Cookies

Hoe prof. Corine de Ruiter ook wetenschappelijk onderzoek selectief bij elkaar shopt

Corine de Ruiter is tuchtrechtelijk twee maal veroordeeld voor het selectief bij elkaar shoppen van case-onderzoek in opdracht van een cliënt. Ook op macro niveau probeert ze nu volgens Ivo Vrijkotte dezelfde truc toe te passen. In haar onderzoek ‘Mythen over conflictscheidingen: de kennis van juridische en sociale professionals’ haalt ze onderzoek aan wat haar uitkomt aan zonder te kijken naar ander onderzoek wat geheel iets anders beweert. In haar caseonderzoek legde ze haar oor te luister bij een ouder zonder naar de eventuele strijdige informatie van de andere ouder op zoek te gaan. Ik vertel het even kort. Voor de precieze uitleg verwijs ik naar de klacht die Ivo Vrijkotte over haar naar de universiteit Maastricht, waar zij doceert, heeft gestuurd. Overigens pas nadat ze eerst de kans had gehad om zich te verweren tegen deze beweringen. Op een bijeenkomst met de landelijke directie van de Raad voor Kinderbescherming legde Sipke Baarsma haar het verwijt van de twee gegrond verklaarde klachten voor. Haar enige antwoord was: ‘Kent u het dossier?’ Daarop viel ik zelf in met de opmerking dat ik  het dossier heel goed ken. Ik heb het uitvoerig bestudeerd. Een inhoudelijk verweer heb ik niet langs zien komen. Ook niet toen ik dat haar nogmaals voorlegde in een discussie op linkedin. Kijk ik pik ook niet zondermeer alles wat klachtencommissies zeggen, maar kom dan met een verhaal of een verwijzing naar een verhaal. (Hier in de Volkskrant wel enig niet-inhoudelijk verweer)
Helemaal bijzonder is dat zij volgens Ivo ook inhoudelijk op macro-niveau hetzelfde deed als op micro-niveau. In het caseonderzoek voor cliënte vormen van mishandeling bij tegenpartij suggereren en daarover zelfs bij de media aan de bel hangen en in het macro wetenschappelijk onderzoek de aanwezigheid van dat soort misbruik uitvergroten. Ze dekt zichzelf in als het ware. Ze heeft niet het lef om aan te geven dat ze mogelijk door haar persoonlijke verleden bevooroordeeld zou kunnen zijn. dat hoor je wel te doen als wetenschapper.
Corine heeft goede connecties met de Raad voor de Kinderbescherming die zich niet bepaalt geneert voor het inhuren van wetenschappers die zich niet aan de wetenschappelijke mores houden. Wordt Corine de opvolgster van Ed Spruijt?
Lees de klacht van Ivo en verspreid hem. Brief aan mevrouw De Ruiter_(hier zonder ondertekening)
In de hierboven genoemde discussie op linkedin heeft Corine inmiddels op een aantal beweringen gereageerd.
ps 29-7-17: De Universiteit Maastricht heeft geantwoord met een poging tot intimidatie. Ze willen de klacht behandelen maar weten blijkbaar nu al dat de klacht smadelijk en lasterlijk is. Ze willen de klacht ook uit de openbaarheid hebben. Nieuw blog hierover met de reactie van Ivo Vrijkotte.

Erger: de illusie van democratie

Afbeeldingsresultaat voor none are more hopelessly enslaved goethe‘Ik zie mijn kleinkind wel, want de rechter gaat natuurlijk vaststellen dat er omgang moet zijn, de feiten, de wet……’
Er is iets erger dan geen democratie, en dat is de illúsie van democratie. Dat flapte ik er zomaar uit. En ik doelde uiteraard op onze westelijke rechtstaat. Het was geen theoretisch debat, het was geen poging de slimste te zijn, het was mijn welgemeende verdriet, vervolgens kwaadheid op die vader die deze illusie volhield, en vervolgens kwaadheid naar waar die kwaadheid naar toe moet.
Ik had juist een heel mooi gezellig feestje, reünie, waar je door de decennia heen de warmte voelt van de mensen waarmee je van alles van de grond hebt gekregen. Mensen die intussen kinderen hebben die al weer kinderen hebben. En midden in dit feest van herkennen en verbondenheid, nadat het eerst zorgvuldig buiten het gesprek was gehouden, komt het bij stukje en beetje. je kleinkind niet zien omdat je zoon zijn kind niet mag/kan zien. En dan de illusie van een opa die denkt dat het goedkomt, want…….  Juist als je zo goed in je vel zit, je alle verbondenheid beleeft, hakt dat er diep in.  Voor mij een bekend verhaal, maar dichtbij en zo verdrietig. En elke keer weer nu al minstens vier decennia jaar geloven vaders, opa’s oma’s dat ‘het heus wel goed komt’, want ‘mijn verhaal is een ander verhaal, nee dan mijn case, als de rechter maar eenmaal omgang heeft vastgesteld…..’
‘En als de rechter het niet doet komt het toch wel weer goed, want ze komen altijd terug hè?
En ik wil niemand al zijn uitzicht afnemen, want hoop helpt, een beetje geloof en een boel liefde ook. Maar illusies niet.
Als je wilt ervaren dat je niet de enige bent: https://www.facebook.com/groups/507826229380204/

Zelfmoordvaders en "professor" Spruijt

De heer Spruitjes-de Wijs
De heer Spruitjes-de Wijs. Elke overeenkomst met bestaande personen is toeval

Door het stof gaan dat deed die vader uiteindelijk. Hij beet in het stoffige zand van het strand nadat hij een kogel door zijn kop had geschoten. Daarmee had hij dus voldaan aan de opdracht van mijnheer Spruijt aan vaders. ‘ga desnoods door het stof’ (Spruijt liet dat voor het eerst noteren in ‘Een nieuwe start’)
Gisterenavond Eenvandaag over het boek van Ton Lankreijer over de zelfmoord van een vader. Vlak nadat deze vader duidelijk was gemaakt dat hij het contact met zijn kind wel op zijn buik kon schrijven maakte hij er een eind aan. Uiteraard wist ook de redactie van Eenvandaag weer niets beters te bedenken dan om Ed Spruijt aan te rukken, die voor de gelegenheid tot professor (het staat althans nog niet in zijn linkedinprofiel)  werd omgedoopt.
Spruijt gebruikte weer eens een idee van de vaderbeweging (Verklaring van Langeac 1999) om het geheel uitgekleed en ontkracht aan het publiek te presenteren.  ‘Maak voor de geboorte afspraken over de opvoeding’.
Ik heb al eerder in een artikel in een repliek op Spruijt in het blad Pedagogiek in Praktijk aangegeven dat ook de sociale wetenschappen, als ze onzorgvuldig worden uitgeoefend, zoals bij Spruijt absoluut het geval is, doden op zijn geweten kan hebben. Dit soort wanpraktijken worden, in het geval van Spruijt, ook beloond met valse adoratie, valse loyaliteit en een  medaille.
Justitie heeft een site geopend om burgers goede ideeën te laten bedenken om de scheidingsellende te beëindigen. Maar echt goede ideeën zijn uiteraard niet welkom. Zoals “Spruijt eruit”.  De tegenpool van dat eindeloos ophemelen van Spruijt is niet alleen de ondergang van vaders maar meer ook nog van vaderactivisten en integere wetenschappers zoals ik. Integere sociale wetenschap, zeker in het aandachtsgebied scheiding, bestaat eigenlijk niet meer en kan niet meer. Zelf heb ik het dan ook inmiddels opgegeven om mijn promotietraject op de UvA af te maken. Voor een titel moet ik integere wetenschap inleveren. Zo lijkt het. Maar ik voel me ook door het heersende discours over vaders en de scheiding van hun kinderen heel ver naar de rand geduwd. Ik kan alleen nog maar overleven door me als outlaw te profileren. Ik ben niet van plan door het stof te gaan namelijk, en al helemaal niet met een kogel door mijn hoofd. Maar een dr-titel in Nederland; misschien maar beter niet ook.
Eenvandaag
Dossier Ed Spruijt
Afspraken maken voor de geboorte
 
 

Wegkijken van het falen van de rechtsstaat

mijn leerboek
mijn oude leerboek “Nederland, een rechtstaat” met uitgelicht deel over de openbaarheid van uitspraken. 2 keer doorklikken voor leesbare vergroting.

“Die meneer Wilders trekt heel veel van dat soort onvrede aan, en het is in mijn beleving maar goed dat hij dat doet. We hebben niet of nauwelijks vakbewegingen, er is geen way out voor die onvrede. Zonder een Wilders zou de samenleving nog veel beroerder zijn dan zij nu al is. Die onvrede zou anders misschien op een halfmisdadige manier tot uiting kunnen komen. Daar zitten we nu heel dichtbij.” Arnold Heertje in Paper 13-4 2016
Ik ben bepaald geen PVV-er , het is geen democratische club. Ze kunnen maar beter geen meerderheid krijgen. Maar bovenstaande uitspraak van Professor Heertje vind ik een goede karakterisering van dit tijdsgewricht.  Mijn mail aan 6 andere hoogleraren en nog een redactielid van het Nederlands JuristenBlad past daar prima bij. Ik deed hem zojuist de deur uit:
Niet willen weten leidt tot niet weten; wegkijken van het falen van de rechtsstaat
Geachte redactieleden van het Nederlands JuristenBlad,
Niet willen weten leidt tot niet weten. U heeft mijn artikel over het falen van de openbaarheid van uitspraken en de voorgeschiedenis van de Raad voor de Rechtspraak, voor uw blad, ten tweede male afgewezen op gronden die voor mij onbegrijpelijk zijn.
U komt formeel het recht toe om een artikel af te wijzen. Of dat in dit geval een verdedigbare grondhouding weerspiegelt betwijfel ik. Maar wat ik wel weet, is dat het tiental argumenten dat u levert om tot deze afwijzing te komen stuk voor stuk van zin verstoken zijn, en in twee gevallen zelfs een onware bewering over mijn artikel behelzen. Ik vind niet dat u het recht toekomt om een burger die zich zo kwijt van zijn burgerlijke plichten af te serveren als ware ik een soort onbesuisde herrieschopper. Ik sta in deze opvatting niet alleen. Ik word begeleid door een hoogleraar die mijn artikel als ‘goed en overtuigend’ kwalificeerde.  Het is ook uw goed recht en uw plicht om het niet bij voorbaat met mij eens te zijn. Maar het is wel, denk, ik uw plicht, zeker als wetenschapper om de discussie te voeren, en ook om die openbaar te voeren. U heeft besloten deze discussie op geen enkele manier te voeren, zelfs niet om onwaarheden te corrigeren. Dat neem ik u kwalijk.
Ik kan er moeilijk van uit gaan dat u niet zou begrijpen dat mijn verhaal een aantal belangrijke problemen ten aanzien van de controle op de rechterlijke macht blootlegt. Mijn hypothese is dan ook dat het probleem van de gemankeerde en valselijk voorgewende openbaarheid in bijna de helft van de rechterlijke uitspraken, een dusdanige omvang heeft aangenomen dat niemand er meer raad mee weet, en u ook niet. En dat wilt u liever niet echt weten, dat kan ik als wetenschapper, zelfs begríjpen. Cognitieve dissonantie (hoogleraren zijn daar door de psychologie helaas niet van vrijgesteld), onder andere, staat in de weg om mijn verhaal tot u door te laten dringen.
Ik heb voor deze situatie een variant gemaakt op een bekende spreuk: Wir haben es nicht gewusst, weil wir das nicht wissen möchten. Komt u misschien een beetje overdreven voor, maar als mechanisme is het daarmee adequaat geduid. Zowel emotioneel als rationeel past deze zegswijze. Zelf voel ik me een outlaw (geen enkele band meer met deze  ‘rechtstaat’)  die de wet verdedigt. Een onmogelijke spagaat zoals u zult begrijpen.
Ik heb mijn oorspronkelijke artikel nogmaals bijgevoegd. En onder deze mail heb ik uw afwijzingstekst nog een keer gememoreerd.
Gezien mijn positie als verantwoordelijke burger en wetenschapper, zal ik het niet eenvoudig opgeven u hiermee lastig te vallen. Als u het niet wilt weten zal ik u dat dan in ieder geval zo moeilijk mogelijk maken. Mijn reactie op uw afwijzing kunt u als u dat wenst in mijn blog nalezen. daarin gebruik ik uiteraard blogtaal. We kunnen het ook op een andere manier opnieuw proberen. Zie ook mijn eerdere mails aan u.
Ik heb wel eens aardigere pogingen gedaan om dit probleem aan de orde te krijgen. Ik kan me herinneren dat ik op een rechterscongres (zie de beschrijving in mijn artikel) 20 jaar geleden van een hoogleraar recht kreeg te horen dat ik fout zou zitten met mijn stelling dat rechterlijke uitspraken gezien de grondwet zonder uitzondering openbaar dienen te zijn. Toen ik na afloop van de workshop hem nogmaals aansprak, trok hij een klein boekje uit zijn tas, met daarin de grondwet. ‘U heeft gelijk’ zij hij daarna. Dat vond ik sportief. Ik wens u dezelfde houding toe.
met vriendelijke groet

--
Joep Zander
joepzander.nl

Dit was een nakomertje van mijn blogs over de staat van de staat en het NJB.
Als het NJB mijn artikel niet publiceert zal ik het ergens anders publiceren.
De redactie van het NJB bestaat uit voorzitter en voormalig lid van de Hoge raad Coen Drion,  hoogleraar, en lid Hoge Raad Ybo Buruma en Advocaat Generaal bij de Hoge Raad en hoogleraar: Ton Hartlief, Taru Spronken, Peter J. Wattel en de hoogleraren Corien (J.E.J.) Prins en Tom Barkhuysen.

Violation of the integrity of the judiciary in the Netherlands

rechter2(this blog was published at 1-4-16. Changed the date for several reasons)

For several decades the Netherlands do not meet the rules of the state of law. The accountability of the judiciary is severely compromised because about half of the court decisions are not been made public. There is no effective public control, even not through inspection on this part of the Trias Politicas. And meanwhile they sign each decision, stating it was made public. This problem exists in the Netherlands and in some way in some other Western countries.  However, the power of the judiciary is so immense that gradually everyone keeps his mouth. Personally, I keep a file on this matter. I recently took the temerity to offer an article on this issue to main Dutch Juridical magazine Nederlands JuristenBlad. They rejected my article. The rejection reasons for this were absurd. I dedicated 6 blogs, a few thousand words, to this matter, to explain the absurdity of the reasons of this refusal. My article bore the express approval away from my accompanying professor (I am a PhD student at the University of Amsterdam) There follows a final blog. I make this English text for civilians in other countries to make them aware that serious mass violations of fundamental human rights in the Netherlands is reality. To learn more, you can use the translate button (right) to translate my blogs on the issue. I am open to comments, also in English. I apologize for any spelling and style errors in this English text. Correction suggestions are also welcome.

I am also open for suggestions for publication possibility’s in English of the whole original article. The English version of this article is almost finished (june 2017)

Sincerely

Joep Zander

PS: The editorial board of the magazine:  Chairman and former member of the Dutch Supreme Court: Coen Drion, former professor, now  member of the Dutch Supreme Court Ybo Buruma, Professor and Advocate General at the Supreme court Ton Hartlief, Professor and Advocate General at the Supreme court Taru Spronken, Professor and Advocate General at the Supreme court Peter J. Wattel and the professors (law): Tom Barkhuysen, Corien (J.E.J.) Prins.

Het verlinkte recht als poppenkast

inquisitie3(laatste update 12-04=2016 14.15 u)
Ergens in de jaren negentig werkte ik stukje bij beetje aan een schilderij over de magistratuur. Het was een donker schilderij, inquisitie geheten. Naar mate ik verder kwam, dat kan soms lang duren bij mij, werd het ………
Dit is mijn afsluitende blog over de merkwaardige manier waarop een stel hoogleraren, hoge-raadsleden, advocaten generaal, verenigd in de redactie van het Nederlands JuristenBlad, aankijken tegen de staat van onze rechtsstaat. Aankijken? Nee, eigenlijk vooral wegkijken.
Ik bekritiseerde hun standpunt dat al die miljoenen uitspraken in het familierecht in de afgelopen decennia volslagen oninteressant zouden zijn geweest. Ik merkte op dat de redactieleden de illusie wensen te onderhouden dat je zo’n uitspraak in individuele gevallen best wel te pakken zou krijgen. Ik bewees dat dat niet het geval is, of je nou activist bent of niet, schreeuwer of nette burger, geen kans.
Ik bestreed de veronderstelling dat transparantie en controle niet zouden kunnen bijdragen aan de kwaliteit van het geleverde recht. Het kan geen recht zijn als het niet transparant is. Ik benadrukte het uitzonderlijke belang van het handhaven van een nette rechtsgang, juist in het familierecht. Het vreemde idee dat dit alles geldverspilling zou zijn is al van zichzelf belachelijk zonder dat daar eigenlijk een toelichting voor nodig zou moeten zijn.  Desalniettemin heb ik ook nog uitgelegd dat anonimiseren van rechterlijke uitspraken helemaal niet veel hoeft te kosten.
Kortom, ik heb mijn best gedaan wat te communiceren. De redactie vindt toch dat er iets mis is met mijn manier van communiceren, hoewel ze juist zelf aanvankelijk elke discussie uitsloten. Ik communiceerde namelijk in deze blogs openbaar. En dat was nou net het punt, ook de discussie over geheime vonnissen moet blijkbaar in het geniep worden gevoerd. Sinds wanneer is iemand anders zijn communicatie trouwens een reden om zelf wartaal te handhaven?
Het viel me weer op hoe tegenstrijdig hun praktijken zijn met hun theoretische opvattingen. Ik gaf redactielid prof. Prins een complimentje voor haar theoretische betogen over openbaarheid. Buruma slooft zich uit om duidelijk te maken dat je de rechterlijke macht moet vertrouwen, ook als hoogleraar in een leeropdracht ‘Rechtsstaat, rechtsvorming en democratie. Hartlief en vooral Barkhuysen hebben zich er nota bene hard voor gemaakt  dat theorie en praktijk wat met elkaar te maken hebben. Dat mogen ze dan hun collega-redactieleden en zichzelf eens gaan uitleggen. Spronken…. mensenrechten, opgetreden voor het EHRM, maar art 6.1 van het Europees verdrag voor de Rechten van de Mens ho maar. En als ik nog even zo doorzoek kan ik  vast wel meer moois vinden.
Terug naar dat schilderij. Hoe langer ik er aan verder werkte, hoe langer hoe meer begon het te lijken op een soort poppenkast. Het schilderij nog steeds in zwart gehuld, maar de rechters hoe langer hoe meer in geel en rood. U ziet het schilderij hierboven in de staat waarin ik het verkocht aan een advocatenkantoor.
Mijn tekstschilderij “De zwarte dRaad voor de Rechtspraak”, het artikel dat ik, na overleg, inleverde bij het Nederlands JuristenBlad lijkt een beetje dezelfde weg gegaan. Eerst maakte ik een zakelijke samenvatting van het gebeuren rond de Raad voor de Rechtsp(r)aak  en de openbaarheid van uitspraken (zie). Daarna maakte ik er een heel mooi stuk van waarin ik ‘goed en overtuigend’ (Louis Tavecchio) aantoonde hoe mis het is met een van onze rechtstatelijke principes. Toen het werd afgewezen op oneigenlijke gronden heb ik dat bloedserieus besproken. Zo bloedserieus dat het, misschien daardoor wel extra lachwekkend werd hoe die poppen zich verslikten in hun eigen onzin. Desalniettemin hebben ze de macht.
Afin, het oorspronkelijke artikel houd ik nog achter de hand voor publicatie elders (hoop ik). Veel wat daarin naar voren kwam heb ik hier ook besproken. Maar het was natuurlijk in dat artikel juist in een prachtig verhaal gevat. En wat u eigenlijk nog mist zijn een aantal belangrijke kwesties over de geschiedenis van de Raad voor de Rechtspraak.
Verder denk ik dat de schandalige manier waarop er binnen een aantal rechtssectoren wordt omgegaan met de basisprincipes van het recht ertoe leidt dat magistraten het ook in het algemeen minder nauw aan het nemen zijn met de regels v an het recht. Breek dit systeem.
================================================================
Dit was ( naast een aantal tussenblogs) de zevende en afsluitende blog in een serie over de staat van de staat en het NJB.
Als het NJB mijn artikel niet publiceert zal ik het ergens anders publiceren.
De redactie van het NJB bestaat uit voorzitter en voormalig lid van de Hoge raad Coen Drion,  hoogleraar, en lid Hoge Raad Ybo Buruma en Advocaat Generaal bij de Hoge Raad en hoogleraar: Ton Hartlief, Taru Spronken, Peter J. Wattel en de hoogleraren Corien (J.E.J.) Prins en Tom Barkhuysen.

 

Bananenrepublieken als Panama, Oekraine en Nederland

mq1
Jaren geleden maakte vader Henri Behari dit plaatje op het thema Bananenrepubliek

‘ met excuses aan de bananenrepublieken die in werkelijkheid natuurlijk zo heten omdat ze onder het dictaat leven van westerse bedrijven’ schreef ik een paar weken geleden in een serie over de staat van het Westerse justitieapparaat.

Ook de juridische banaantjes importeren de rijkeren  uit een bananenrepubliek blijkt inmiddels. Juridische constructies (zie panamapapers) die natuurlijk niet bedacht zijn door de Panamese bevolking, maar daar worden uitgevoerd omdat dat beter uitkomt. Ze worden bedacht in ‘onze’, of naar voorbeeld van ‘onze’, opvattingen over wat justitie is. Namelijk recht voor de rijksten en de sterksten.
De staat van onze westerse rechtsstaat is wanstaltig en wordt aangevoerd door, en beschermd door de crème de la crème van een justitieapparaat dat zich goed vertegenwoordigd weet in de redactie van het Nederlands Juristenblad. Er is een groot belang om burgers buiten te houden, niet aan het woord te laten,  als het gaat om de grondwaarden van onze rechtsstaat.
Het gaat dus niet alleen om familierecht. De waanzin in het familierecht (niet gebaseerd op onderzoek, noch wijsheid, noch waarheid maar door het samenspannig negeren en overtreden van de wet) heeft zijn uitstraling naar de rest van het recht. Regels zijn er als ze goed uitkomen voor de sterksten.
===========================================
Dit was een tussenbericht in een serie blogs over de staat van de rechtsstaat en de redactie van het Nederlands JuristenBlad. Er volgt nog een afsluitende, concluderende blog.
Ik wil nog melden dat de redactie na een aanvankelijke totale weigering om te discussiëren over hun vreemde beweegredenen en toen toch weer ( nadat ik de discussie naar buiten bracht) een aanbod voor een strikt persoonlijke discussie met de redactiesecretaris en toen weer intrekken van dat aanbod omdat ik de discussie in het openbaar voer en toen toch weer een aanbod voor discussie met de redactie verwoord door redactielid Corien Prins, en nu plenair toch maar weer besloot om de discussie niet te voeren omdat:
‘Ik kan u namens de redactie laten weten dat zij haar eerdere afwijzing handhaaft en daar verder ook niet over in discussie wenst te gaan. Uw manier van communiceren heeft daar zeker mee te maken.’
Nee juristen van dit niveau zijn niet gewend dat je ze tegenspreekt als gewone burger. Je moet gewoon heel beleefd vragen of ze het misschien heel alsjeblieft toch nog een heel klein beetje vanuit een andere invalshoek mag laten zien, hoe vreemd hun verhaal ook is.
De redactie van het NJB bestaat uit voorzitter en voormalig lid van de Hoge raad Coen Drion, voormalig hoogleraar, nu lid Hoge Raad Ybo Buruma en Advocaat Generaal bij de Hoge Raad en hoogleraar: Ton Hartlief, Taru Spronken, Peter J. Wattel en de hoogleraren Corien (J.E.J.) Prins en Tom Barkhuysen.

Herrieschoppers zijn het

vakantiehuishouding
vaderactivist hier even vader op vakantie

(om te voorkomen dat onderstaande misschien als een aprilgrap zou kunnen worden aangemerkt de oorspronkelijjke datum veranderd van 1 naar 2 april)
‘Tenslotte vraagt men zich dan af wat jij zou doen als zich een activist aan de balie meldt die zegt dat hij alle familierechtelijke uitspraken (allemaal privacygevoelig dus die geanonimiseerd moeten worden) over de afgelopen 15 jaar wil hebben, met als enige motivering dat hij denkt dat er iets te verbergen is….’
De redactie van het Nederlands Juristen Blad verzint een situatie en probeert vervolgens mij met hun, waarschijnlijk imaginair, probleem op te zadelen. De gang van zaken waarover ik klaagde was dat ik een mooie afspraak had met de Rechtbank Arnhem om netjes en zonder haast een beperkt aantal uitspraken in te zien. En dat dat dan van hogerhand onmogelijk wordt gemaakt. In mijn tekst ging dat als volgt:

‘Geen inzages, totdat de rechtbank Arnhem in april 1997 mij en een andere burger, toezegde inzage te verschaffen in een reeks geanonimiseerde familierechtuitspraken. Vice president Hooft Graafland met wie wij spraken, merkte zelfs op dat, indien de rechtbank dat niet zou doen, hij onder ogen zou moeten zien dat de uitspraken nietig zouden zijn (art 5 RO). Zelf had ik me als niet-jurist vooral vastgeklampt aan art 121 van de Grondwet en art 6.1 Europees verdrag voor de rechten van de Mens (EVRM). Hierin wordt op opvallende wijze tegenover de uitzondering op de toegang tot de behandeling van de zaak, voor de uitspraak zelf absoluut openbaarheid voorgeschreven.

Het was dan ook niet voorstelbaar dat er een gremium zou kunnen bestaan dat de evidente passende beslissing van het presidium van de rechtbank Arnhem ongedaan kon maken. Toch was dat wat de facto gebeurde. Dat gremium had de naam Algemeen Secretariaat Zittende Magistratuur (ASZM). Behalve dat het helemaal onbegrijpelijk was wat iemand er überhaupt mee te maken zou kunnen hebben, was ook de status van dat orgaan duister. Wel helder was dat dit orgaan de macht had. Want de rechtbank Arnhem trok op grond van de missive van het ASZM haar toezegging in.’

Verder mag ik hopen dat er nog een flink aantal activisten opstaan die zich melden aan alle balies van alle rechtbanken om op te eisen waar ze als burger recht op hebben, waarvoor ze belasting betalen. Dat dit al veel meer dan 15 jaar niet wordt bijgehouden  daar kan die- al dan niet-activistische- burger niet op aangekeken worden nietwaar? Ik schreef al eerder hoe dat wel had kunnen worden geanonimiseerd en dat ik er al 20 jaar geleden voor heb gewaarschuwd dat het problemen zou kunnen gaan opleveren.

Het is geen gunst om inzage te geven, het is geen blijk van wantrouwen om er naar te vragen. Mensen die diegenen die transparantie eisen, beschuldigen van wantrouwen ( ‘dat er iets te verbergen is’) is werkelijk vragen om meer wantrouwen. Ik had dat zelf ook al uitgelegd in dat artikel voor NJB:

‘Toen ik 20 jaar geleden probeerde om als burger uit de ‘maatschappij dat zijn wij’, me in te zetten voor iets waar weinig burgers aan toe komen, namelijk eens een paar uitspraken ter inzage op te vragen, werd dit door een griffier van de rechtbank Zutphen geduid als een probleem van mij. Dat probleem zou dan zijn dat ik geen vertrouwen had in de rechters. Ik kreeg geen enkele uitspraak al dan niet geanonimiseerd te zien. Het zal duidelijk zijn dat de opvatting van deze griffier geheel self-fulfilling was. Ik had daarna geen vertrouwen meer in de rechterlijke macht. Ik deed daarna nog enkele pogingen om inzage in uitspraken te krijgen. Ook anderen deden dat. Maar zonder enig resultaat. Zelfs enkelvoudige inzage van uitspraken in het familierecht werd niet toegestaan.’

Openbaarheid is niet vergund aan activisten en andere mensen laten het wel uit hun hoofd iets ter inzage te vragen op een rechtbank. Zo dat probleem is ook opgelost.

De redactie van het Nederlands JuristenBlad heeft inmiddels laten weten de discussie aan te gaan. Reacties hier stel ik dan ook op prijs. Wel graag reacties die reageren op het onderwerp.
================================================================
Dit is de zesde in een serie blogs over de staat van de redactie van het Nederlands JuristenBlad. Er volgt nog een afsluitende blog. Als het NJB mijn artikel niet publiceert zal ik het ergens anders publiceren. De volgende blog
De redactie van het NJB bestaat uit voorzitter en voormalig lid van de Hoge raad Coen Drion, voormalig hoogleraar, nu lid Hoge Raad Ybo Buruma en Advocaat Generaal bij de Hoge Raad en hoogleraar: Ton Hartlief, Taru Spronken, Peter J. Wattel en de hoogleraren Corien (J.E.J.) Prins en Tom Barkhuysen.

De magistraat als lichtend voorbeeld

rechter-lichtend
verlichte rechter

‘Het is duidelijk dat dat familierecht volgens jou niet deugt en dat is misschien ook zo, maar daar ga je niet op in
De redactie van het NederlandsJuristenBlad (zie eerdere blogs hierover) kan er wat van. Familierecht, zonder enige nadere bepaling, zou volgens mij niet deugen. Niet dit familierecht of Wésters of húidig  familierecht, maar álles wat familierecht kan heten deugt niet. Eigenlijk is dan dus verbetering onmogelijk. Ik weet niet zo goed of dat nou een neerlandistieke misser is, een projectieve fehlleistung of een gebrek aan juridisch inzicht.
Ik haal me voor de geest hoe sommige rechters en andere juristen vaak reageren op het woord familierecht. Oh u bedoelt (vies gezicht:o) familierecht…. Alsof ik het over poep heb in plaats van een net onderdeel van de rechtstaat. Nou misschien hebben ze er zelf wel stront van gemáákt. Een Fehlleistung (= freudiaanse verspreking) dus.
Wat erger is is dat de redactie er blijkbaar geen genoegen mee neemt dat ik vind dat openbaarheid van uitspraken algemeen geldig is, ook voor het familierecht. Overigens kan ik voor alle rechtsgebieden afzonderlijk best een verhaal schrijven over het belang van de openbaarheid van uitspraken. En voor het familierecht heb ik dat ook specifiek juist wel gedaan in het omstreden NJB-artikel.
Ik heb er twee grote passages aan gewijd. Een daarvan zal ik hier citeren:
salomon-schild
Als Nederlandse rechters het over het salomonsoordeel hebben, bedoelen ze dat ze de ouder die het hardst trekt exclusief de kinderen meegeven

‘ Fait accompli machtspolitiek (de manier waarop de rechterlijke macht de Raad voor de Rechtspraak creëerde en de openbaarheid van uitspraken blokkeerde. red) is bij uitstek een tactiek van sterk tegen zwak, en past dus slecht bij het maatschappelijke belang van de rechtspraak. Deze heeft immers eerder de bedoeling om zwak tegen sterk te verdedigen dan andersom. Dit geldt met name voor het rechtsgebied familierecht waarin het kind altijd de zwakke partij is. Rechters die zelf gecorrumpeerd zijn aan het verkeerde mechanisme, en daarin een belang hebben verworven, zullen daardoor moeilijker kunnen onderkennen welke belangen er spelen. De praktijk van het familierecht is dan ook voor een aanzienlijk deel te kwalificeren als een fait accompli praktijk met het bijbehorende recht van degene die het eerst en het hardst aan het kind trekt. Preëmptief gedrag leidt tot oorlog, met kinderen en menselijkheid als belangrijkste slachtoffers. Het volgen van voorbeeld is een van de belangrijkste agogische principes. Slecht voorbeeld van de rechter doet slecht volgen.’

In totaal heb ik in het artikel over openbaarheid en de Raad voor de Rechtspaak 400 van de 2700 woorden specifiek over familierecht geschreven, waaronder een met de kop ‘Familierecht en familylife’ aangeduid hoofdstuk.  De bewering  ‘maar daar ga je  niet op in‘, is dan op zijn minst niet waar, maar eigenlijk een leugen. Hier valt niet overheen te lezen, zeker voor mensen die er hun werk van maken.

De redactie had óók al willens en wetens eromheen weten te lezen dat ik wel degelijk, drie maal zelfs, inging op de afloop van incidenteel/individuele verzoeken om inzage in rechterlijke uitspraken.

Mijn artikel is blijkbaar in een verkramping  gelezen, een soort van verstandsverbijstering die optreedt als iets zo ontzettend pijnlijk klopt dat je het maar beter niet kunt hebben gelezen. Wir haben es nicht gewusst, weil wir das nicht wissen möchten.

====================================
Dit is de vijfde in een serie blogs over de staat van de redactie van het Nederlands JuristenBlad.
de volgende blog in de serie
De redactie van het NJB bestaat uit voorzitter en voormalig lid van de Hoge raad Coen Drion, voormalig hoogleraar, nu lid Hoge Raad Ybo Buruma en Advocaat Generaal bij de Hoge Raad en hoogleraar: Ton Hartlief, Taru Spronken, Peter J. Wattel en de hoogleraren Corien (J.E.J.) Prins en Tom Barkhuysen.

Oh ja ‘Raad voor de Rechtspaak’ ook leuke verschrijving, laat ik staan.

Geweld bíj de voordeur

de antwoordstatistiek van CBS op 28-08-2013
de antwoordstatistiek van CBS op 28-08-2013

Ik heb veel geschreven over geweld áchter de voordeur.  Deze keer gaat het over geweld bíj de voordeur zelf. Volgens CBS doet bijna 5 procent van de mannen s’avonds vaak de voordeur niet open vanuit een gevoel van onveiligheid. Op de site van CBS mag je uit 4 mogelijkheden raden hoeveel vrouwen dezelfde gewoonte hebben; 9,5, 11,5, 13,5 of 15,5. Mijn intuitie zei dat er dik twee keer zoveel vrouwen bereid zullen zijn om te melden of te zeggen ( het hoeft natuurlijk niet perse waar te zijn), dat ze de deur dicht houden. Dit (11,5) bleek het juiste antwoord te zijn.  In dit soort kwesties is bekend dat je als onderzoeker erop bedacht moet zijn dat mannen minder snel melden (inclusief overdrijven) dan vrouwen. Dus de werkelijke verhoudingen kunnen anders zijn. Maar daar had ik al rekening mee gehouden.

Als je de vraag van CBS beantwoordt dan krijg je vervolgens een statistiekje te zien met de overall gegeven antwoorden. Hieruit blijkt dat er een zeer sterke neiging is om op de hoogste score (15,5) te gaan zitten.

Kijk en dat is nog veel interessanter dan het primaire onderzoek. Hoewel een internet-enquete natuurlijk niet de beste manier (understatement) is om tot een verantwoorde steekproef te komen, durf ik het met deze verschillen wel aan om de volgende conclusies te trekken;

1. De keuze van de antwoordcategorieen door CBS is niet zo handig. Er is een dikke kans dat als er een categorie 25% was geweest daar nog een zeer relevante score was gehaald.

2. Er is een opmerkelijk verschil tussen de daadwerkelijke reactie van vrouwen op onveiligheid en de inschatting van het onveligheidsgevoel van vrouwen. Oftewel; vrouwen gedragen zich niet alleen meer als slachtoffer, maar worden vooral juist veel meer gezíen als slachtoffer.

Er zijn dus zes stappen te onderscheiden:

  • reeel gevaar
  • ervaren onveiligheid
  • reactie op reeel gevaar
  • reactie op ervaren onveiligheid
  • waarneming door derden van de ervaren onveiligheid
  • de wetenschappelijke weergave van dit alles

In alle stappen spelen genderissues een rol, kan ik voorlopig concluderen.

En nu weer het woord aan mijn wikipediacollega Fred Lambert die vind dat ik niets van statistiek begrijp.

Mmmm en eigenlijk was ik op zoek naar statistiek over het percentage rechtsprocedures dat over familierecht gaat. Een 15 tal jaren geleden was dat 50%. Ik vermoed dat dit cijfer inmiddels hoger ligt. Misschien dat iemand die dit leest, CBS misschien, het antwoord kan geven???