Cookies

Vaderschapsdiscriminatie en vrouwenbeweging

Zo begon ik in 1996 aan mijn eerste stuk over vaderschapsdiscriminatie. Merk op dat ik die term toen reeds bedacht. Ik heb onderstaand stuk zo gelaten als ik het in mijn archief terugvond. Uiteraard staan er fouten en onzorgvuldigheden in. Let ook op de andere spellingsvoorkeur.
————————————————————————
De sociaal/maatschappelijke kontekst;
rolpatroon.
In het rollenpatroon tussen mannen en vrouwen hebben vrouwen van oudsher de zwakste positie ten aanzien van het sociaal-ekonomiese. Zij hebben echter de sterkste positie waar het betreft de zorg voor de kinderen. Het wordt dan ook maatschappelijk als meer onaanvaardbaar gezien dat een moeder haar kinderen niet ziet, dan als een vader zijn kinderen niet ziet.
Het mag duidelijk zijn dat het doorbreken van het rollenpa­troon niet gediend is met het behouden van een, zogenaamde biologisch bepaalde, traditie. Deze zou er grofweg op neer komen dat de kinderen nu eenmaal uit de buik van de moeder komen en daar dus bij horen. De man resteert dan een rol als zaaddonor, die bij een jonger lid van de andere sekse nog tot ver in zijn oudere jaren kinderen kan verwekken.
Van de ene kant vraagt de vrouwenbeweging om meer betrokken­heid van vaders bij de opvoeding; van de andere kant houdt zij star vast aan het primaat van de moeder en bestaat er zelfs in de extremere vleugels de neiging om de man slechts te zien als poten­tiële verkrachter.
In het dagelijkse discours over kinderen wordt ook door vrou­wen de vanzelfsprekendheid van dit primaat aangehouden. Termen als “Moeders in de bijstand” en Moeders willen meer kinderop­vang( soms wordt kinderopvang notabene gebruikt om kinderen aan de andere ouder te onttrekken) gaan voorbij aan de moge­lijkheid dat ook vaders in die rol kunnen zitten. Dat hier begrip voor valt op te brengen neemt niet weg dat het gebruik van dit soort vanzelfsprekend­heden niet leidt tot een groter animo van de man om voor de kinderen te zorgen1. Er zijn veel voorbeelden te vinden van harde vaderschapsdiscriminatie. Ik noem er enkele.
– Op de formulieren van de rechtbank wordt geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat vaders de voogdij krijgen.
– Er zijn externe deskundigen die beweren dat luiers verschonen typies een taak voor moeders is, dat vaders zich daar niet mee in moeten laten.
– Er zijn ook deskundigen van de raaden voor kinderbescherming die vinden dat vaders voor jonge kinderen geen of weinig betekenis hebben.
– Bij beoordeling naamswijziging telt de verzorging van de vader alleen mee als hij samenwoont met de moeder.
– Parttime werken werkt voor vaders kontra het verlrijgen van verzorgingsrecht.
– Het biologies vaderschap wordt in allerlei nota’s gebanaliseerd , ook door de emancipatieraad, terwijl het biologisch moederschap wordt opgehemeld. Het juridisch moederschap zou achterlopen omdat vaders kinderen kunnen erkennen en moeders niet. Dit erkennen is echter een macht van de moeder die dit al dan niet kan toestaan.
-Er zijn geen voorzieningen voor verzorgende vaders tegenover een overmaat voor verzorgende moeders.(Blijf van mijn lijfhuizen e.d.)
De vele speciale voorzieningen die er zijn voor moeders met kinderen zijn afgesloten naar vaders met kinderen. Een vader­lijke pedant bestaat nog steeds niet; ergo verzoeken om hulp­verlening in die sfeer worden door de Nederlandse staat afge­wezen.
-Enz
1Hoe belangrijk de vrouw is voor participatie blijkt ook uit de onderzoekingen van N. Radin (1981,1982) “The major correlates of the fathers heavy involvement in childcare were the mothers feelings about her own father and her perceptions of his role in her upbringing”. Vincent Duindam Utrecht 1991 blz 177