Cookies

Betrokkenheid

Al zolang ik boeken en artikelen schrijf over het verschijnsel oudervervreemding en ouderverstoting wordt ik geconfronteerd met mensen die vinden dat ik teveel betrokken ben om hierover te schrijven. Daarop heb ik tot nu toe de volgende antwoorden gegeven:
– Bijna iedereen in de westerse wereld is betrokken
– betrokkenheid is nodig, blijkbaar nodig om hier mee bezig te kunnen gaan. Zelf formuleerde ik het eerder zo:
“Het is een feit dat in kwesties die samenhangen met scheidingen en kinderen bijna iedereen betrokken is. Wel is er een groot aantal betrokkenen die dóén of ze er persoonlijk niets mee te maken hebben, en er ondertussen een maatschappelijke en politieke praktijk op nahouden die vooral de ontkenning van hun eigen geschiedenis dient. Als je zélf wat hebt meegemaakt is er reden om voorzichtig te zijn met bruuske algemene uitspraken erover. Als je niets hebt meegemaakt is het moeilijk tot inzicht te komen. Als je dóét of je niets hebt meegemaakt is het onmogelijk om tot inzicht te komen.1”

De afhankelijkheid, bij ten onrechte veronderstelde onafhankelijkheid, van veel onderzoekers in dit onderzoeksgebied leidde, zelfs bij zogenaamd strikt gereguleerd onderzoek, tot uitermate subjectieve waarneming en stellingname2.

Een pleidooi voor persoonlijke betrokkenheid is te vinden bij Doets.3 Boglden en Biklen4 zijn daar wat terughoudender in hoewel ze dit wel weer relativeren voor ervaren onderzoekers (en daar schaar ik mij dan maar onder5)

De ene kant van het dilemma is in feite de geloofwaardigheid. De andere kant is de kracht die vanuit betrokkenheid kan worden ontwikkeld. Betrokkenheid maakte dat ik me met dit probleem ging bezighouden, betrokkenheid leidt tot verbindingen die anders (blijkbaar) onmogelijk zouden zijn. Misschien is zelfs de betrokkenheid van mij als vader op zich van belang voor het helingsproces van de volwassen kinderen. In ieder geval ben ik daardoor mede gemotiveerd om gesprekken met vaders, moeders en (volwassen-) kinderen op te pakken en ze met succes verder te helpen. Inmiddels bracht ik daarmee het probleem beter in kaart en vervult mijn werk nog steeds een belangrijke positie temidden van het overige onderzoek over ouderverstotingssyndroom en loyaliteitsmisbruik.

Waar in exploratief onderzoek vaak wordt gesproken van ‘role-taking’ , je kunnen verplaatsen in de positie van een individu of groep, ga ik voor de mogelijkheid van partiële rol-sharing of counter-role-taking.

Het is voor een buitenstaander in de negentiende eeuw net zo moeilijk om fundamenteel inzicht te krijgen in het wezen van armoede of een antropoloog inzicht in het wezen van de samenleving op Samoa (Mead) als hij zij er niet aan zouden deelnemen. Maar met name ook van de laatste weten we dat naïeve betrokkenheid tot fouten kan leiden.

Betrokkenheid lijkt noodzakelijk om dit onderwerp te kunnen onderzoeken. Ik wil dit dilemma vooral te lijf gaan door op een goede manier mijn eigen betrokkenheid te expliciteren en in kaart te brengen. In zekere zin zou ik zelf naast onderzoeker ook onderzochte moeten zijn. Ik zal me er nog over bezinnen hoe dit deel van het (zelf)onderzoek het beste moet/kan worden vormgegeven.
Ik heb overigens een dergelijk zelfonderzoek (mijn eigen socialisatie als welzijnswerker) eerder gedaan als aanloop naar mijn skriptie mo-b pedagogiek. Mogelijk overbrug ik hiermee het gat tussen de wat neerbuigende annotatie van het woord ervaringsdeskundigheid en het begrip wetenschappelijk deskundigheid.

Voor de gangbare wetenschap in dit onderzoeksgebied kan een en ander een bedreigende benadering zijn, wat ook zal blijken uit een aantal voorbeelden die ik hieronder zal geven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.