Cookies

Wegkijken van het falen van de rechtsstaat

mijn leerboek
mijn oude leerboek “Nederland, een rechtstaat” met uitgelicht deel over de openbaarheid van uitspraken. 2 keer doorklikken voor leesbare vergroting.

“Die meneer Wilders trekt heel veel van dat soort onvrede aan, en het is in mijn beleving maar goed dat hij dat doet. We hebben niet of nauwelijks vakbewegingen, er is geen way out voor die onvrede. Zonder een Wilders zou de samenleving nog veel beroerder zijn dan zij nu al is. Die onvrede zou anders misschien op een halfmisdadige manier tot uiting kunnen komen. Daar zitten we nu heel dichtbij.” Arnold Heertje in Paper 13-4 2016
Ik ben bepaald geen PVV-er , het is geen democratische club. Ze kunnen maar beter geen meerderheid krijgen. Maar bovenstaande uitspraak van Professor Heertje vind ik een goede karakterisering van dit tijdsgewricht.  Mijn mail aan 6 andere hoogleraren en nog een redactielid van het Nederlands JuristenBlad past daar prima bij. Ik deed hem zojuist de deur uit:
Niet willen weten leidt tot niet weten; wegkijken van het falen van de rechtsstaat
Geachte redactieleden van het Nederlands JuristenBlad,
Niet willen weten leidt tot niet weten. U heeft mijn artikel over het falen van de openbaarheid van uitspraken en de voorgeschiedenis van de Raad voor de Rechtspraak, voor uw blad, ten tweede male afgewezen op gronden die voor mij onbegrijpelijk zijn.
U komt formeel het recht toe om een artikel af te wijzen. Of dat in dit geval een verdedigbare grondhouding weerspiegelt betwijfel ik. Maar wat ik wel weet, is dat het tiental argumenten dat u levert om tot deze afwijzing te komen stuk voor stuk van zin verstoken zijn, en in twee gevallen zelfs een onware bewering over mijn artikel behelzen. Ik vind niet dat u het recht toekomt om een burger die zich zo kwijt van zijn burgerlijke plichten af te serveren als ware ik een soort onbesuisde herrieschopper. Ik sta in deze opvatting niet alleen. Ik word begeleid door een hoogleraar die mijn artikel als ‘goed en overtuigend’ kwalificeerde.  Het is ook uw goed recht en uw plicht om het niet bij voorbaat met mij eens te zijn. Maar het is wel, denk, ik uw plicht, zeker als wetenschapper om de discussie te voeren, en ook om die openbaar te voeren. U heeft besloten deze discussie op geen enkele manier te voeren, zelfs niet om onwaarheden te corrigeren. Dat neem ik u kwalijk.
Ik kan er moeilijk van uit gaan dat u niet zou begrijpen dat mijn verhaal een aantal belangrijke problemen ten aanzien van de controle op de rechterlijke macht blootlegt. Mijn hypothese is dan ook dat het probleem van de gemankeerde en valselijk voorgewende openbaarheid in bijna de helft van de rechterlijke uitspraken, een dusdanige omvang heeft aangenomen dat niemand er meer raad mee weet, en u ook niet. En dat wilt u liever niet echt weten, dat kan ik als wetenschapper, zelfs begríjpen. Cognitieve dissonantie (hoogleraren zijn daar door de psychologie helaas niet van vrijgesteld), onder andere, staat in de weg om mijn verhaal tot u door te laten dringen.
Ik heb voor deze situatie een variant gemaakt op een bekende spreuk: Wir haben es nicht gewusst, weil wir das nicht wissen möchten. Komt u misschien een beetje overdreven voor, maar als mechanisme is het daarmee adequaat geduid. Zowel emotioneel als rationeel past deze zegswijze. Zelf voel ik me een outlaw (geen enkele band meer met deze  ‘rechtstaat’)  die de wet verdedigt. Een onmogelijke spagaat zoals u zult begrijpen.
Ik heb mijn oorspronkelijke artikel nogmaals bijgevoegd. En onder deze mail heb ik uw afwijzingstekst nog een keer gememoreerd.
Gezien mijn positie als verantwoordelijke burger en wetenschapper, zal ik het niet eenvoudig opgeven u hiermee lastig te vallen. Als u het niet wilt weten zal ik u dat dan in ieder geval zo moeilijk mogelijk maken. Mijn reactie op uw afwijzing kunt u als u dat wenst in mijn blog nalezen. daarin gebruik ik uiteraard blogtaal. We kunnen het ook op een andere manier opnieuw proberen. Zie ook mijn eerdere mails aan u.
Ik heb wel eens aardigere pogingen gedaan om dit probleem aan de orde te krijgen. Ik kan me herinneren dat ik op een rechterscongres (zie de beschrijving in mijn artikel) 20 jaar geleden van een hoogleraar recht kreeg te horen dat ik fout zou zitten met mijn stelling dat rechterlijke uitspraken gezien de grondwet zonder uitzondering openbaar dienen te zijn. Toen ik na afloop van de workshop hem nogmaals aansprak, trok hij een klein boekje uit zijn tas, met daarin de grondwet. ‘U heeft gelijk’ zij hij daarna. Dat vond ik sportief. Ik wens u dezelfde houding toe.
met vriendelijke groet

--
Joep Zander
joepzander.nl

Dit was een nakomertje van mijn blogs over de staat van de staat en het NJB.
Als het NJB mijn artikel niet publiceert zal ik het ergens anders publiceren.
De redactie van het NJB bestaat uit voorzitter en voormalig lid van de Hoge raad Coen Drion,  hoogleraar, en lid Hoge Raad Ybo Buruma en Advocaat Generaal bij de Hoge Raad en hoogleraar: Ton Hartlief, Taru Spronken, Peter J. Wattel en de hoogleraren Corien (J.E.J.) Prins en Tom Barkhuysen.

Violation of the integrity of the judiciary in the Netherlands

rechter2(this blog was published at 1-4-16. Changed the date for several reasons)

For several decades the Netherlands do not meet the rules of the state of law. The accountability of the judiciary is severely compromised because about half of the court decisions are not been made public. There is no effective public control, even not through inspection on this part of the Trias Politicas. And meanwhile they sign each decision, stating it was made public. This problem exists in the Netherlands and in some way in some other Western countries.  However, the power of the judiciary is so immense that gradually everyone keeps his mouth. Personally, I keep a file on this matter. I recently took the temerity to offer an article on this issue to main Dutch Juridical magazine Nederlands JuristenBlad. They rejected my article. The rejection reasons for this were absurd. I dedicated 6 blogs, a few thousand words, to this matter, to explain the absurdity of the reasons of this refusal. My article bore the express approval away from my accompanying professor (I am a PhD student at the University of Amsterdam) There follows a final blog. I make this English text for civilians in other countries to make them aware that serious mass violations of fundamental human rights in the Netherlands is reality. To learn more, you can use the translate button (right) to translate my blogs on the issue. I am open to comments, also in English. I apologize for any spelling and style errors in this English text. Correction suggestions are also welcome.

I am also open for suggestions for publication possibility’s in English of the whole original article. The English version of this article is almost finished (june 2017)

Sincerely

Joep Zander

PS: The editorial board of the magazine:  Chairman and former member of the Dutch Supreme Court: Coen Drion, former professor, now  member of the Dutch Supreme Court Ybo Buruma, Professor and Advocate General at the Supreme court Ton Hartlief, Professor and Advocate General at the Supreme court Taru Spronken, Professor and Advocate General at the Supreme court Peter J. Wattel and the professors (law): Tom Barkhuysen, Corien (J.E.J.) Prins.

Het verlinkte recht als poppenkast

inquisitie3(laatste update 12-04=2016 14.15 u)
Ergens in de jaren negentig werkte ik stukje bij beetje aan een schilderij over de magistratuur. Het was een donker schilderij, inquisitie geheten. Naar mate ik verder kwam, dat kan soms lang duren bij mij, werd het ………
Dit is mijn afsluitende blog over de merkwaardige manier waarop een stel hoogleraren, hoge-raadsleden, advocaten generaal, verenigd in de redactie van het Nederlands JuristenBlad, aankijken tegen de staat van onze rechtsstaat. Aankijken? Nee, eigenlijk vooral wegkijken.
Ik bekritiseerde hun standpunt dat al die miljoenen uitspraken in het familierecht in de afgelopen decennia volslagen oninteressant zouden zijn geweest. Ik merkte op dat de redactieleden de illusie wensen te onderhouden dat je zo’n uitspraak in individuele gevallen best wel te pakken zou krijgen. Ik bewees dat dat niet het geval is, of je nou activist bent of niet, schreeuwer of nette burger, geen kans.
Ik bestreed de veronderstelling dat transparantie en controle niet zouden kunnen bijdragen aan de kwaliteit van het geleverde recht. Het kan geen recht zijn als het niet transparant is. Ik benadrukte het uitzonderlijke belang van het handhaven van een nette rechtsgang, juist in het familierecht. Het vreemde idee dat dit alles geldverspilling zou zijn is al van zichzelf belachelijk zonder dat daar eigenlijk een toelichting voor nodig zou moeten zijn.  Desalniettemin heb ik ook nog uitgelegd dat anonimiseren van rechterlijke uitspraken helemaal niet veel hoeft te kosten.
Kortom, ik heb mijn best gedaan wat te communiceren. De redactie vindt toch dat er iets mis is met mijn manier van communiceren, hoewel ze juist zelf aanvankelijk elke discussie uitsloten. Ik communiceerde namelijk in deze blogs openbaar. En dat was nou net het punt, ook de discussie over geheime vonnissen moet blijkbaar in het geniep worden gevoerd. Sinds wanneer is iemand anders zijn communicatie trouwens een reden om zelf wartaal te handhaven?
Het viel me weer op hoe tegenstrijdig hun praktijken zijn met hun theoretische opvattingen. Ik gaf redactielid prof. Prins een complimentje voor haar theoretische betogen over openbaarheid. Buruma slooft zich uit om duidelijk te maken dat je de rechterlijke macht moet vertrouwen, ook als hoogleraar in een leeropdracht ‘Rechtsstaat, rechtsvorming en democratie. Hartlief en vooral Barkhuysen hebben zich er nota bene hard voor gemaakt  dat theorie en praktijk wat met elkaar te maken hebben. Dat mogen ze dan hun collega-redactieleden en zichzelf eens gaan uitleggen. Spronken…. mensenrechten, opgetreden voor het EHRM, maar art 6.1 van het Europees verdrag voor de Rechten van de Mens ho maar. En als ik nog even zo doorzoek kan ik  vast wel meer moois vinden.
Terug naar dat schilderij. Hoe langer ik er aan verder werkte, hoe langer hoe meer begon het te lijken op een soort poppenkast. Het schilderij nog steeds in zwart gehuld, maar de rechters hoe langer hoe meer in geel en rood. U ziet het schilderij hierboven in de staat waarin ik het verkocht aan een advocatenkantoor.
Mijn tekstschilderij “De zwarte dRaad voor de Rechtspraak”, het artikel dat ik, na overleg, inleverde bij het Nederlands JuristenBlad lijkt een beetje dezelfde weg gegaan. Eerst maakte ik een zakelijke samenvatting van het gebeuren rond de Raad voor de Rechtsp(r)aak  en de openbaarheid van uitspraken (zie). Daarna maakte ik er een heel mooi stuk van waarin ik ‘goed en overtuigend’ (Louis Tavecchio) aantoonde hoe mis het is met een van onze rechtstatelijke principes. Toen het werd afgewezen op oneigenlijke gronden heb ik dat bloedserieus besproken. Zo bloedserieus dat het, misschien daardoor wel extra lachwekkend werd hoe die poppen zich verslikten in hun eigen onzin. Desalniettemin hebben ze de macht.
Afin, het oorspronkelijke artikel houd ik nog achter de hand voor publicatie elders (hoop ik). Veel wat daarin naar voren kwam heb ik hier ook besproken. Maar het was natuurlijk in dat artikel juist in een prachtig verhaal gevat. En wat u eigenlijk nog mist zijn een aantal belangrijke kwesties over de geschiedenis van de Raad voor de Rechtspraak.
Verder denk ik dat de schandalige manier waarop er binnen een aantal rechtssectoren wordt omgegaan met de basisprincipes van het recht ertoe leidt dat magistraten het ook in het algemeen minder nauw aan het nemen zijn met de regels v an het recht. Breek dit systeem.
================================================================
Dit was ( naast een aantal tussenblogs) de zevende en afsluitende blog in een serie over de staat van de staat en het NJB.
Als het NJB mijn artikel niet publiceert zal ik het ergens anders publiceren.
De redactie van het NJB bestaat uit voorzitter en voormalig lid van de Hoge raad Coen Drion,  hoogleraar, en lid Hoge Raad Ybo Buruma en Advocaat Generaal bij de Hoge Raad en hoogleraar: Ton Hartlief, Taru Spronken, Peter J. Wattel en de hoogleraren Corien (J.E.J.) Prins en Tom Barkhuysen.

 

Bananenrepublieken als Panama, Oekraine en Nederland

mq1
Jaren geleden maakte vader Henri Behari dit plaatje op het thema Bananenrepubliek

‘ met excuses aan de bananenrepublieken die in werkelijkheid natuurlijk zo heten omdat ze onder het dictaat leven van westerse bedrijven’ schreef ik een paar weken geleden in een serie over de staat van het Westerse justitieapparaat.

Ook de juridische banaantjes importeren de rijkeren  uit een bananenrepubliek blijkt inmiddels. Juridische constructies (zie panamapapers) die natuurlijk niet bedacht zijn door de Panamese bevolking, maar daar worden uitgevoerd omdat dat beter uitkomt. Ze worden bedacht in ‘onze’, of naar voorbeeld van ‘onze’, opvattingen over wat justitie is. Namelijk recht voor de rijksten en de sterksten.
De staat van onze westerse rechtsstaat is wanstaltig en wordt aangevoerd door, en beschermd door de crème de la crème van een justitieapparaat dat zich goed vertegenwoordigd weet in de redactie van het Nederlands Juristenblad. Er is een groot belang om burgers buiten te houden, niet aan het woord te laten,  als het gaat om de grondwaarden van onze rechtsstaat.
Het gaat dus niet alleen om familierecht. De waanzin in het familierecht (niet gebaseerd op onderzoek, noch wijsheid, noch waarheid maar door het samenspannig negeren en overtreden van de wet) heeft zijn uitstraling naar de rest van het recht. Regels zijn er als ze goed uitkomen voor de sterksten.
===========================================
Dit was een tussenbericht in een serie blogs over de staat van de rechtsstaat en de redactie van het Nederlands JuristenBlad. Er volgt nog een afsluitende, concluderende blog.
Ik wil nog melden dat de redactie na een aanvankelijke totale weigering om te discussiëren over hun vreemde beweegredenen en toen toch weer ( nadat ik de discussie naar buiten bracht) een aanbod voor een strikt persoonlijke discussie met de redactiesecretaris en toen weer intrekken van dat aanbod omdat ik de discussie in het openbaar voer en toen toch weer een aanbod voor discussie met de redactie verwoord door redactielid Corien Prins, en nu plenair toch maar weer besloot om de discussie niet te voeren omdat:
‘Ik kan u namens de redactie laten weten dat zij haar eerdere afwijzing handhaaft en daar verder ook niet over in discussie wenst te gaan. Uw manier van communiceren heeft daar zeker mee te maken.’
Nee juristen van dit niveau zijn niet gewend dat je ze tegenspreekt als gewone burger. Je moet gewoon heel beleefd vragen of ze het misschien heel alsjeblieft toch nog een heel klein beetje vanuit een andere invalshoek mag laten zien, hoe vreemd hun verhaal ook is.
De redactie van het NJB bestaat uit voorzitter en voormalig lid van de Hoge raad Coen Drion, voormalig hoogleraar, nu lid Hoge Raad Ybo Buruma en Advocaat Generaal bij de Hoge Raad en hoogleraar: Ton Hartlief, Taru Spronken, Peter J. Wattel en de hoogleraren Corien (J.E.J.) Prins en Tom Barkhuysen.

Herrieschoppers zijn het

vakantiehuishouding
vaderactivist hier even vader op vakantie

(om te voorkomen dat onderstaande misschien als een aprilgrap zou kunnen worden aangemerkt de oorspronkelijjke datum veranderd van 1 naar 2 april)
‘Tenslotte vraagt men zich dan af wat jij zou doen als zich een activist aan de balie meldt die zegt dat hij alle familierechtelijke uitspraken (allemaal privacygevoelig dus die geanonimiseerd moeten worden) over de afgelopen 15 jaar wil hebben, met als enige motivering dat hij denkt dat er iets te verbergen is….’
De redactie van het Nederlands Juristen Blad verzint een situatie en probeert vervolgens mij met hun, waarschijnlijk imaginair, probleem op te zadelen. De gang van zaken waarover ik klaagde was dat ik een mooie afspraak had met de Rechtbank Arnhem om netjes en zonder haast een beperkt aantal uitspraken in te zien. En dat dat dan van hogerhand onmogelijk wordt gemaakt. In mijn tekst ging dat als volgt:

‘Geen inzages, totdat de rechtbank Arnhem in april 1997 mij en een andere burger, toezegde inzage te verschaffen in een reeks geanonimiseerde familierechtuitspraken. Vice president Hooft Graafland met wie wij spraken, merkte zelfs op dat, indien de rechtbank dat niet zou doen, hij onder ogen zou moeten zien dat de uitspraken nietig zouden zijn (art 5 RO). Zelf had ik me als niet-jurist vooral vastgeklampt aan art 121 van de Grondwet en art 6.1 Europees verdrag voor de rechten van de Mens (EVRM). Hierin wordt op opvallende wijze tegenover de uitzondering op de toegang tot de behandeling van de zaak, voor de uitspraak zelf absoluut openbaarheid voorgeschreven.

Het was dan ook niet voorstelbaar dat er een gremium zou kunnen bestaan dat de evidente passende beslissing van het presidium van de rechtbank Arnhem ongedaan kon maken. Toch was dat wat de facto gebeurde. Dat gremium had de naam Algemeen Secretariaat Zittende Magistratuur (ASZM). Behalve dat het helemaal onbegrijpelijk was wat iemand er überhaupt mee te maken zou kunnen hebben, was ook de status van dat orgaan duister. Wel helder was dat dit orgaan de macht had. Want de rechtbank Arnhem trok op grond van de missive van het ASZM haar toezegging in.’

Verder mag ik hopen dat er nog een flink aantal activisten opstaan die zich melden aan alle balies van alle rechtbanken om op te eisen waar ze als burger recht op hebben, waarvoor ze belasting betalen. Dat dit al veel meer dan 15 jaar niet wordt bijgehouden  daar kan die- al dan niet-activistische- burger niet op aangekeken worden nietwaar? Ik schreef al eerder hoe dat wel had kunnen worden geanonimiseerd en dat ik er al 20 jaar geleden voor heb gewaarschuwd dat het problemen zou kunnen gaan opleveren.

Het is geen gunst om inzage te geven, het is geen blijk van wantrouwen om er naar te vragen. Mensen die diegenen die transparantie eisen, beschuldigen van wantrouwen ( ‘dat er iets te verbergen is’) is werkelijk vragen om meer wantrouwen. Ik had dat zelf ook al uitgelegd in dat artikel voor NJB:

‘Toen ik 20 jaar geleden probeerde om als burger uit de ‘maatschappij dat zijn wij’, me in te zetten voor iets waar weinig burgers aan toe komen, namelijk eens een paar uitspraken ter inzage op te vragen, werd dit door een griffier van de rechtbank Zutphen geduid als een probleem van mij. Dat probleem zou dan zijn dat ik geen vertrouwen had in de rechters. Ik kreeg geen enkele uitspraak al dan niet geanonimiseerd te zien. Het zal duidelijk zijn dat de opvatting van deze griffier geheel self-fulfilling was. Ik had daarna geen vertrouwen meer in de rechterlijke macht. Ik deed daarna nog enkele pogingen om inzage in uitspraken te krijgen. Ook anderen deden dat. Maar zonder enig resultaat. Zelfs enkelvoudige inzage van uitspraken in het familierecht werd niet toegestaan.’

Openbaarheid is niet vergund aan activisten en andere mensen laten het wel uit hun hoofd iets ter inzage te vragen op een rechtbank. Zo dat probleem is ook opgelost.

De redactie van het Nederlands JuristenBlad heeft inmiddels laten weten de discussie aan te gaan. Reacties hier stel ik dan ook op prijs. Wel graag reacties die reageren op het onderwerp.
================================================================
Dit is de zesde in een serie blogs over de staat van de redactie van het Nederlands JuristenBlad. Er volgt nog een afsluitende blog. Als het NJB mijn artikel niet publiceert zal ik het ergens anders publiceren. De volgende blog
De redactie van het NJB bestaat uit voorzitter en voormalig lid van de Hoge raad Coen Drion, voormalig hoogleraar, nu lid Hoge Raad Ybo Buruma en Advocaat Generaal bij de Hoge Raad en hoogleraar: Ton Hartlief, Taru Spronken, Peter J. Wattel en de hoogleraren Corien (J.E.J.) Prins en Tom Barkhuysen.

De magistraat als lichtend voorbeeld

rechter-lichtend
verlichte rechter

‘Het is duidelijk dat dat familierecht volgens jou niet deugt en dat is misschien ook zo, maar daar ga je niet op in
De redactie van het NederlandsJuristenBlad (zie eerdere blogs hierover) kan er wat van. Familierecht, zonder enige nadere bepaling, zou volgens mij niet deugen. Niet dit familierecht of Wésters of húidig  familierecht, maar álles wat familierecht kan heten deugt niet. Eigenlijk is dan dus verbetering onmogelijk. Ik weet niet zo goed of dat nou een neerlandistieke misser is, een projectieve fehlleistung of een gebrek aan juridisch inzicht.
Ik haal me voor de geest hoe sommige rechters en andere juristen vaak reageren op het woord familierecht. Oh u bedoelt (vies gezicht:o) familierecht…. Alsof ik het over poep heb in plaats van een net onderdeel van de rechtstaat. Nou misschien hebben ze er zelf wel stront van gemáákt. Een Fehlleistung (= freudiaanse verspreking) dus.
Wat erger is is dat de redactie er blijkbaar geen genoegen mee neemt dat ik vind dat openbaarheid van uitspraken algemeen geldig is, ook voor het familierecht. Overigens kan ik voor alle rechtsgebieden afzonderlijk best een verhaal schrijven over het belang van de openbaarheid van uitspraken. En voor het familierecht heb ik dat ook specifiek juist wel gedaan in het omstreden NJB-artikel.
Ik heb er twee grote passages aan gewijd. Een daarvan zal ik hier citeren:
salomon-schild
Als Nederlandse rechters het over het salomonsoordeel hebben, bedoelen ze dat ze de ouder die het hardst trekt exclusief de kinderen meegeven

‘ Fait accompli machtspolitiek (de manier waarop de rechterlijke macht de Raad voor de Rechtspraak creëerde en de openbaarheid van uitspraken blokkeerde. red) is bij uitstek een tactiek van sterk tegen zwak, en past dus slecht bij het maatschappelijke belang van de rechtspraak. Deze heeft immers eerder de bedoeling om zwak tegen sterk te verdedigen dan andersom. Dit geldt met name voor het rechtsgebied familierecht waarin het kind altijd de zwakke partij is. Rechters die zelf gecorrumpeerd zijn aan het verkeerde mechanisme, en daarin een belang hebben verworven, zullen daardoor moeilijker kunnen onderkennen welke belangen er spelen. De praktijk van het familierecht is dan ook voor een aanzienlijk deel te kwalificeren als een fait accompli praktijk met het bijbehorende recht van degene die het eerst en het hardst aan het kind trekt. Preëmptief gedrag leidt tot oorlog, met kinderen en menselijkheid als belangrijkste slachtoffers. Het volgen van voorbeeld is een van de belangrijkste agogische principes. Slecht voorbeeld van de rechter doet slecht volgen.’

In totaal heb ik in het artikel over openbaarheid en de Raad voor de Rechtspaak 400 van de 2700 woorden specifiek over familierecht geschreven, waaronder een met de kop ‘Familierecht en familylife’ aangeduid hoofdstuk.  De bewering  ‘maar daar ga je  niet op in‘, is dan op zijn minst niet waar, maar eigenlijk een leugen. Hier valt niet overheen te lezen, zeker voor mensen die er hun werk van maken.

De redactie had óók al willens en wetens eromheen weten te lezen dat ik wel degelijk, drie maal zelfs, inging op de afloop van incidenteel/individuele verzoeken om inzage in rechterlijke uitspraken.

Mijn artikel is blijkbaar in een verkramping  gelezen, een soort van verstandsverbijstering die optreedt als iets zo ontzettend pijnlijk klopt dat je het maar beter niet kunt hebben gelezen. Wir haben es nicht gewusst, weil wir das nicht wissen möchten.

====================================
Dit is de vijfde in een serie blogs over de staat van de redactie van het Nederlands JuristenBlad.
de volgende blog in de serie
De redactie van het NJB bestaat uit voorzitter en voormalig lid van de Hoge raad Coen Drion, voormalig hoogleraar, nu lid Hoge Raad Ybo Buruma en Advocaat Generaal bij de Hoge Raad en hoogleraar: Ton Hartlief, Taru Spronken, Peter J. Wattel en de hoogleraren Corien (J.E.J.) Prins en Tom Barkhuysen.

Oh ja ‘Raad voor de Rechtspaak’ ook leuke verschrijving, laat ik staan.

De rechtsstaat is geldverspilling

SC20121108-115254-1
Zorgelijke griffier

‘het is nogal een verspilling van belastinggeld om volslagen oninteressante (familie)zaken te gaan zitten anonimiseren en op de website te zetten waar niemand ooit ook maar de minste belangstelling voor zal hebben.’  Aldus de redactie van het Nederlands JuristenBlad, bestaande uit hoogleraren en leden van onze Hoge Raad. In casu blijkt ze zich ook nog te hebben laten bijstaan door een deskundige, vernam ik.
(Als u alles over mijn artikel voor het NJB wilt lezen kunt u ook bij het eerste blog hierover beginnen.)
De controle en transparantie van de rechterlijke macht is een zeer essentieel aspect van de checks and balances van onze rechtsstaat. Als we dat niet hadden zou de rechtelijke macht gewoon haar eigen gang kunnen gaan. Geen checks, geen balances. De volksvertegenwoordiging is niet bevoegd. Deze controletaak komt exclusief toe aan de burger zelf.
Het argument van het NJB, geldverspilling, kun je dus vergelijken met een opmerking als:
Laten we het parlement afschaffen. Een dictatuur is veel goedkoper en  efficiënter, al die democratische checks and balances, bah weg ermee.
Tsja,  heeft er iemand belangstelling? Weinig, als je het al decennia onmogelijk maakt en mensen als ondergetekende het ventileren van ongenoegen daarover belemmert. Als je het opvragen van uitspraken afdoet als geschreeuw en vuig gedoe. Uiteraard kun je met zo’n dictaat veel mensen de moed ontnemen om ernaar te vragen.
En ik wil ook toegeven dat het vervullen van dit soort burgerplichten niet de leukste is. Dus je zou het moeten stimuleren. Geef burgers die inzage vragen koffie in plaats van ze tegen de glazen pui van de rechtbank aan te beuken, zoals mij een keer is overkomen. Vergroot de mogelijkheden van de burger om hun controleplicht uit te voeren door bijvoorbeeld burgers te betrekken bij het klachtrecht Rechterlijke Macht (zie mijn voorstel uit 2001 in het Katholiek Nieuwsblad)
Maar is het dan echt zo duur en ingewikkeld, dat anonimiseren? De meeste mensen zijn geneigd somber mee te knikken en zuchten bij dit soort opmerkingen.  Mijn vaste meelezeres is directiesecretaresse geweest, en die denkt er heel anders over:
‘Als ik dat soort stukken schrijf voer ik voor eigennamen vaak codes in. Dan hoef ik niet elke keer ingewikkelde namen te typen en kan ik ze later met zoek en vervang in een keer eenduidig en correct invoeren’
‘Dus en beetje administratief medewerker heeft eigenlijk de geanonimiseerde versie ter beschikking nog voordat de  autonieme versie wordt geproduceerd.’
‘Ja zo gaat dat eigenlijk. Ik moet er niet aan denken om bijvoorbeeld de naam Kyllikki Schöttelndreier uit Feanwâlden elke keer weer opnieuw te moeten uittikken. Ik noem maar wat.’
Het is natuurlijk nog niet helemaal zeker of een gemiddelde rechtbankmedewerker de knop zoek en vervang wel kan vinden. Maar voor die mensen heb ik goed nieuws. Mijn kritische meelezeres zoekt nog werk. Sorry als u denkt dat ik dat cynisch bedoel, dat is niet het geval. Sinds ik op een politiebureau meemaakte dat het een politieagent technisch onmogelijk bleek om copy-paste procedures op teksten toe te passen, waardoor hij de tekst uit een melding letterlijk moest gaan overtypen in een aangifte, heb ik gewoon geen hoge dunk van de administratieve kracht van onze ambtenaren en de door hun ingehuurde ICT-bedrijven.  Mijn vaste meelezeres is dan ook best bereid haar oude laptop met Open Office erop mee te nemen naar haar nieuwe klus op de griffie.
Het kan natuurlijk zijn dat een of andere slimmerik nu gaat roepen dat ik er allemaal te licht over denk. Nee, ik begrijp ook dat er gevallen zijn waarin er een enkele keer nog iets anders weggeknipt moet worden. Als bijvoorbeeld de commandant van de strijdkrachten in een scheidingsprocedure verwikkeld is dan moet je zijn beroep even wegknippen. Om te voorkomen dat dat fout gaat kun je partijen in dit soort situaties best verplichten om zelf even te melden dat ze iets anders dan alleen eigennamen weg willen hebben. Anonimisering is in feite al een grote concessie aan de privacy als je kijkt naar de wetsteksten in casu.
Twintig jaar geleden sprak een rechterscongres zich er op  mijn verzoek over uit dat openbaarheid van alle uitspraken verplicht is.  ‘Als jullie het niet redden met de anonimisering kom maar even langs dan verzinnen we daar wel wat voor’, voegde ik eraan toe. Ah wel het is dus gewoon een smoes gebleken.  En daardoor kán de Rechterlijke macht dus gewoon doen waar ze zin in heeft, ongecontroleerd.
====================================
Dit is de vierde in een serie blogs over de staat van de redactie van het Nederlands JuristenBlad.
De volgende blog in de serie.
De redactie van het NJB bestaat uit voorzitter en voormalig lid van de Hoge raad Coen Drion, voormalig hoogleraar, nu lid Hoge Raad Ybo Buruma en de hoogleraren: Tom Barkhuysen, Ton Hartlief, Corien (J.E.J.) Prins, Taru Spronken, Peter J. Wattel

De slager die zijn vlees niet wilde laten keuren

slager1‘Het is duidelijk dat dat familierecht volgens jou niet deugt en dat is misschien ook zo, maar naar mening van de redactie is de remedie met zekerheid niet de publicatie van ………….. uitspraken .…………………….‘  (redactie van het Nederlands JuristenBlad)
Geen openbaarheid (ik had het in mijn artikel niet alleen over publicatie, maar ok) van uitspraken. Het helpt niet voor de kwaliteit!?

Een parabel

Er was eens een slager in het stadje Rechtvoorderapen en die had iets tegen keurmeesters, zeker als ze hun werk kwamen doen. Hij was niet te beroerd om ze af en toe een lekker mals lapje vlees toe te schuiven, maar van pottenkijkers moest hij  niets hebben. Gelukkig voor hem waren er nogal wat keurmeesters die zich inderdaad goedkeurend uitlieten over het hun toegeschoven lapje vlees en, dus zonder te liegen, konden volhouden dat ze het vlees hadden goedgekeurd.
Op een dag kwam er een nieuwe keurmeester langs die niet zo bekend was met de vreedzame manier waarop al jarenlang, in het belang van het vlees, werd goedgekeurd. ‘Ik wil graag een kijkje nemen in je koelcel’ zei hij.
‘Nergens voor nodig’ zei de slager recht voor de raap. ‘Al mijn vlees is prima in orde, ik krijg eigenlijk nooit klachten’.
‘Toch heb ik wel eens verhalen gehoord over stinkende lapjes vlees en ziekteverschijnselen’, zei de keurmeester.

openbaarheid Prins
Redactielid Corien Prins over openbaarheid. Klik voor vergroting  bron

‘Ach ja, er zijn natuurlijk altijd mensen die hun vlees niet in de koelkast bewaren. Daar heb ik natuurlijk geen zicht op’, zei de slager. ‘Vertrouwt u mij soms niet? Wil je niet een lekker biefstukje? En hier heb ik ook nog wat vlees, daar mag u ook wel in kijken………Het wordt er allemaal echt niet beter op als u hier alles gaat nakijken, dan wordt iedereen alleen maar ongerust en wordt alleen al ziek van de gedachte dat ze vorige week dan misschien wel een niet helemaal vers stukje vlees hebben gegeten. Al die Rechtvoorder Apen vieren het liefst volgend jaar weer gewoon carnaval.’
Wie oren heeft, die hore (Mattheüs 13:9)
Overigens heeft redactielid, Corien Prins,  best wel interessante dingen beweerd over openbaarheid. Waarvoor complimenten (zie rechts).
===================================================================
Dit is de derde in een serie blogs over de staat van de redactie van het Nederlands JuristenBlad. de volgende in de serie.
De redactie van het NJB bestaat uit voorzitter en voormalig lid van de Hoge raad Coen Drion, voormalig hoogleraar, nu lid Hoge Raad Ybo Buruma en Advocaat Generaal bij de Hoge Raad en hoogleraar: Ton Hartlief, Taru Spronken, Peter J. Wattel en de hoogleraren Corien (J.E.J.) Prins en Tom Barkhuysen,

De schijnwereld van Buruma en Drion cs

‘Hetzelfde geldt voor wat betreft je klacht over niet openbare uitspraken: die worden waarschijnlijk nog wel op een openbare zitting gedaan,….’
en:
Daarbij zeg je overigens niets over enig concreet verzoek in een individuele zaak. Dat wordt denkelijk wél gehonoreerd.…
Nog twee passages (zie eerder blog) uit de merkwaardige afwijzingsgronden van de redactie van het Nederlands JuristenBlad in verband met mijn artikel over de verdachte antecedenten van de Raad voor de Rechtspraak en de niet-openbaarheid van uitspraken in, onder andere, het familierecht. Die redactie, bestaande uit (emeritus) hoogleraren en Hoge Raadsleden denkt dus dat uitspraken in het familierecht nog op een openbare zitting letterlijk worden uitgesproken. In welke wereld leven deze heren en een dame denkelijk, waarschijnlijk?
Ik begin maar even met een citaat van Willem Korthals Altes, toen hij dit in 2006 schreef, raadsheer bij het Hof Arnhem:

befgajes in de bajes
Valsheid in geschrifte, ambtsmisdrijf

‘Vele malen per jaar typ ik ‘en in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van [datum]’ en sla ik het aldus afgesloten concept-arrest voldaan in mijn computer op. De VMC-studiecommissie Openbaarheid van rechtspraak heeft deze frase in haar rapport Toegang tot rechterlijke uitspraken nu genadeloos als een leugen (misschien wel De Grootste Leugen) ontmaskerd. Mijn arrest wordt evenmin als de overgrote meerderheid van de rechterlijke beslissingen in Nederland ooit op een terechtzitting uitgesproken en al helemaal niet in het open
baar. De procureurs van partijen krijgen de grosse of een afschrift en voor het overige verdwijnt het arrest met het griffiedossier in het archief. Heel misschien komt het op de site van www.rechtspraak.nl terecht, maar dan moet het tot de statistisch haast verwaarloosbare elite van 0,9% gelukkigen toetreden. Bovendien is de kans groot dat het arrest om privacyredenen dan ook nog eens wordt geanonimiseerd. Leve de openbaarheid van onze rechtspraak dus! (VMC zie link)

Deze raadsheer geeft zijn valsheid in geschrifte nog gewoon toe alsof het niets is. En het is allemaal nog veel erger. In mijn omstreden artikel geef ik juist uitvoerig aan dat je, als burger, ook helemaal geen toegang krijgt tot dat soort uitspraken (behalve dus die 0,9%, inmiddels een promille of zo meer), zeker niet in het familierecht en ook niet enkelvoudig of individueel. Ik beschreef wat ik daartoe 20 jaar lang heb verzet.
De door Korthals Altes gegeven beschrijving van de gang van zaken wordt ook prima gedekt door een citaat uit een mail, die ik dit jaar in mijn hoedanigheid van rechtbankdeskundige, kreeg van senior juridisch medewerker/griffier Mr. Sluijters van de rechtbank Gelderland (Arnhem):
‘In onderhavig geval is de uitspraak niet mondeling in een openbaar toegankelijke gelegenheid uitgesproken en is deze evenmin is gepubliceerd. De beschikking is verzonden aan partijen/belanghebbenden, waarmee conform voormelde artikelen is voldaan aan het openbaarheidsvereiste.’
Sluijters geeft hier prima weer wat in heel Nederland gebeurt met dit soort uitspraken,  er wordt opgeschreven dat ze openbaar worden uitgesproken, maar dat is niet het geval. Massale valsheid in geschrifte en een gang van zaken die leidt tot nietigheid in al die miljoenen uitspraken in het familierecht van de laatste decennia. Want zo lang gaat dat al zo. De redactie van het fameuze Nederlands JuristenBlad leeft dus waarschijnlijk al decennia lang in een waanwereld. Als ik andersom, en terecht nu zou beweren dat Nederland geen rechtstaat is met dit soort bananenrepubliekpraktijken (zie notitie hieronder), dan loop ik de kans om naar een psychiatrische instelling te worden afgevoerd als ware ik iemand met waandenkbeelden. Of wellicht de goelag archipel (gedwongen behandeling van extremisten) van Ronald van Raak. Een waanpraktijk, denkelijk waarschijnlijk. Maar ik laat mij nergens meer door weerhouden.
Dit is de tweede in een serie blogs over de staat van de redactie van het Nederlands JuristenBlad. De volgende blog in de serie
De redactie van het NJB bestaat uit voorzitter en voormalig lid van de Hoge raad Coen Drion, voormalig hoogleraar, nu lid Hoge Raad Ybo Buruma en de hoogleraren: Tom Barkhuysen, Ton Hartlief, Corien (J.E.J.) Prins, Taru Spronken, Peter J. Wattel
dossier openbaarheid van uitspraken
Een meer zakelijke opsomming van feiten en argumenten rondom de openbaarheid van rechterlijke uitspraken. Dit verhaal dekt voor een deel wat ik in het omstreden artikel voor het NJB beweer.
PS1 met excuses aan de bananenrepublieken die in werkelijkheid natuurlijk zo heten omdat ze onder het dictaat leven van westerse (bananen)bedrijven als Monsanto,  United Fruit (chiquita) en Standard fruit (Dole) die hun macht via idiote patenten kunnen uitoefenen die alleen kunnen bestaan met geperverteerde Westerse juridische systemen. Ze zijn dus eerder het slachtoffer dan het slechte voorbeeld.

Daarbij komt dat het aanvragen van een patenten heel erg duur is en dat het ook kan worden aangevochten door (dure) advokaten van een tegenpartij. En dat zou de Bolster niet eens kunnen betalen. Ze hebben evenmin geld om de patentaanvragen van Monsanto, Synganta en enkele andere bedrijven aan te vechten hoewel dat eigenlijk zou moeten gebeuren, want het gaat in feite om een vorm van diefstal. bron

Iets om over na te denken als we weer eens aan ontwikkelingswerk doen door onze rechters op pad sturen om ergens het lichtende voorbeeld te gaan geven. Maar denk zeker ook aan TTIP waarmee we via rechters wanverhoudingen in arme landen gaan afdekken met schijnjuristerij.

'miljoenen volslagen oninteressante rechterlijke uitspraken en uitspraakjes'

Dat is de kwalificatie die de redactie van het Nederlands JuristenBlad (Buruma, Drion) meegeeft aan het werk van duizenden rechters in het familierecht.
Ik had het zelf niet kunnen bedenken. Ik heb al eerder gemeld dat miljoenen uitspraken nietig zijn omdat ze niet openbaar zijn afgegeven. Ik zou de kwaliteit van al die uitspraken wellicht kunnen hekelen als ik ze zou mogen inzien. Maar ‘volslagen oninteressant’…….  ja als het lot van al die kinderen niet interessant is, omdat het toch vaak op hetzelfde neerkomt (een ouder afvoeren) dan hebben ze wel een sóórt punt. Maar ik vind dat zich repeterende onrecht nou juist wél interessant.
De redactie schreef deze woorden als reactie op een artikel wat ik had geschreven voor hun blad. Wel een artikel dat er nogal inhakt. Maar die redactie met Hoge-Raad-lid/voormalig hoogleraar recht Ybo Buruma en voormalig Hoge-Raad-lid Coen Drion als prominente redactieleden, had niet de moed om het te plaatsen en ook niet de moed om de ware rede achter niet-plaatsing te benoemen. Dus kwamen ze met een lijst van nogal waanzinnige opmerkingen en diskwalificaties waarvan bovengenoemde er nog maar één is.
Ooit had ik een vader aan de telefoon die, met zijn kind, slachtoffer was van een van die ‘volslagen oninteressante’ uitspraken. Hij vroeg of ik hem aan de pil van Drion kon helpen. De pil van Drion is een zelfmoordpil die is uitgevonden door Huib Drion, de oom van bovengenoemde raadsheer Coen Drion. Ach ja een associatief doorsteekje dat gewoon bij mij opkwam.
U denkt misschien dat de redactiesecretaris zich wat heeft verschreven. Nee, niet het geval. Ik heb haar teruggemaild met een deel van mijn repliek waarop ze reageerde dat ze slechts de boodschapper is. Don’t shoot the messenger schreef ze er nog bij. Dus het gaat hier wel degelijk om de mening van de hele redactie. ‘Er is behoorlijk over gediscussieerd en deze argumenten hebben gewonnen.’ voegde ze er aan toe.
Het artikel, waarop dit alles betrekking had, gaat over de openbaarheid van uitspraken en de merkwaardige ontstaansgeschiedenis van de Raad voor de Rechtspraak. Omdat ik het betreffende artikel nog ergens anders ga proberen te plaatsen ga ik het nu nog niet op mijn eigen blog publiceren. Ik heb een andere hoogleraar achter me staan die dit stuk een ‘goed en overtuigend’ betoog vond en mijn andere, toch altijd zeer kritische,  meelezeres was ook zeer tevreden. Dus op die gronden zou het kans moeten maken. Misschien een blad dat wat minder diep in de rioolput zit die justitie heet, zoals advocate Adéle van der Plas althans het ministerie zo prachtig karakteriseert. En omdat dat interview met deze heel dappere vrouw ook verder beslist gezien moet worden laat ik dat hieronder volgen.  Verder hoort u nog nader van mij over deze kwestie. Ik zal daarbij ook de rest van de zogenaamde argumenten van de NJB-redactie de revue laten passeren. Het volgende blog hierover

 
dossier openbaarheid van uitspraken
Een meer zakelijke opsomming van feiten en argumenten rondom de openbaarheid van rechterlijke uitspraken.
De redactie van het NJB bestaat uit voorzitter Coen Drion, voormalig hoogleraar Ybo Buruma en de hoogleraren: Tom Barkhuysen, Ton Hartlief, Corien (J.E.J.) Prins, Taru Spronken, Peter J. Wattel
Dit is de eerste in een serie blogs over de staat van de redactie van het Nederlands JuristenBlad.