Cookies

Transparantie

Wij burgers moeten steeds transparanter worden en de overheid steeds ondoorzichtiger. Zo legde ik simpel en duidelijk afgelopen zaterdagavond de gang van zaken uit. Geen openbaarheid van uitspraken, geen antwoorden meer van ambtenaren en ook niet van ministers. Ik was onder de indruk van het kunstwerk dat het Leidse universiteitsblad Mare maakte van het rapport Maat. Wat niet zwart gemaakt is bevatte ook niets nieuws.

De Matrix die Mare Maakte van Maat

Zondagochtend kwam mijn oude maatje uit het scholierenverzet, Paul Frissen, in het programma Boeken van de VPRO van alles uitleggen over transparantie en geheimhouding en de zin ervan. Maar mijn eenvoudige tegenstelling (burger-overheid) heb ik gemist. Min of meer klonk er wel eens wat van door maar het was vooral een filosofische versluiering. En dat was misschien ook precies wat hij bedoelde. Het boek ging over de zin van geheimhouding. En over geheimhouding zelf moet je dan misschien ook wel geheimzinnig doen. Ja Paul, sorry, misschien moet ik eerst je hele boek lezen voor ik er echt iets over kan zeggen, maar ja ik ben even bezig om weer wat op een rij te zetten over die openbaarheid van uitspraken.
Het boek van Paul Frissen
De reactiemogelijkheden voor dit blogje zijn gesloten. U kunt mij desgewenst bereiken via: http://joepzander.nl/formjoepa.htm

Verzet-je

Een ander verzetje was deze week de open dag van een van Joshua's mogelijke nieuwe middelbare scholen. Heel anders dan die van mij vroeger.

Lange haren verboden. In de late jaren zestig was dat nog steeds de lijn van Nederlandse scholen. Maar in het licht van de opbloeiende cultuur van verbeelding aan de macht was dit niet meer te handhaven.
Op mijn middelbare school maakte de directie (de conrector van orde) er een punt van. Ouders werden gevraagd hun kinderen de haren kort te knippen. Wij als scholieren roken dat hier ons puberaal verzet door kon marcheren naar een terecht verlangen naar vrijheid. Daarmee werd ook op onze school, ver weg in het zuiden, de aansluiting gemaakt bij het Amsterdam van Provo’s en kabouters. Een echte verzetsbeweging was geboren.

Inmiddels groter geworden heb ik mijn wilde haren nog niet verloren. Het veel idiotere adagium van de maatschappij dat vaders geen gevoel mogen hebben voor hun kinderen kan nu al weer twintig jaar op heftig verzet van mij rekenen. Zo snel als we in de zestiger jaren succes hadden, zo lang duurt het nu om dubieuze dingen, het verbod om je om je als progressieve vader te profileren, te veranderen.

Onlangs belde een medewerker van het Sittardse museum het Domein om te vragen of ik dat verzetspamflet van destijds nog in mijn bezit had. Enthousiast kon ik hem mededelen dat een van de zeldzame exemplaren in mijn bezit was. Er waren er destijds maar iets van 50 gestencild op een oude ratelende machine van de PSP-afdeling. Maar gelukkig dacht de rector (dat zou je nu directeur noemen of zo) dat ie ons wel af kon serveren door de brief letterlijk voor te lezen door de schoolintercom zodat iedereen de tekst kon vernemen. Wij blij want zo werd dus toch de hele school bereikt. Het tegengas van de autoriteiten werkte indertijd wel vaker contraproductief.

Binnenkort dus in het museum. Ook een van mijn verzetsgroepgenoten, Paul Frissen, heeft inmiddels in een column gememoreerd hoe het er in die jaren aan toe ging. Ik moet het even met internet doen, maar zijn verhaal valt te lezen in het blad Binnenlands Bestuur. Daar weet hij een mooie koppeling te maken met de “meer-ingrijpen-ideologie” uit het kindveiligheidsonderzoek van de onderzoeksraad van Pieter van Vollenhove. Het verzet lijkt misschien een beetje op dat tegen de conrector van orde van destijds die ook vond dat de ouders het niet goed deden en moesten worden gekappitteld. Net als van Vollenhove.  Ook Paul meldt dat zijn omgeving soms vindt dat hij de  wilde haren wellicht nog niet helemaal verloren heeft.

De column van Paul Frissen (blader naar bladzijde 17)