In de voorbije tijden was de vader het hoofd van het gezin en in die hoedanigheid ook de familiale plaatsvervanger van God. In veel gevallen mocht hij in nood uit dien hoofde optreden.
Het is duidelijk dat dat nogal wat onvrede kon brengen. Vooral omdat het goddelijke van God’s vertegenwoordigers wel eens ver te zoeken was. Dat geld overigens ook voor de hogere vertegenwoordigers die daartoe zelfs een ambt hebben aanvaard. Onlangs nog slechte berichten over een dominee die zijn kinderen bij de moeder weghoudt.
Inmiddels zijn echter de rollen in het algemeen flink omgedraaid. Ook vrouwen kunnen God zijn, menen veel kinderen. Dat heeft echter minder te maken met de directe invloed van feministische theologen alswel met het probleem dat kinderen in eenoudergezinnen (in de regel met moeder aan het hoofd) zich geen vader meer kunnen voorstellen dus ook de verbeelding van God alleen nog maar op een moeder kunnen plakken, zo blijkt uit onderzoek van Annegret Böhmer. God heeft er dus niet zozeer een genderkant bij, maar er een af. Dat zal hard aankomen in de hemel.
Of de goddelijke moeder beter zal vallen dan de vaderlijke pendant valt te betwijfelen. De vaderlijke was in ieder geval minder op uitsluiting gebaseerd.
In het boek Gemist vaderschap is meer te vinden over de genderaspecten van God
Meer lezen: Kerknet