Cookies

De staat verdrukt, de wet is logen

aktie1
Bezetting PvdA hoofdkantoor 2000

U herkent de zinsnede?  Nee, ik ga nu niet een lofzang schrijven op socialistische bewegingen en partijen. Want de praktijk van het socialisme heeft vooral veel staatsverdrukking en illusiewetten opgeleverd. Niet in het minst de laatste brouwsels van achterkamertjessocialist Ronald van Raak met de heruitvinding van Stalin’s Goelag archipel (gedwongen begeleiding voor extremisten). De institutionalisering van mooie gedachten leidt zelden tot mooie praktijken. Dat geldt voor het socialisme, dat geldt voor de bijbel, dat geld voor het feminisme. De linkse kerk, de heilige kerk, Equality, de mariakapel van het feminisme, daar moet je niet wezen.  Maar het blijft zonde om het kind met het badwater weg te gooien.
Ook de Internationale (waaruit de koptekst is ontleend) verdient een frisse kijk, ontdaan van het vervuilde badwater. De eenvoud van ‘De staat verdrukt, de wet is logen’ spreekt aan. Maar dan moet je hem wel in de goede tijdsvormen lezen. De staat wordt niet verdrukt,  maar verdrukt mensen. Dat hebben de socialistische bewegingen nooit goed begrepen. je zou wensen dat ook het voltooid deelwoord van verdrukken met een d zou worden toeschreven, om elk misverstand te voorkomen. tegenwoordige tijd dus. Ook niet verleden tijd precies. Het is nú de staat die verdrukt.
dossier rechterlijke macht
Jullie de wet, wij de macht

De wet is logen. Niet alleen omdat de wet niet deugt. Voor een groot deel deugt die wel. Maar hij liegt ons voor. Onze wet schept de illusie dat mensen in deze westerse samenleving met respect voor mensenrechten worden behandeld. Maar dat is geenszins het geval.
Het stuitendste voorbeeld daarvan is familierecht, waar geen enkele wet of regel heerst en we volledig afhankelijk zijn van goodwill van zelfbenoemde (ja dat meen ik , maar verdient een andere keer uitleg) professionals.
De honden lusten er geen brood van zou ik willen zeggen. Maar er zijn mensen die me deze woorden af proberen te nemen  Elke kwaadheid wordt verdacht gemaakt. Als rechters en jeugdzorgers dat niet doen doen je zogenaamde maatjes dat alsnog wel. Het is gewoon tijd om onze boosheid te laten zien!
Ik zal nog een keer terugkomen op een aantal andere interessante zinsnedes uit de internationale. Niet in het minst het woord ‘Ontwaakt!’ Maar het kan ook zijn dat ik eerst met een stukje bijbeltekst kom. Om over na te denken. Niet om klakkeloos over te nemen maar om wakker te worden dus.

PS1: 29-12-16 Ik merk dat ik wat vaag mensen diskwalificeer. Ik wil graag met open vizier werken. De heren Hanhart, Tromp, Prinsen haalden 15 jaar geleden  een door mijzelf geschreven en onder mijn naam geschreven stuk buiten mij om terug bij een kinderbeschermingsblad.  Het ging om de zinsnede ‘De honden lusten er geen brood van’ Daarna dreigde ik de door mijzelf opgerichte groep commissie familierecht uit te worden gegooid vanwege deze uiting. Dit laatste is niet door gegaan. de geschiedenis sindsdien bekijkend is het eigenlijk nooit meer goed gekomen tussen mij en hun. Niet omdat ik hun haat, integendeel, ik hielp ze voortdurend allerlei podia op. Maar de houding naar mij bleef hetzelfde. Dit zegt m.i wel wat over de vaderbeweging en of over mij. Kiest u vooral zelf.  Zie ook: https://joepzoekt.wordpress.com/2014/08/25/de-judasrol-concept

Verstoten

Verstoting is bij veel volkeren een ernstigere straf dan een lijfstraf. Deze opmerking zette me vanochtend weer even aan het denken. Peter Tromp en ik hadden een gesprek met twee moeders die een zelfhulproep voor verstoten moeders willen opzetten.

Een van de aardige dingen in het gesprek was dat me opviel dat er goede woorden werden gekozen voor de trauma’s die vaders en moeders als slachtoffer van ouderverstoting oplopen. Beter dan ik in de regel van mannen hoor. Ik vroeg me af of dat kan komen omdat het voor mannen vaak lastiger is om hun objectieve slachtofferschap te benoemen. Vanuit een traditionele mannenhouding en/of vanwege de manier waarop slachtofferschap van mannen niet wordt geaccepteerd.

Ook deze week dus weer veel bezig geweest met de trauma’s van verstoten ouders (inclusief mijzelf), ook vanwege een journaliste die er over aan het schrijven is. Bij journalisten heb ik altijd het gevoel dat ik een deel van mijn kwaadheid maar in moet slikken. Zoals ik zo vaak het gevoel heb dat ik kwaadheid af moet schermen om het anderen niet te moeilijk te maken. Omdat de traumatologie dan toch aan de orde was had ik een mooie kans dit een keer te benoemen. Daar wordt je vervolgens zelf ook weer helderder van. Ik had de gedachten over vadertrauma’s  allemaal al wel een keer opgeschreven in het boek Gemist Vaderschap (Doodgaan als vader, overleven als man… ja lees dat boek), maar elke keer zet ik weer een stap verder.  “Tsja eigenlijk heb ik nu het idee dat ik kwaad wil worden, maar ja dat houd ik nu in”. Een beetje laat je het met zo’n uitspraak dan toch ongemerkt vieren. De kwaadheid krijgt zo wel een kadertje waardoor het voor de ander weer beter toegankelijk wordt.

Toen een van de moeders vanochtend in het gesprek vertelde hoe graag ze boosheid zou willen uiten zag ik het ook direct gebeuren. Ze liet tegelijkertijd ook die boosheid daadwerkelijk zien. Maar weer in een kader waardoor we er allebei zelfs over konden glimlachen. Kijk eens dat hebben wij nou.

Verstoten, dat is niet alleen door je ex en je kind, maar door een hele maatschappij, door wetenschappers, politici, vrienden die je eigenlijk niet precies kunt vertellen wat er aan de hand is. En als je het wel zou doen heb je een probleem. Er gewoon niet over willen praten, hard weglopen als iemand vertelt hoe de vork in de steel zit. Zoals Inge van der Valk hier op dit blog onlangs deed. Zodat je als verstoten ouder ook hoe langer hoe meer verstoten burger, outlaw dreigt te worden. Hoe goed ik zelf ook vindt dat ik daar af en toe boven uit kan stijgen, hoe meer ik ook telkens kan zien hoe indringend dat gevoel is.

Het was goed om er vandaag over te praten. En nog beter om het te besluiten met dit blog en een liedje van mijn favoriete muzikale Duitse vader. I saw a man, I saw him cry, I saw his pain, I never saw the reason why…… me

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=ypwZ1QRdlVs]

boegbeeld

beeldje vaderdagtrofee m/v Joep Zander

Vader en jurylid Henk Hanssen draaide zíjn laatste, en tevens het állerlaatste  presentatieplaatje van de conferentie het reusachtige scherm op in collegezaal A van de Universiteit van Amsterdam.
En alsof we het hadden afgesproken verscheen Henk daar met zijn kind omhooggedragen de ogen op elkaar gericht in beeld. Alsof ik het bééldje van de vaderdagtrofee naar zijn foto had gemodelleerd, wat niet waar is. Of alsof hij zijn foto daar had gezet omdat ik dat stiekem met hem had afgesproken, wat zo mogelijk nog minder waar is. Het resultaat was in ieder geval dat het beeld van Henk bleef staan tijdens de uitreiking en zo de verbeelding van de vaderdagtrofee verdubbelde.

Dit maakte duidelijk dat dit inderdaad op zijn minst één van de archetypische beelden is van vaderschap. Vader draagt zijn kind de ruimte in, hij houdt het niet tegen zich aan, maar nog wel even vast, het kind voelt al dat het ook losgelaten zal worden, dat de vrijheid roept.

In mijn beeld is het kind geboren uit het hart van de vader, waar de sporen nog van te zien zijn, alsof vaders baarmoeder op een andere plek zit dan die van de moeder. Loslaten kost ook vaders moeite. En nog meer moeite als het kind midden in de opvoeding van de vader wordt weggerukt. Ontvadering.

Afin, zoals altijd kan ik dit schrijven nádat ik het beeld gemaakt had. Wist ík veel waar ik aan begon. Nou ja, in mijn tenen.

Als Peter Tromp het beeldje aanbiedt aan de winnaars Glenn Helberg en Orville Breeveld zie ik het in zijn hand smelten. De koesterende en bezeerde hand van een vader die zijn kind had willen vasthouden waar nu een beeldje word gedragen. Dat zie ik  erin.

Een gedragen beeld, een boegbeeld misschien dat het cliché wenst te overstijgen. Hoewel het letterlijk de eerste afdruk van het cliché (de rubberen mal) is.

prenataal

Vaders die vroegtijdig, prenataal, bij hun kind betrokken zijn, dragen meer bij aan het welzijn van hun kind. Dit heeft Mevrouw Cabrera onderzocht. Mooi dat we dat weten. Het werpt ook een wrang licht op de manier waarop het feminisme enerzijds wel en anderzijds helemaal niet de vader als medeouder erkent tijdens de zwangerschap. Onder het feministische motto “baas in eigen buik”  zijn vaders buiten de deur gehouden als het gaat over meebeslissen over abortus, om nog maar te zwijgen over het erkennen van hun onvoorwaardelijke opvoedingsverantwoordelijkheid. Deze begint natuurlijk bij de conceptie.

Mannen die betrokken willen zijn bij hun ongeboren kind doen dat dus niet  uit een soort machtsgeilheid (wat sommige quasi-feministes wel eens beweren). Voor zover we dat al niet wisten wordt dat nu ook door wetenschappelijk onderzoek bevestigd.