Cookies

Quik-Schuijt door of uit de bocht?

Het salomonsoordeel geeft die ouder gelijk die zijn/haar kind niet als eigendom ziet

Kinderrechter/senator Quik-Schuijt pleit (samen met Groenhuijsen) in een betoog in NRC afgelopen weekend tegen gelijkwaardig ouderschap.  Maar voor het eerst laat ze haar opvatting dat kinderen voor 100% afhankelijk zijn van hun moeder vallen. Vaders bestaan dus. Net zoiets als “negers zijn toch wel mensen”. Maar afin elke vooruitgang is er een.

En dan de kop: Die wet creëerde vechtscheidingen. Even hoop je dan nog dat Nanneke tot het inzicht is gekomen dat ook de wet vaders discrimineert. Maar nee dat blijkt niet het geval. Het feit dat de term gelijkwaardig ouderschap in de wet is gekomen dankzij  een amendement van haar partijgenoot SP-er Jan de Wit (voorzet van mij en SP Deventer) blijkt het euvel.  Quik-Schuijt, die zelf voor de wet stemde waarin dat uiteindelijk dus was opgenomen, denkt dat ouders nu door die wet méér vechten. Dit baseert ze op niet met name genoemd onderzoek waarbij ze haar lezers min of meer verwijt  “De resultaten van onderzoek worden lang niet altijd benut en een gedegen psychologische analyse van wat ouders en kinderen werkelijk overkomt ontbreekt vaak”  Blijkbaar lezen wij andere onderzoeken. Of zou ze een aantal loze opmerkingen van Ed Spruijt inmiddels als onderzoek hebben aangemerkt?

Zelfs als Nanneke mogelijk gelijk zou hebben  wat betreft toegenomen vechtgedrag, het zou kunnen, dan nog heeft dat meer te maken met het nog steeds grote gebrek aan handhaving van gedeeld ouderschap.  Dit, nu al weer decennia oude probleem, wordt nog steeds in stand gehouden door rechters die kinderen toewijzen aan die ouder die het hardst aan de kinderen loopt te trekken, vooral als dat de moeder is.  Je hoeft geen psycholoog te zijn om te begrijpen dat dat, toch al in scheidingsinstabiliteit verkerende ouders in onzekerheid brengt over het handhaven van contact met hun bloedeigen kinderen. Waarna inderdaad de kans groot is dat dat verlies vooral gemunt wordt als je niet om het hardst gaat vechten. Waarna dus inderdaad ouders, vooral vaders in een flight-fight-spagaat komen dat door de rechtstaat wordt opgestookt tot een ware oorlog.

Quik-Schuijt kan dan in het vervolg van haar betoog nog wel heel wijs gaan delibereren over de staat van ouders na scheiding, maar wat zou het een opluchting zijn als ze bovengenoemd eenvoudige principe zou begrijpen.  Het macabere is dat het omgekeerde niet alleen gebeurt, maar ook nog wordt verkocht onder het mom een salomonsoordeel te zijn, terwijl het dat nu juist precies niet is.

Kortom niet dïe wet, maar dé wet in het algemeen en de uitvoering daarvan door haar en haar collega’s in het bijzonder, is de oorzaak van de zogenaamde vechtscheiding.

Maar Mevrouw Quik-Schuijt lijkt vatbaar voor nieuwe inzichten. Niet alleen het vaderschap bestaat nu, je mag toch aannemen dat de door haar voorgestelde zorgverdeling (gelijk aan die voor scheiding… dus vader brengt iedere avond wel zijn kinderen naar bed??) dan wel wordt gehandhaafd in een eventuele beschikking die dan  niet, zoals eerder, door haar wordt verwezen naar een onnutte plek boven het bed van een slapeloze vader.

Wat is nou eigenlijk gelijkwaardig ouderschap?

Het dossier Quik-Schuijt