Joris Demmink
Joris Demmink | ||||
Afbeelding gewenst | ||||
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | J. Demmink | |||
Geboren | Laren (Noord-Holland), 11 december 1947 | |||
Nationaliteit | Nederlands | |||
Beroep | Jurist, topambtenaar | |||
Carrière | ||||
1982-1993 | Directeur-generaal Politie, Rechtspleging | |||
1993-2002 | Directeur-generaal Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken bij het Ministerie van Justitie | |||
2002-2012 | secretaris-generaal Ministerie van Veiligheid en Justitie | |||
Overige informatie | ||||
Politiek | VVD | |||
|
Joris Demmink (Laren (Noord-Holland), 11 december 1947) is een gepensioneerde Nederlandse topambtenaar. Hij was van 2002 tot 1 november 2012 secretaris-generaal van het ministerie van Veiligheid en Justitie.
Demmink studeerde rechten aan de Rijksuniversiteit Leiden waar hij lid was van Minerva. Hij was van 1982 tot 2012 in dienst bij het ministerie van Justitie. Voordat hij secretaris-generaal werd, was hij onder meer hoofd van de directie Politie, directeur-generaal Rechtspleging en directeur-generaal Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken.[1]
Omstreden
Op internet en in geschreven media circuleren hardnekkige verhalen rond Demmink. Ook zijn er aangiftes tegen hem gedaan en loopt er een Artikel 12 Sv-procedure om tot vervolging van Demmink over te gaan. Voor deze zaken heeft tot nu toe geen rechter het bewijs als sluitend beoordeeld. Er heeft nooit een veroordeling plaatsgevonden.
In 2003 werd Demmink door de bladen Panorama en de Gay Krant in verband gebracht met seksueel misbruik van minderjarige jongens.[2] De Rijksrecherche concludeerde in haar onderzoek dat er geen bewijzen waren voor strafbare feiten, waarop Panorama en de Gay Krant hun eerdere beweringen moesten rectificeren.[3] Iemand die in oktober 2003 aangifte deed tegen Demmink werd in juli 2004 door de politierechter bestraft met twee maanden voorwaardelijke celstraf. De verklaringen waren volgens de politierechter “onjuist en leugenachtig”.[4]
De in Nederland tot levenslang veroordeelde Koerdische Turk Hüseyin Baybaşin beschuldigde Demmink in 2007 ervan achter zijn veroordeling te zitten.[5]. Demmink zou onder druk zijn gezet door de Turkse overheid, die bewijs in handen zou hebben dat hij zich in Turkije schuldig zou hebben gemaakt aan pedofilie. Na onderzoek concludeerde het Openbaar Ministerie wederom dat er geen bewijs was voor een strafbaar feit.[6] Namens twee Turkse cliënten die verklaarden als minderjarigen door Demmink te zijn verkracht, deed de advocate Adèle van der Plas op 5 september 2011 aangifte. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de minister zagen echter ”geen enkele aanleiding” om de topambtenaar te schorsen; het ministerie wees erop dat eerdere aangiftes in 2007 ook niet tot vervolging hadden geleid.[7][8] In februari 2012 besloot het Openbaar Ministerie geen strafrechtelijk onderzoek in te stellen naar Demmink. Volgens het OM bestond er twijfel over de betrouwbaarheid van de aangifte.[9]
In september 2009 was er kritiek op Demmink wegens zijn declaratiegedrag. Demmink declareerde substantieel meer dan alle andere secretarissen-generaal, terwijl ook de verantwoording over het waarom van de declaraties ontbrak.[10] Minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin verklaarde hierop dat er van onregelmatigheden geen sprake was.[10]
Op 4 oktober 2012 hield de Helsinkicommissie van de Amerikaanse (USA) federale overheid, waarin voornamelijk senatoren en congresleden zitting hebben, een hoorzitting. Deze betrof de veronderstelde praktijken van Demmink, de chantagepositie van de Turkse versus de Nederlandse staat en de handhaafbaarheid van Nederland als eerste klas samenwerkingspartner in de bestrijding van kinderporno.[11]
Op 6 oktober 2012 schreef het Algemeen Dagblad dat Demmink in de jaren tachtig contact zou hebben gehad met de in 1991 vermoorde Haagse “jongenspooier” Dick Willard. Ook zou Demmink van zijn diensten gebruik hebben gemaakt.[12] Twee getuigen zeiden hun verhaal onder ede te willen herhalen. Demmink heeft het AD in februari 2013 voor de rechter gedaagd vanwege “onjuiste berichtgeving”. Stichting De Roestige Spijker heeft verzocht om tussenkomst of voeging in deze zaak; zowel Demmink als het Algemeen Dagblad is hier tegen.[13][14]
Op 24 oktober 2012 dienden twee Turkse mannen[15] [16] een “Beklag niet vervolgen van strafbare feiten”, beter bekend als een Artikel 12 Sv-procedure, in bij het Gerechtshof te ’s Gravenhage. Hierin verzoeken zij het Hof onder meer de vervolging van Demmink in te zetten.[17] De mannen deden in 2008 en 2010 al aangifte tegen Demmink.
Op 24 januari 2013 vroeg de NVJ, de beroepsvereniging van journalisten, in een brief aan de Turkse ambassadeur Uğur Doğan om de bedreigingen en mishandelingen tegen de Turkse journalist Burhan Kazmali te stoppen. De NVJ bracht dat in verband met de kwestie Demmink. Kazmali bracht in Turkije als eerste het nieuws naar buiten over beschuldigingen van sekstoerisme tegen Joris Demmink in Turkije in de jaren negentig[18].