Cookies

geslaagd

Mijn zoon Joshua is geslaagd voor zijn Atheneum. U heeft hier op mijn blog veel over onze (vakantie) avonturen kunnen lezen. Dit jaar is mijn zoon met zijn vrienden en vriendin op vakantie geweest. Misschien is dit zomaar het laatste blog van de toch wel bijzondere opvoeding en zorg voor Joshua. Immers ondertussen bleef ik aan de bak om van mijn gemiste vaderschap van mijn dochter ook werk te maken. Ik vraag me af of ik ook helemaal geslaagd ben daarin. Ik hoopte iets bij te dragen aan een humanere samenleving voor mijn en uw kinderen.

Gezien mijn vorige blog zult u begrijpen dat ik even twijfelde of ik niet een heel andere vlag moest uithangen…. maar welke dan? Hij is wel maar een een fractie van die van de overbuurman. En zowaar de overbuurvrouw heeft achter de Nl ook een Philippijnse vlag gehangen. Daar komt ze vandaan.

Parentificatie

Kinderen moeten moeder troosten en bijstaan na het scheidingsproces waarbij bovendien van ze wordt gevraagd om ook maar tegelijkertijd solidair te zijn. Solidair tegen vader. Ze moeten ouder zijn. Ah.. parentificatie zei ik wijsneuzerig. Want je bent expert of je bent het niet nietwaar? Moeilijk woord, vakjargon zeker, vroeg de vader die even mijn gesprekspartner was. Ach ja, houd ik ook niet van maar af en toe vat zo’n woord toch beter samen wat er precies aan de hand is.

Jaja zei ik later tegen mezelf. Is het misschien niet beter om eerst te proberen verder te navigeren met de woorden die een gesprekspartner gebruikt voordat je er wat overheenplakt. Zeker gezien het feit dat het hier geen discussie tussen professionals betrof? En dus terugkijkend; hoe beeldend is de zin: “Ze moeten ouder zijn” Behalve dat het de verwisseling of verschuiving weergeeft waarmee een kind ouderlijke verantwoordelijkheden op zich neemt zit in die zinsnede ook de notie van het ouder moeten zijn dan je bent, gedrag vertonen dat niet passend is voor je leeftijd, dat hoort bij iemand die meer jaren erop heeft zitten. Mooi trouwens het subtiele verschil tussen: “Een kind moet ouder worden” en “Een kind moet ouder zijn”.  Het eerste is een doel van de opvoeding, het tweede helemaal niet. Goed onderscheidend en verhelderend taalgebruik dus.

Ook  dat dit verschijnsel een onderdeel kan zijn van het ouderverstotingssyndroom was deze vader volkomen duidelijk. Het valse misbruik van de loyaliteit van de kinderen om ze tegen de andere ouder te richten; loyaliteitsmisbruik.  Deze moeilijke woorden hebben in de praktijk wél een functie overigens omdat ze niet beter kort gebekt kunnen worden.

Een belangrijke vorm van parentificatie is het overnemen van de rol van de partner van de ouder waar het kind verblijft. Het optreden als plaatsvervanger van de verdwenen ouder. De glorie van die rol maakt verstoting van de verdwenen ouder nog eens extra “noodzakelijk” Het kind is grootaandeelhouder geworden, medeverantwoordelijk voor de verstoting van degene die het vervangt.

Als je dieper ingaat op het begrip parentificatie zie je dat er door verschillende wetenschappers andere definities aan zijn gegeven die gelukkig wel allemaal vallen onder de hier eerder genoemde omschrijving ouder moeten zijn. En inderdaad de ene definitie legt meer de nadruk op het vervroegd volwassen zijn en de andere meer op  verdraaide rolpatronen. Een van de eerste ontwikkelaars van het begrip is Nagy, een Amerikaans-Hongaarse psychotherapeut die ook van belang is voor het gebruik van het begrip loyaliteit en dus ook loyaliteitsmisbruik. Kinderen zijn loyaal, die loyaliteit mag niet doorbroken worden maar ook niet misbruikt. Bij ouderverstoting gebeurt beide wel.

Nagy onderscheidt functionele en destructieve parentificatie. Parentificatie kan ook bijvoorbeeld een erg tijdelijke leerrol zijn. Of een korte noodzakelijkheid die in de beste opvoedingssituatie wel voorkomt en misschien daarmee ook wel bijdraagt aan het kennismaken met de volwassen rol. Toen ik het begrip gebruikte in de bovengenoemde conversatie bedoelde ik slechts het destructieve mechanisme. Gemeten aan Nagy versimpelde ik dus eerder dan dat ik er diepte aan gaf. Hopelijk heb ik dat nu weer een beetje rechtgezet.

Een mooie inleiding op het begrip parentificatie
dossier ouderverstoting (Parental Alienation Syndrome)

we doen zo ons best

Liesbeth Groenhuijsen
Liesbeth Groenhuijsen tijdens een betoog van mij

Jeugdzorgers en kinderbeschermers (what is in a name?) doen volgens eigen zeggen alle mogelijke moeite om kinderen met Ouderverstotingssyndroom naar de verstoten ouder te sturen. Zeggen ze. Sommige althans.

Ik zie het al voor me zo’n kinderbeschermer zoals mevrouw Liesbeth Groenhuijsen  (zie hiernaast) die gaat uitleggen aan een kind dat het echt wel heel erg perse naar hun vader moet.  Ik zie het niet alleen voor me,  ik kwam haar pas nog tegen op een congres van de NIP (psychologenvereniging) waar we allebei een workshop verzorgden.

Zo’n kind ( het gaat in dat geval vaak om puber die zich wat minder makkelijk laten moven) weet natuurlijk al lang dat dat soort mevrouwen of ze nu rechter of hulpverlener zijn ook zijn overgeleverd aan een wispelturig familierechtsysteem waar geen peil op valt te trekken, laat staan de garantie uit te halen dat ze dan ook bij haar vader mag blijven komen. Dit systeem biedt geen zekerheid en geen veiligheid voor kinderen in deze situatie. Ook Mevrouw Groenhuijsen zelf is wat dat betreft niet echt betrouwbaar ( zie mijn recensie over een van haar boeken).

Een tijd geleden kon ik Mevrouw Groenhuijsen op de tv nog horen vertellen dat als een moeder maar een foto van de vader op hangt ze blijkbaar een positieve attitude naar die vader heeft.  Inmiddels is het punt geland dat dat nog lang niet alles zegt. Het gaat ook om een diepe overtuiging dat beide ouders van belang zijn.

Wat nog niet geland is is het punt dat je zelf als hulpverlener ook die overtuiging moet hebben. Anders werkt het nooit.

In mijn workshop op dat congres bleken veel mensen rond te lopen die praktische handvaten hadden gemist. Bijvoorbeeld hoe je kinderen uit die verwrongen loyaliteitskeuze kunt trekken.

Dat een kind gedwongen moet worden om naar beide ouders te gaan vonden ze een twijfelachtige aanpak. Hun twijfel maakt het twijfelachtig vrees ik.

We doen zo ons best om tegen onszelf te vechten; dat is het beste wat ik er van zou kunnen maken.  Maar zelfs dat niet vrees ik. De negatieve kwalificaties blijven inmiddels dusdanig de raadsrapporten vulllen dat je je kunt afvragen of inmiddels niet de zogenaamde hulpverleners de primaire programmeurs van ouderverstotingssyndroom zijn.

Over het boek (Dees, een vader en een viool) van Liesbeth Groenhuijsen

klachtuispraken over Mevr. Groenhuijsen: http://www.tuchtcollege-gezondheidszorg.nl/images/2008h117.dh.pdf en http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat/uitspraak/2012/YG1785