Cookies

De familierechtkeuken van binnen uit, een schroefjesfabriek?

Het beeld salomonsoordeel bij de ingang van de rechtbank Arnhem. Daar gekomen na de kritiek in het boek ouderverstotingssyndroom in de Nederlandse context (Joep Zander e.a.). het beeld stond eerst op een onmogelijke slecht zichtbare plek.

Participerende journalistiek: Gunter Walraff maar dan omgekeerd. Walraff penetreerde, ik dreigde te worden geperverteerd door inschakeling.
De kinderen willen wel
Het kan je dus overkomen zijnde criticaster van de Rechterlijke Macht. Belt er een rechter op of ik misschien een ouderverstotingsrapportage kan schrijven. Een vader vindt dat er sprake is van ouderverstotingssyndroom en wil dat ik erbij wordt gehaald. Maar ik acht mezelf partijdig, ik was al bij de casus betrokken via de vader. Ik wist dus al iets van de zaak; twee meiden wilden graag naar hun vader, maar hun oudere zus had weerstand ontwikkeld. Maar afin ze wilde eventueel wel mee als er begeleiding was. Vast staat dat er een omgangsregeling is die niet wordt uitgevoerd. Er zijn geen ontzeggingsgronden vastgesteld.
Omdat de kinderen wel willen dus, bied ik de rechtbank als alternatief de mogelijkheid aan dat ik zelf met de kinderen meega naar hun vader, ze begeleid. Dat moet een fluitje van een cent zijn, toch? Strikt genomen wel. Ik ben doorgewinterd genoeg voor alle adders onder het gras, maar ik kies ervoor om ook in dit soort gevallen goeder trouw als uitgangspunt te nemen en niet alvast te bedenken hoe de tactieken van moeders vaak in elkaar zitten. Gewoon proberen dan zien we wel.
Openbaar, maar niet echt
Tot mijn verbazing belandt er, weer enkele maanden later een brief met ‘rechtspraak.nl’ op de envelop met een nieuwe beschikking in deze zaak. Zonder verder begeleidend schrijven of iets dergelijks. Gewoon een uitspraak sec over dezelfde zaak. En ik krijg hierin van de rechtbank de opdracht om de omgang te begeleiden, te bemiddelen en daarover te rapporteren. Veel meer dus dan ik had aangeboden. Verder staat er pontificaal onder de uitspraak dat hij in het openbaar op zekere datum is uitgesproken. Opmerkelijk.
Wat nu. Moet ik een uitspraak, die waarschijnlijk niet in het openbaar is uitgesproken, wel serieus nemen? Ik kom net in mijn memoires tegen dat twintig jaar geleden een vice-president, ook van de rechtbank Arnhem, mij had uitgelegd dat niet openbaar uitgesproken vonnissen, nietig zijn, ongeldig dus. Ik had de rechter van nu al eerder moeten uitleggen dat haar uitspraken gewoon openbaar zijn. Ze twijfelde namelijk of ze haar oordelen wel gewoon aan mij zou kunnen opsturen. Om elke schijn te vermijden dat ik word ingepakt door de rechtbank met een leuke opdracht die mij mogelijk kapitalen gaat opbrengen begin ik eerst maar eens een nieuw blog te publiceren waarin ik het punt van de nietigheid van miljoenen vonnissen nog eens uitleg.
Ik weet dat ook de vader in  kwestie moeite zal hebben met een uitspraak waarin hij driekwart van de kosten moet dragen, de staat de rest. Immers hij heeft schulden en ten onrechte geen omgang. Het moet voelen als moest hij betalen om omgang te mogen hebben en dan ook nog mijn toekijken erbij moet accepteren. Het pleit voor deze vader, en misschien voor mij, dat hij mijn aanwezigheid bij een contact met zijn kinderen toch niet bleek af te wijzen. Als de vader in kwestie om nietigheid vraagt zal ik hem echter niet kunnen en willen weerspreken. En dan druk ik me nog voorzichtig uit. Ik ben het ook niet eens met de verdeling van de kosten waarbij de moeder helemaal vrij wordt gehouden, althans zeker gezien het nog ontbreken van voldoende argumenten die dit acceptabel zouden maken. Ik snap ook niet dat de rechtbank dit zonder instemming van de vader kan doen.
Afin moet ik nu deze opdracht maar teruggeven? Die kinderen lijken flink in de knel te zitten. De rechter grijpt naar een out-of-the-box remedie. Ik heb geen enkele officiële erkenning als bemiddelaar, ik ben niet aangesloten bij een beroepsvereniging. Ik heb toch enige bewondering voor het lef van deze rechter die ik trouwens blijk te kennen van een discussie van heel lang geleden. Ach laat ik dan maar een keer om meer duidelijkheid vragen bij de griffie. Ik vraag in een mailtje om een schriftelijke opdracht, zodat ik niet alleen een, mogelijk nietige, uitspraak als uitgangspunt hoef te nemen. Verder vraag ik bevestiging van de status en verantwoordelijkheid van de rechtbank als opdrachtgever. De rechtbank dient verantwoordelijk te zijn voor de betaling aan mij, niet de vader in kwestie. Ik wil op geen enkele manier tegenover die vader komen te staan, anders dan over mogelijke inhoudelijke dingen uiteraard. Verder vraag ik de griffie naar de handelingen die ze hebben verricht om de uitspraak openbaar te laten zijn.
opdracht, maar niet echt?
Na wachten en aandringen komt het antwoord. De griffie bevestigt per mail dat de opdracht van de rechtbank er is, maar vindt het niet nodig dat nog een keer met een uitgebreid document te ondersteunen. Telefonisch wordt er aan toegevoegd dat ze mijn nota’s, ook mijn tussennota’s , waarvan ik er inmiddels een heb verstuurd,rechtstreeks zullen betalen, maar niet de daarin opgenomen voorschotten. We spreken nogmaals uitdrukkelijk af dat ik niet bij de vader ga incasseren, De kostenverdeling vecht de rechtbank zelf maar uit met die vader, ik wens me daar geenszins aan te committeren.
Over de openbaarheid stelt de griffie dat de beschikking niet in een openbare ruimte is uitgesproken, noch gepubliceerd.  De uitspraak is naar betrokkenen verstuurd en daarmee openbaar, vindt de griffie te rechtbank Gelderland lokatie Arnhem. Zo die zit. Ik vergelijk het in een PS onder mijn vorige blog met een gemeenteraadsvergadering die openbaar zou zijn omdat de notulen aan de raadsleden zijn verstuurd. Een opmerkelijke toevoeging aan mijn dossier over de openbaarheid van uitspraken.
In afwachting van de reactie van de rechtbank had ik mij gerealiseerd dat het eventueel uitvoeren van mijn opdracht geen uitstel dulde. Als het gaat zoals het meestal gaat in de rituelen van omgangsverijdeling, is er een kans dat het kind op dit moment opnieuw onder druk wordt gezet. Ik blijf proberen vertrouwen te hebben in de moeder, maar ik mag de kans dat de kinderen nog verder in de problemen komen ook niet verder veronachtzamen. Betaling of niet, opdracht of niet. Laat ik maar alvast eens een gesprekje met de moeder plannen. Ik bel de moeder en ze is, ondanks de onduidelijke status van mijn opdracht, bereid een gesprek met me te hebben. Op de inhoud van dit gesprek en die met de andere partij ga ik hier even niet in. Maar ik kan wel zeggen dat ik enige vooruitgang boek en mijn focus blijf houden; aardig doen, dingen begrijpen, maar ook: geen gezeur maar omgang in perspectief van een nieuwe zorgregeling. En ik steek mijn standpunten niet onder stoelen of banken.
kindcurator of omgangsstruikelblok
Voor mij is de kindcurator, Hopmans, een nieuw element in deze zaak. De kindcurator in kwestie is degene die namens(?) de kinderen ontzegging van de omgang heeft gevraagd. Aanvankelijk probeer ik met haar in positief overleg te blijven, zij is een toegang tot de kinderen hoop ik. Totdat zij op een gegeven moment vindt dat de omgangsregeling is opgeschort. ‘Ach heb ik iets gemist?’, zeg ik oprecht, want ik heb nog lang niet alle stukken gelezen. Ze zegt dat tot opschorting van de omgang zou zijn besloten. ‘Mag ik die beschikking even van u, want ik heb hem nog niet?’. Dat wordt even zoeken zegt ze. ‘Misschien toch even doen, want het is erg belangrijk’. Nou het is eigenlijk een impliciete beslissing vindt ze nu. Ik vind het wonderlijk dat een juriste (dat is ze namelijk) het kan hebben over een impliciete rechterlijke beslissing. Een impliciete rechterlijke beslissing lijkt mij expliciete nonsens. Maar ik realiseer me, dat ik twintig jaar geleden over mijn dochter iets vergelijkbaars langs heb zien komen. Zo gaat dat dus nog steeds. Inmiddels lees ik in de uitspraak dat de rechter stelt dat er juist géén ontzeggingsgronden zijn vastgesteld. Daarmee is m.i toch ook vastgesteld dat er nog steeds recht is op omgang. Bovendien wordt in de beschikking aan mij gevraagd die omgang ook te herstellen. Hoe langer hoe meer realiseren, zowel ik als de kindcurator, ons dat we eigenlijk haaks op elkaar staan. Al eerder vond ze dat ik te de moeder te vriend moest houden. Niet dat ik dat niet deed, maar ik stelde ook grenzen. En daar schrok de curator nogal van.
Als de kind-curator dan een gesprek met de kinderen heeft om hun van mijn bestaan op de hoogte te brengen blijkt dat de oudste inmiddels wil dat ze met de curator erbij met mij praat. Jaja. Ze heeft het kind, dat nog een beetje dwars leek te liggen, duidelijk gemaakt dat de vader nu eenmaal rechten heeft. Ondertussen beweert ze tegen mij dat het niet om rechten maar om de belangen van het kind gaat. Niet erg pedagogisch heeft ze het kind dus iets ‘duidelijk gemaakt’ dat ze zelf niet gelooft. Een dubbel bind die typisch is voor Ouderverstoting. Overigens is het begrip ‘Belang van het kind’juist breed binnen de wet uitgemeten, dus om dat nou tegenóver de wet te stellen…. Ingewikkeld vooral, want ik vind het wel weer een merkwaardig begrip. Ik voel dat ik bij het kind zo een onaangenaam iets lijk te vertegenwoordigen. Ook typisch PAS. Een stukje absurd theater met voorspelbare uitkomsten. Ik geef haar duidelijk aan wat ik er van vind, en vraag me openlijk af of ik er op zo’n manier nog wel mee door moet gaan. Deze curator wringt zich onder de noemer ‘Belang van het kind’ overal tussen.
Toch heb ik inmiddels de toezegging van de moeder dat ze een eerste omgang onder mijn begeleiding accepteert. Is het eigenlijk niet veel meer juist de curator die nu dwars ligt? Maar het is complex. Alles interacteert tegen een oplossing in. Het is een complex inert systeem leg ik de kindcurator uit. Ik realiseer me nu ook dat ik de kindcurator teveel heb gezien als partner en te weinig als tegenstander. Ze heet er voor de kinderen te zijn, daarom wilde ik samen aan een oplossing werken. De eerste beschikking kwam merkwaardigerwijs via haar bij mij. Het telefoonnummer van de moeder moest ik blijkbaar van haar krijgen. Maar tegelijkertijd is zij degene die de ontzegging van de omgang aanvroeg, vindt dat je de moeder vooral niet te hard moet aanpakken en dat waarheidsvinding niet van toepassing is (behalve natuurlijk als ik maar help aantonen wat zij aangetoond wil zien).
rechtbank als wanbetaler
Inmiddels blijkt de rechtbank zelf achterstallig met de betaling van mijn ingediende tussenrekeningen. Als ik daarover bel blijkt de rekening nog niet eens op het bureau van de juiste dienst te liggen. De griffie van de rechtbank beweert nu dat de zaak even ‘on hold’ moet omdat er betalingsproblemen zouden zijn. Ik leg uit dat ik daar niets mee te maken heb, of dreigt de rechtbank soms zelf failliet te gaan, haha? En ‘On hold’ ? Ik ben geen schroefjesfabriek! Ja nee dat vind de andere kant ook. ‘Het gaat hier wel om kinderen’, memoreert de griffiejuriste. Het zal allemaal goed komen beweert ze, maar ze moet even overleggen. Voor de duidelijkheid stuur ik er nog wel een mail achteraan met puntsgewijze opsomming wat geregeld dient te worden.
Dit alles leidt er nu toe dat de griffie ineens vindt dat ik slechts een voorwáárdelijke opdracht zou hebben. De voorwaarde zou dan zijn dat de vader betaalt. En dat doet hij dus niet. Niet alleen betaalt de rechtbank niet, maar ook geen enkel commitment of status. Ergo gezien het feit dat niet aan de voorwaarde is voldaan moet ik opmaken dat de rechtbank de opdracht dus beeindigt. Ik mag eventueel wel zelf proberen te collecteren voor mijn eigen honorarium. Bij de vader dan. Onacceptabel en belachelijk en kans nul. Het gaat me ook niet alleen om het geld, hoe verlokkelijk ook…….het gaat me om mensen, kinderen voorop. Als ik gewoon in alles had meegewerkt met deze rechtbank dan had er op het eind van deze rit een gouden berg gelonkt. Lekker lang afwachten zodat het probleem erger wordt, eerst je eigne belangen regelen, lang doen over het bemiddelen, vooral geen opmerkingen over het gedrag van de rechtbank. Als je braaf bent dan kom je er wel met een mooie veel-urige declaratie, waarschijnlijk in dat geval zonder resultaat. Rigide, zou ik zijn, kreeg ik van de curator te horen.
Voorwaardelijk: opdracht nietes en welles en nietes
Ok, ik stop mijn bezigheden nu de opdracht dus is ingetrokken door de rechtbank. Ik laat dat nu ook rechtstreeks aan de rechter weten. Deze betreurt het dat ik ermee stop. En dat is dus een merkwaardige poging om mij de verantwoordelijkheid voor hun eigen gedrag in de schoenen te schuiven. Zij beëindigen de opdracht. Verder beweert deze rechter tot mijn grote schrik evenzogoed nog dat alles wat een deskundige doet (ik val blijkbaar ineens weer onder deze categorie) achteraf door de rechtbank wordt beoordeeld en daarmee ook of en hoe deze deskundige betaald wordt. Zo krijg je je pappenheimers wel in het gareel ja. En vooral de pappa-heimers, want ook hier was weer een vaderrelatie het slachtoffer van het inerte systeem. Had ik toch nog veel achterdochtiger moeten zijn? Is dit een poging mij ergens in te luizen?
Dit verhaal laat de beide ouders een beetje buiten schot. Ook zij zijn uiteraard onderdeel geworden van een inert systeem. De een meer als slachtoffer en dan andere meer als dader. Maar als altijd kies ik ervoor de vinger te wijzen naar de kern van het probleem. Door mijn principiële houding zit ik nu echter vooralsnog met een oninbare rekening. Ik zie althans nog geen deurwaarder bereid om bij de rechtbank beslag te leggen. Ik besef me dat niet iedereen zich principes kan permitteren en wellicht wel in zal gaan op de malste voorwaarden van de rechtbank en wellicht een herstelde opdracht zal accepteren. Hoewel? Waarom laten al die bemiddelaars zich eigenlijk in dit systeem dwingen, en wat is de rol van hun organisaties? Ik moet weer denken aan een toenmalige voorzitter Warnaar van de club van mediators familierechtadvocaten tegen mij. Ik had gevraagd waarom hij zo tekeer ging (artikel) tegen de acties van Fathers for Justice die volgens hem meer naar zichzelf zouden moeten kijken en niet tegen rechters die helemaal niet naar zichzelf kijken. Die rechters zijn machtig hoor Joep!! kreeg ik als antwoord. Oftewel van die mediatorclub niets dan positiefs over rechters. Déze mediator, uw blogger is echter not amused. Haha!
U heeft dit helemaal uitgelezen. Applaus. En nu?
een kapitein en twee drenkeingen
een kapitein en twee drenkelingen

PS: De rechter in deze zaak blijkt ook publiekelijk het standpunt te hebben uitgedragen dat een kapitein op het schip na scheiding vaak beter is. Zembla: Ook rechter Lous van Son uit Arnhem, die onderzoek heeft gedaan naar het effect van lang procederen op het verloop van echtscheidingen, zegt in ZEMBLA dat het in veel situaties beter zou zijn als er in plaats van twee, maar één kapitein op het schip zou zijn. Ze zegt: ‘Ik denk dat het vaker dan nu, in het belang van het kind is, dat slechts één van de ouders het gezag heeft.’
Je zou kunnen concluderen dat uit de bovenstaande zaak blijkt hoe onjuist deze opvatting is. En bovendien op gespannen voet met de wet die gelijkwaardigheid als uitgangspunt kent. Deze casus is natuurlijk niet de enige zaak waaruit blijkt hoe desastreus eenhoofdig gezag is.
volgende blog over deze zaak

gelijkwaardig ouderschap is de toekomst

kapitein3
een kapitein en twee drenkelingen

In Zembla zag ik een paar dagen geleden de roep om één kapitein op het schip van scheiding. Een ouder het gezag en de ander een omgangsregeling.  Daarbij wilde men (oa rechter Lous van Son) weer terug naar de jaren 80 en negentig alsof het toen allemaal zo goed ging met scheiding. Alsof als één ouder het gezag heeft de omgangsregeling van de andere ouder níet meer wordt afgenomen. Totaal gebrek aan historisch inzicht, gebrek aan fatsoenlijke wetenschap. Vooral dat laatste denk ik. Geheel ten onrechte wordt er door wetenschappers als Spruijt beweerd dat gelijkwaardig ouderschap de grote boosdoener zou zijn. Gelijkwaardig ouderschap is in zijn vooronderstelling de toestand zoals die na 1998 in Nederland zou zijn  ingetreden door de wetswijziging (23714, ik ken het nummer nog uit mijn hoofd). Dit is echter geenszins het geval. Na 1998 werd er juist door de rechterlijke macht een verdeling in hoofd- en nevenverblijf ingevoerd die op dezelfde manier ging werken als de verdeling gezag en toeziende voogdij.  Overigens pleit het ook niet voor de historische kennis van de onderzoeksjournalisten van Zembla dat ze vertelden dat er voor 1998 helemáál geen gezamenlijk gezag was. Ik ben zelf het levende voorbeeld van iemand die dat al in 1987 aanging.  En daarna weer werd afgenomen ja…..en toen de omgangsregeling ook. Een bijna “logisch” vervolg,

Ik zie in Zembla en andere programma´s dat het betoog wordt ondersteund door verhalen van kinderen die in de lijn worden gezet met de geconstrueerde rode draad van het programma. Soms denk ik tot mijn schrik dat  zich hier iets afspeelt dat we ook vaak op micro-schaal zien.  In deze Zembla-uitzending leek het echt even of kinderen tegen vaders en de grote idealen van vaderschap werden ingezet.

Ik was met het programma in gesprek omdat ze aanvankelijk een fragment van mij uit een eerder programma wilden gebruiken. Ik heb ze toen nog gesuggereerd Ruud Luchtenveld te interviewen over de manier waarop zijn wetsontwerp enkele jaren geleden door een rechterslobby in de Eerste Kamer werd neergesabeld. Wel geïnterviewd, niet uitgezonden. Kritiek op de Rechterlijke Macht wil in dit land niet meer door de beugel.

Als je kinderen werkelijk wat wilt laten vertellen moet je met ze in gesprek gaan lijkt me.  Ik deed dat zelf een dikke tien jaar geleden in het vara-programma Jongeren-lagerhuis. Zie hieronder een compilatie daarvan.

Een kapitein op een schip zou goed kunnen  zijn, als het dan maar de goede kapitein is, de wijste van de ouders die bewezen heeft in het conflict niet aan het kind te gaan trekken. Hoefnagels noemde dat paradoxale toewijzing. Ik plaatste dat eerder in de context van de interpretatie van het salomonsoordeel.  Overigens zou dit alleen moeten gebeuren als gelijkwaardig ouderschap niet werkt omdat het conflict wordt voortgezet.

Het is stuitend om te zien hoe de maatschappij en vooral rechters telkens zo dwars op het salomonsoordeel kunnen vonnissen. Denken ze dan echt dat conflicten de lucht uitgaan als je steeds de ergste herrieschopper gelijk geeft. Natuurlijk niet. Dat bevordert juist het conflict.

Het schip van ouderschap is gebaat bij een goede taakverdeling of wellicht af en toe elkaar afwisselende roergangers maar niet bij het overboord kieperen van ouders en kinderen.

 

over het salomonsoordeel
over gelijkwaardig ouderschap

Dilemma

De taakstraf voor de moeder die haar kind onttrok aan contact met zijn vader is door het hof in Leeuwarden bevestigd.

Alsof de straf nog niet laag genoeg was kreeg de moeder van de zoon van Peter Brons toch nog wel een vermindering van haar taakstrafje van 100 tot 60 uur, en nu alleen nog maar voorwaardelijk. Dit vanwege het geweldige dilemma waarin ze zat. Het dilemma dat het moest maar dat de kinderen niet wilden.  Dat dilemma daar werkt ze nog dagelijks aan door de kinderen ook ten fundamentele de omgang met de vader te ontzeggen en het gezamenlijk gezag te bestrijden. Ze voert nog steeds procedures hierover. Niets dilemma, gewoon verkeerde keuze. Dat het zo wel nooit zal lukken laat zich raden. Trouw citeert Prof Vlaardingerbroek die dat nog eens benadrukt zonder de zere plek ook maar in de verste verte te raken.

Het enige werkelijke dilemma ligt bij Peter. Moet je doorvechten in rechtsprocedures onder dit soort omstandigheden tegen een rechterlijke macht die de problemen op zo’n manier alleen maar erger maakt door dit begrip voor de moeder. Ik wens Peter wederom weer veel moed en wijsheid toe en ondanks alles toch ook gefeliciteerd met het feit dat toch duidelijk is dat het weghouden van je kinderen bij de andere ouder strafbaar is en blijft.

De uitspraak van het hof volledige tekst
De eerdere uitspraak van de rechtbank