– het ten minste bijzonder en schandelijk te noemen is, dat mijn persistentie aangifte te doen geinterpreteerd werd als de ‘externe omstandigheid ofwel de van buiten komende drang is, waar ik geen weerstand aan kon bieden’;
– de tweede gerechtelijke dwaling aan haar adres wederom een feit is, daar met alleen al het ontbreken van wederrechtelijkheid als bestanddeel van de delictomschrijving van het ten laste gelegde tot vrijspraak had moeten worden gekomen.
De verdachte kondigde na de uitspraak direct hoger beroep aan en stelde rechtsstreeks uit de zaal appel in bij de Centrale Balie.
Een waslijst aan grieven zal eerdaags worden aangeboden, inclusief een uitgebreider verzoek om getuigen en deskundigen.
Het meisje verliet met opgegeven hoofd en een lach de Rechtbank, op weg naar haar tentamen in de rechtswetenschap bij de buren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.