Cookies

Pedagoochstelaars

SC20121108-120015-1
Zo had ik ooit een mannelijke pedagoochelaar afgebeeld. Dit kan dus worden beschouwd als een opsoringsbericht.

‘Tsja het zijn allemaal vrouwen die bij ons lesgeven’ was het antwoord van een docente van de afdeling pedagogiek van de Hogeschool van Amsterdam. ‘Er zijn namelijk geen mannen te vinden’ vervolgde ze. ‘Hoe heeft u dat geprobeerd’ vroeg ik haar. Nou we doen er echt van alles aan. Ok, mij is nooit een vacature gemeld terwijl ik toch eerste graads bevoegd ben om les te geven. Wat doen jullie dan wel , hoe werven jullie eigenlijk? Spreken jullie gericht mannen aan? Nou nee, we werven vooral mond op mond. Zo…… Ja dus de meeste docenten zijn vrouwen en die zitten vooral natuurlijk in vrouwennetwerken waarin ze geheel toevallig alleen vrouwen vinden? Old womans network? Je zou mogen hopen dat vrouwen wat geleerd hebben van de manier waarop ze zelf buiten de deur werden gehouden voor allerlei functies, maar nee hoor, ze pedagoochelen net zo vreemd als mannen (of erger…) als ze de kans krijgen.
Ik was u nog een verslagje verschuldigd van een aangename en leuke meeting van het vakblad Pedagogiek in de Praktijk. Dit ter gelegenheid van hun honderdste nummer en de presentatie van een boekje met pedagogische ervaringsverhalen waarvan ik er ook een had geschreven. De bijeenkomst was al in december, maar ik was er nog niet zo aan toegekomen het op te schrijven.
Een andere blooper is ook zeer vermeldenswaardig. Een wetenschappelijk medewerker van de Universiteit van Amsterdam meende dat er geen mannelijke kandidaten waren geweest (2013) voor de post van hoogleraar vaderstudies. Toevallig ken ik een Amerikaans universitair docent van de duidelijk mannelijke kunne die wel had gesolliciteerd. (Zie dit blog). De man(!) die ik sprak was naar eigen zeggen van dichtbij betrokken bij de procedure. Dus als je dan solliciteert als mannelijke (ped)agoog dan is er nog een kans dat dat niet eens door iedereen wordt opgemerkt. Zo iemand, Stephen Baskerville, blijft verstrikt in iets wat Warren Farrell het kanten gordijn zou noemen.
Verder nog meer leuke gesprekjes die ik helaas voor een deel al weer vergeten ben. Oh ja wat over het smeulende feminisme van Anja Meulenbelt versus van Gennep. Of zoiets.
En dan hebt u nu nog een blogje tegoed over de uitkomsten van ‘Scheiden zonder schade’ van Rouvoet. Ik kan alvast verklappen dat ik van dat verhaal, ondanks positieve elementen, alweer buikpijn krijg. vrijdagavond 16 maart 19.30 gaan we het behandelen in Deventer op een miniconferentie met onder andere Cees van Leuven en Abdel Ytsma. Zet het alvast in je agenda! Geeft het door. Toegang gratis door samenwerking met de gemeentelijke CU-fractie.
 
 

Discreditionair of discriminatoir?

vaderdiscriminatie mindertekst
Kunt u lezen, onderscheiden wat hier staat? Als u hier klikt weet u het wel.

‘De wetgeving over gelijkwaardig ouderschap dient natuurlijk niet te absoluut te worden toegepast’ vertelde mijn gespreksgenoot in een lange discussie over de positie van vaders en moeders en de houding van andere wetenschappers dan wij (U weet wel; ik hoef niet elke keer alle namen te noemen toch). Er dient volgens mijn gesprekspartner discretionaire ruimte te zijn.

Het begrip discretionair was ik al eens eerder tegengekomen in mijn leven als, een beetje juridisch gespecialiseerd, pedagoog. Het wijst meestal op de ruimte die de rechter in ons rechtssysteem heeft om binnen de marges van de wet maatwerk te leveren met zijn oordeel. Ik herinner me het vooral van de procedure bij het Europese Hof voor (of tegen?) de Rechten van de Mens. Je moet de nationale rechter enige ruimte blijven gunnen vanuit dat internationale gremium gedacht. En het begrip doet me ook denken aan de discussie over taakstraffen met het gelijk van Lilian Helder die als PVV-miep werd geacht geen verstand te hebben van statistiek, maar dat wel bleek te hebben.Ik kan me niet meer herinneren of de term discretionair daar viel, maar de eigenstandigheid van het rechterlijk oordeel speelde een grote rol in de discussie. Ook het begrip discriminatie was dus ruimschoots van toepassing, maar dan op het gedrag van betweterige Kamerleden naar een PVV-er (nee nee zelf ben ik SP-er). Zie hieronder de link naar mijn eerdere blog hierover.

Maar terug naar mijn discussie op de universiteit in Amsterdam. “Die discretionaire ruimte van de rechter mag geen ruimte geven voor discriminatie”, reageerde ik vrij spontaan naar mijn gesprekspartner. In tweede instantie ontdekten we de merkwaardige, maar liefst 5 letters omvattende alliteratie in deze wijsheid. De merkwaardige praktijk is natuurlijk dat als het om vaders gaat de grenzen die het recht stelt niet alleen ruim worden genomen, maar juist al te vaak worden overschreden door een beroepsgroep waarvan we veronderstellen dat ze zich als geen ander aan de wet conformeert, rechters namelijk. Formulieren van rechtbanken en uitspraken van rechters maken dat maar al te duidelijk. Al te duidelijk schrijf ik. Maar dat is voor mij wellicht zo, voor anderen is vaderdiscriminatie of vaderschapsdiscriminatie helemaal niet zo duidelijk te onderscheiden. De discriminatie van vaderschapsdiscriminatie noem ik dat dan maar. Het inspireerde mij een jaar of tien geleden tot bijgaand plaatje, maar dan in een wat herkenbaardere vorm (als u klikt op het plaatje). In dit plaatje combineer ik de algemeen gekende betekenis van discriminatie (art 1 grondwet), met de algemenere betekenis; het maken van onderscheid. Kunnen we de letters onderscheiden van de achtergrond als we een deel van de letters weghalen. En willen we dat plaatje wel herkennen bedoel ik dan impliciet. Willen we vaderdiscriminatie herkennen?

Regelmatig doe ik pogingen om duidelijk te maken wat discriminatie eigenlijk is. Dan denk ik met voorbeelden, van Quik-Schuijt haar uitspraken tot formulieren van rechtbanken, meer dan genoeg materiaal in handen te hebben. Maar er wordt vaak wat schouderophalend gereageerd met de bedoeling mij te verlokken om het ook maar gewoon lachend achter me te laten als zijnde een paar domme opmerkingen van mensen die zichzelf eigenlijk lopen te beledigen. Ja zeker lachen kan nooit kwaad. Lachen doe je het liefst zelfs tot je met je hoofd in de guillotine hangt. Ik weet niet of ik dat zou kunnen, maar ik meen het echt. Maar het als een soort losse incidenten zien… nee dat zijn het namelijk niet. Maar als je dat begint uit te leggen wordt je in verdachte hokjes gepropt, anarchist, libertair, complotdenker, doemdenker, gevaarlijke vaderactivist, misandrist en meer van dat fraais.

Rationeel is het niet zo moeilijk uit te leggen, maar de cognitieve dissonantie straalt je tegemoet. Het denkelastiek van mijn toehoorders haalt het dan gewoon niet. Per saldo wordt je dan natuurlijk voor gek versleten. Nou ja toch wel een beetje. In ieder geval niet helemaal meer serieus genomen. En dan…. Ja vult u maar in. Maar afin ondertussen schrijf ik gewoon door. En wonder boven wonder sommige boeken die ik schrijf halen druk na druk. Ja Verpasseerd Ouderschap is binnenkort ook weer verkriijgbaar. Maar voor het onderwerp vaderschapsdiscriminatie kunt u eigenlijk beter het boek Gemist Vaderschap lezen. In de uitverkoop zo lang de voorraad strekt.

PVV en de statistiek (ach ja en dan had je ook nog Fred Lambert op Wikipedia die vond dat ik niks van statistiek snap; heb ik wat weg van Lilian?)
interessant interview met een wetenschapper hierover
Boek Gemist Vaderschap

ps: dat woord discreditionair in de kop is een neologisme dat ik natuurlijk alleen in de kop gebruikte en iets anders dan discretionair in de tekst zelf. Een nadenkertje!!

boegbeeld

beeldje vaderdagtrofee m/v Joep Zander

Vader en jurylid Henk Hanssen draaide zíjn laatste, en tevens het állerlaatste  presentatieplaatje van de conferentie het reusachtige scherm op in collegezaal A van de Universiteit van Amsterdam.
En alsof we het hadden afgesproken verscheen Henk daar met zijn kind omhooggedragen de ogen op elkaar gericht in beeld. Alsof ik het bééldje van de vaderdagtrofee naar zijn foto had gemodelleerd, wat niet waar is. Of alsof hij zijn foto daar had gezet omdat ik dat stiekem met hem had afgesproken, wat zo mogelijk nog minder waar is. Het resultaat was in ieder geval dat het beeld van Henk bleef staan tijdens de uitreiking en zo de verbeelding van de vaderdagtrofee verdubbelde.

Dit maakte duidelijk dat dit inderdaad op zijn minst één van de archetypische beelden is van vaderschap. Vader draagt zijn kind de ruimte in, hij houdt het niet tegen zich aan, maar nog wel even vast, het kind voelt al dat het ook losgelaten zal worden, dat de vrijheid roept.

In mijn beeld is het kind geboren uit het hart van de vader, waar de sporen nog van te zien zijn, alsof vaders baarmoeder op een andere plek zit dan die van de moeder. Loslaten kost ook vaders moeite. En nog meer moeite als het kind midden in de opvoeding van de vader wordt weggerukt. Ontvadering.

Afin, zoals altijd kan ik dit schrijven nádat ik het beeld gemaakt had. Wist ík veel waar ik aan begon. Nou ja, in mijn tenen.

Als Peter Tromp het beeldje aanbiedt aan de winnaars Glenn Helberg en Orville Breeveld zie ik het in zijn hand smelten. De koesterende en bezeerde hand van een vader die zijn kind had willen vasthouden waar nu een beeldje word gedragen. Dat zie ik  erin.

Een gedragen beeld, een boegbeeld misschien dat het cliché wenst te overstijgen. Hoewel het letterlijk de eerste afdruk van het cliché (de rubberen mal) is.