Cookies

krachtdadig

kijk aan; laten we daar nou eens een raadsrapport over schrijven
kijk aan; laten we daar nou eens een raadsrapport over schrijven

Het ziet er zo anders uit dan mannen op zo’n gemiddelde dwaze-vader-demonstratie. Niet zo treurig. Meer zelfvertrouwen, zelfbewustzijn. Ik had het met Rob van Altena over een NRC-foto bij het bericht van de bezetting van de Raad voor de kinderbahhh te Zutphen op vaderdag 2000.
Vanwege mogelijke copyrightproblemen kan ik hier deze foto niet laten zien. Ik vond snel daarna wel een andere foto die dezelfde sfeer uitstraalde. Een groep oostelijke Dwaze Vaders biedt de Zwolse unitmanager Mr M een spiegel aan (ongeveer 1996). Om zelf eens in te kijken hoe het ermee stond. Met hemzelf en zijn insteek. Om over zijn doodsteken nog maar te zwijgen.

Op de foto zijn onder andere Herman Schiphorst en Jan Hop herkenbaar. De laatste is nog steeds actief, evenals mijzelf. U ziet mij er ook tussendoorkijken.

Dit soort acties bouwen aan de solidariteit. Je ziet ze tegenwoordig niet veel meeer. Vaders voelen zich gedwongen zich stil te houden. En sommige “vader”clubs steken liever een pluim in de reet van een topjuf bij movisie die wat aan vadercentra zou hebben gedaan (maar wat precies blijft in het duister). Of laten pseudowetenschapper Spruijt aan het woord zonder gedegen tegenwoord. Wie de schoen past trekke hem aan. “If you can’t beat them, join them” is vaak het motto. Dat leidt vaak tot afgezakte gezichten, niet tot zelfvertrouwen en waarschijnlijk ook niet tot verandering.

ps. Gerald Tros, ook op de foto, is niet echt oostelijk te nomen. Interregionale solidariteit zal ik maar zeggen.

(on)-pedagogiek

pedagoochelaar     ©Joep Zander

Let op: in dit blog stond ten onrechte de naam Miedema vermeld. Dit is nu veranderd in Weijers.
Mijn excuses.

“Dan vraag ik die kinderbeschermers: “is dat nou wel in het belang van het kind dat die met alle geweld naar de vader moet? Ed Spruijt heeft toch in een paar mooie onderzoeken laten zien hoe slecht dat is.” U begrijpt, althans degenen die mij al langer kennen dan vandaag, dat er ergens een pijnscheut door mij heen trok. Ik moest dan ook wel reageren. Maar mijn gevoel zat op het punt dat ik vreesde  een zaal van 150 Theoretisch pedagogen en aanverwante sociale wetenschappers tegen mij zou krijgen. Hoewel ik er uit kreeg wat ik wilde zeggen kwam het onder die omstandigheden niet meer over. Ik voelde een plaatsvervangende schaamte over mijn durf om zo’n kwestie aan de orde te durven stellen in het gezelschap van collega’s waarvan de al dan niet verdiende voetsporen vrolijk blonken. “Spruijt heeft niet eens gereageerd op mijn theoretisch pedagogische noties over belang van het kind in een polemiek in een vaktijdschrift.” bracht ik te berde. Nou ja niets zeggen was laf geweest.

Maar eigenlijk zou mijn reactie ongeveer zo moeten luiden:

U gebruikt een begrip “Belang van het kind” Kunt u daar (als deelnemer aan een theoretisch pedagogische discussie) een definitie van geven?  Hoeveel verschillende definities denkt u dat er van dit begrip zijn te geven? Waarom denkt u dat kinderbeschermers moeten reageren op iets waarvan ze niet kunnen bevroeden wat u bedoelt? Wat denkt u eigenlijk zelf dat er achter de handelwijze van deze kinderbeschermers zit? Kunt u hier een probleem of een dilemma in kaart brengen. Kunt u begrijpen dat als u een begrip gebruikt als dooddoener mensen dan ook “doodgeslagen” reageren? Wat denkt u eigenlijk als pedagoog in  huis te hebben dat u deze arrogante houding kunt innemen? En aan welke theoretisch pedagogische analyse heeft u de handel en wandel van Dhr Spruijt eigenlijk onderworpen. Weet u wel dat deze meneer onderzoek aan de kinderbescherming verkocht heeft zonder daar open over te zijn?  Denkt u dat u de afschaffing van ongelijkwaardig ouderschap kunt beoordelen aan de hand van onderzoek van Spruijt? Weet u eigenlijk wel wat hij onderzocht heeft? Denkt u dat het helpt als ouders door het stof gaan voor elkaar.? Leidt dat tot volwaardig ouderschap? Wist u dat Spruijt dat propageert.

In een een-op-een discussie met de genoemde professor Ido Weijers kwam ik er met gemak uit en heeft hij op geen enkel punt zijn gelijk kunnen uitleggen. Hij weet natuurlijk best dat de term “Belang van het Kind”  een nietszeggend begrip is en dat zo’n dooddoener  doodslaat. Maar toch doen. Dus. En dan die kinderbeschermers even en plein publique voor schut zetten. En natuurlijk kan hij in de verste verte niet uitleggen wat de relevantie is van Spruijts onderzoek naar gelijkwaardig ouderschap als je het al onderzoek kunt noemen. En dat dan de halve zaal hem komt feliciteren met deze geweldige inbreng in een, als het goed is, theoretisch pedagogisch gefundeerde discussie. Daarbij ook mijn ex-docent Ben Baarda die iets opmerkte in de trant van dat ze kinderen aan hun ouders moeten toewijzen. Prima natuurlijk, andersom mag ook, en wat is het verschil Ben? Maar het voelde als een minachting voor mijn standpunt dat per saldo drie keer zo genuanceerd is als dat van hem. maar weet hij veel. Hij is gewend te vertellen en niet te luisteren vrees ik. Nou ja in ieder geval met betrekking tot dit onderwerp.

Maar ole!! Dat is lang geleden dat ik een paar kinderbeschermers mocht verdedigen. Overigens… met veel mate. Want eigenlijk ging het hier (Weijers  gooide in de snelligheid ook allerlei vragen vluchtig op een hoopje) ook om de vraag of er een omgangs-OTS moest komen in deze  zaak. Het gebruik van de begrippen omgang en het direct daaraan gekoppelde begrip. Recht leiden nog meer af van de kern van de discussie. Maar ik ben in het geheel niet voor omgangs-OTSen. Ik ben ervoor dat kinderbeschermers zich wat minder met vaderbashing bezig gaan houden. En Theoretisch pedagogen en Spruijtologen al helemaal. En van vaders, althans mij, moet de kinderbescherming en aanverwante handel zich inderdaad niet bezighouden met vaderschap, dat zal de zaak opfleuren. Als het negatieve gezeur over vaders wordt afgeschaft: “Zo meneer legt u dat maar eens uit waarom wilt u eigenlijk uw kinderen zien? Ja dat moet u even uitleggen want dat moeten wij dan weer aan Professor Weijers uitleggen.” Overigens vond Weijers na afloop zelf ook niet dat vaders zich voor hun vaderschap moeten verantwoorden. Zoals gezegd; van zijn betoog in de richting van vaders bleef weinig over. Alleen heel erg jammer dat ik dat punt niet en publique heb kunnen maken. Ik voelde me vreselijk alleen tussen mijn vakgenoten.

Achteraf ontdek ik dat Dhr Weijers ook betaald wordt door de Raad voor de Kinderbescherming (net als, maar dan incidenteel,  Ed Spruijt). In die zin, ik geef het ruiterlijk toe, getuigt het van moed om de Raad te vertellen dat ze juist wat minder moeten ingrijpen. Dat heb ik hem ook verteld. Maar volstrekt verkeerd om dat te motiveren met het standpunt dat geen omgang soms beter is voor het kind. Hierbij aangetekend dat het begrip omgang verhult dat vaders en kinderen een opvoedingsrelatie hebben. Een onvoorwaardelijke opvoedingsverantwoordelijkheid. Dat is mijn standpunt. Ik heb gezegd, beter te laat dan niet.

Ik heb overigens ook leuke discussies gehad hoor; maakt  u niet te ongerust. Onder andere over de wijsgerig-pedagogische vragen die als onkruid de grond uit zullen komen. Laat ik nou van dat soort zijn. Onkruid van het betere soort. Rest mijn hoop op een betere en verdere discussie met Bas Levering, een meesterlijk voormalig docent, op wiens afscheidsconferentie dit allemaal gebeurde. Oh ja en de pedagogen zijn van plan internet te ontdekken. Ik ben benieuwd wie van mijn collega’s dit blog ontdekt. Ik houd u op de hoogte!

De nogal harde beweringen, met name over Ed Spruijt zijn niet zomaar uit de lucht gegrepen en zijn door mij goed onderbouwd in diverse artikelen in boeken en (wetenschappelijke) tijdschriften.
Artikel Joep Zander in Pedagogiek
citaten uit antwoord Spruijt en repliek Zander en verdere verwijzingen
bestellingen Relapublishing (kaarten en boeken waarin op diverse wijzen andacht is besteed aan het onderzoek van Spruijt)
Over het belang van het kind is ook heel wat afgeschreven. Graag verwijs ik hierbij naar de stukken van Wouter Hanhart en Peter Prinsen en het wikipedialemma (met weeer een verwijzing naar het werk van Bas Levering)
over het belang van het kind

Het stof

stripkaart-

Er zijn veel mensen in mijn omgeving die vinden dat ik er een te persoonlijk punt van maak. Van het stof waar we van Ed Spruijt als vaders eventueel in moeten gaan liggen.

Onlangs werd in het blad Pedagogiek een polemiek tussen Spruijt en mij afgesloten die daar onder andere over handelde. Spruijt handhaaft daarin uitdrukkelijk zijn oude adagium dat je je desnoods moet onderwerpen aan de moeder ten bate van de rust voor het kind. In de zeventiger jaren waren het de feministen die beweerden dat de kinderen het middel van mannen zouden zijn om vrouwen op de knie te krijgen. Wat daar ook van waar moge zijn, in recente decennia heerst blijkbaar de vrouw.

Inmiddels heeft Hans Stempher over dit thema een cartoon getekend. Hij rolde net als A5-kaart van de pers. Hij is te bestellen bij Relapublishing. De bezorger leverde net de doos af; bestellen maar dus.
Het plaatsen van de bijgaande (lage resolutie) afbeelding op andere websites en mails is toegestaan op voorwaarde van vermelding van © Stichting Spagaat 2011 en verkoopadres http://relapublishing.nl/verkoop

Artikel Joep Zander in Pedagogiek
citaten uit antwoord Spruijt en repliek Zander en verdere verwijzingen
bestellingen Relapublishing (kaarten en boeken)

pappa schuld, mamma schuld, SIRE schuld?

ouderverstotingssyndroom in de campagne

Het is een klein wonder dat Ouderverstotingssyndroom (Parental Alienation Syndrome) is doorgedrongen tot de recente SIRE-campagne “kinderen in een scheiding”. En de uitspraak op het plaatje hiernaast spreekt terecht boekdelen over de manier waarop vaders worden buitengesloten van de opvoeding. Het is speculatie op een mogelijk geïnduceerde onwil van vaders die juist de reflectie is op de weigerachtigheid van moeders. De meeste vaders willen overigens desondanks een goede opvoedingsrelatie met hun kinderen.

Helemaal tevreden over SIRE dus? Nee niet helemaal. Juist in de afgelopen maand publiceerde ik een artikel in het vaktijdschrift Pedagogiek met de titel: “Ouderverstoting en de vergeten vaderlijke opvoedingsverantwoordelijkheid” waarin ik juist erg de nadruk leg op de manier waarop juist de overheid, instituten, wetenschappers en pers aan vaderbashing doen. In termen van ouderverstoting: denigrerend optreden naar vaders en ouders in het algemeen. Na jarenlange campagnes van SIRE om vaders in een kwaad daglicht te stellen als het gaat om huiselijk geweld, kindermishandeling en opvoeding is het wel wat cru als dan nu de schuld voor het stoken ineens alleen bij de ouders wordt gelegd. De SIRE moet in die zin ook naar zichzelf kijken. En als ze het helemaal goed willen doen moeten ze niet Ed Spruijt als adviseur vragen maar Ed Spruijt vragen om zich publiekelijk te distantiëren van zijn eerdere oproep aan vaders om voor moeders door het stof te gaan.  Alleen ouders met genoeg zelfrespect om niet door het stof te gaan, creëren een goede uitgangspositie voor volwaardig ouderschap. Ook dit punt maakte ik in genoemd artikel. Ben benieuwd hoe Spruijt hierop gaat reageren in het volgende nummer van Pedagogiek.

meer over de campagnes voor vaderschap
English summary | de inleiding van het artikel in Pedagogiek

opvoedingsverantwoordelijkheid

Van onvoorwaardelijke opvoeder degradeerde de vader tot een aanhangsel, een oppas als het de staat en moeders zo uitkwam. Dit ging naast de kwantiteit vooral ook ten koste van de kwaliteit van een autonome inbreng van vaders in de opvoeding.
En zo is de cirkel rond; vaders zouden niet voor hun kinderen willen zorgen; de opvoedingsverantwoordelijkheid van vaders was gebroken (Joep Zander: Ouderverstoting en de vergeten vaderlijke opvoedingsverantwoordelijkheid)

Hèhè hij is eruit, mijn eerste wetenschappelijk artikel. Deze week terug van de drukker. In het volgende nummer zal er waarschijnlijk een reactie van Ed Spruijt verschijnen. Uiteraard zult u dit themanummer van het tijdschrift Pedagogiek over vaderschap zelf moeten aanschaffen of in een betere bibliotheek moeten inzien, indien u meer wilt weten. Maar aanbevolen, al zeg ik het zelf!

Wat dacht je van huiselijk geweld

“Tot dusver werd altijd gedacht dat het percentage mannelijke slachtoffers veel lager lag, ergens rond de 16.” (digitale editie Trouw). “Mannen zijn veel vaker slachtoffer van huiselijk geweld dan gedacht (gedrukte editie Trouw).”

Trouw erkent nu dat 40% van de slachtoffers mannen zijn. Hiermee is vooral duidelijk dat de betrokken redacteuren (Bouma en Kreulen) eerder anders dachten en zich inderdaad jarenlang op het verkeerde spoor hebben laten zetten. Dit ondanks dat de feiten al veel langer bekend waren. Het is tekenend dat journalisten al lang niet meer voorop lopen in het ontrafelen van de werkelijkheid maar zelf slachtoffer zijn van politiek correcte hypes. Hypes om vrouwen te verslachtofferen in dienst van een vreemd soort feminisme met Gerda Dijksman voorop ( zie onder).

Maar over slachtoffers gesproken; wie zijn nu de werkelijke objectieve slachtoffers van dit soort alom rondgedragen fabels? Dat zijn de mannen en vaders die niet konden melden dat ze geslagen waren. Die ergo moesten accepteren dat ze hun kinderen niet meer konden zien omdat hun vrouw het conflict aanscherpte met een paar flinke kwetsuren. Waarna ze van De heer Spruijt konden vernemen dat ze zich vooral moeten onderwerpen als er geen normaal gesprek meer mogelijk is met zo’n vrouw.

Dat is, en zeker was, de werkelijkheid voor veel mannen in Nederland. De gevolgen voor deze mannen en hun kinderen waren vaak immens. Die gevolgen worden nog steeds niet in kaart gebracht door Trouw. Hoewel deze krant wat dat betreft misschien nog wel steeds de minst slechte is van Nederland. Met genoegen las ik gisteren weer en column van Ger Groot over het feminisme. Het klimaat verandert.

Een ander voorbeeld van die klimaatsverandering is de oprichting van allerlei mannen- en vadercentra in het land, en nu ook in Deventer. Vanmiddag ga ik naar de opening. U hoort van me. Als u mij nog eerder wilt horen dan wijs ik u op een intrigerend interview met Deventer radio gisteren. Zie de link hieronder.

dossier huiselijk geweld
artikel Trouw
interview over Spruijt, ouderverstoting en mannen in de knel
Artikel uit 1997 Trouw, Niets geweten?

Ja hoor en een dag later is ook de Volkskrant erachter: ‘Mannen zijn vaker slachtoffer van huiselijk geweld dan tot nu toe werd aangenomen’ en: ‘Daar schrik je van’ (Ivo Opstelten)

Kwetsbaarheid, kracht en kwaadheid

Niet toevallig dat 5 vrouwelijke kunstenaars een expositie maken die haar kracht ontleent aan het laten zien van kwetsbaarheid, predikt een inleider vanaf de kansel van de Bergkerk bij de opening van de tentoonstelling Broos. Schilderijen van, vaak oude, mensen zoals ze zíjn. Indrukwekkend. Afgelopen zondagmiddag opening van de expositie van o.a mijn atelierbuurvrouw Dorien Plaat. Een hele mooie expositie. Wat echter te denken van het veronderstelde exclusief vrouwelijke karakter van zoveel broosheid?

Ten eerste zit de broosheid ook in een aantal geportretteerden zelf, uiteraard. De schilder is hier het prachtige medium om dat met verve te poneren. Ten tweede is broosheid volgens mij juist krachtig doordat het verdedigd wordt. De inleider (ja sorry ik kan zijn naam maar niet terugvinden) had het ter verdere adstructie ook  nog over baby’s die kwetsbaar en broos zijn en daarin hun kracht laten zien. Zo mag je het benoemen van mij, als je dan maar zicht hebt op de interactie die dit mogelijk maakt. In de man-vrouw-verhoudingen schetst de geachte inleider de broosheid en kwetsbaarheid als iets van het vrouwelijk geslacht. Iets waarmee, volgens zijn eigen woorden de term “het zwakke geslacht” wordt gebruuskeerd maar zich wel tegenover kwaadheid en agressie manifesteert die eigenlijk zwak zijn.

Kwetsbaarheid is volgens mij een sterke kracht en agressie ook. En vooral in relatie met elkaar vormen ze een prachtig geheel. Graag wil ik daarbij sprekers metafoor over water en steen nog oppakken en de steen (Petrus) in de bijbel. Maar laat ik me beperken.
[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=6Tj4mkpppIs]
Op de opening van mijn eigen expositie drie weken geleden werd ook door velen inclusief inleider Louis Tavecchio gesproken over woede versus vertedering. Ook daar, hoewel genuanceerder struikelde ik wel eens over de onderschikking die het motief woede en toorn onderging. Alsof toch het een boven het andere staat, terwijl het een dynamiek aangeeft. Waar kwaadheid een reactie is op de bedreiging van het kwetsbare in jezelf of bij anderen werkt het opbouwend. Waar kwaadheid juist het kwetsbare bezeert breekt het af. De eerste positieve vorm van kwaadheid noem ik liever Toorn. Toorn is gerichte, zelfverzekerde en onderbouwde woede.

Overigens staat inmiddels de hele inleiding van Louis online, en ook mijn inleiding (hierbij) die daarop haast een antwoord lijkt al ging hij er chronologisch aan vooraf.

Een dezer dagen komt een kunstenaresse/filosofe Corry Haverkort een verhaal houden bij de expositie BROOS. Zij heeft de pretentie dat kunst verbindt “omdat de kunst in staat is alle onderscheid te overstijgen“. Dat heeft ze me ook een keer persoonlijk verteld. Toen die verbinding een vaag beeld te boven “dreigde” te gaan brak de band. Niet om mij, maar omdat de goede verhoudingen met Ed Spruijt (ja daar gaat ie weer) en de kinderbescherming de band in de weg stonden. Opmerkelijk is de samenhang tussen deze tweespaltige positie naar vaders en de manier waarop vaders als marginaal verschijnsel worden belicht in haar werk Bloedband. Ze komen  nauwelijks voor in haar familieschilderingen; wel bijvoorbeeld  als eventueel verweg verschijnsel in de vorm van een pasfoto. ( zie hiernaast). Passend en onpasselijk tegelijk dus.

Op verschillende manieren loopt er een boze broze draad tussen Vaderkunst en Minvaderkunst. Die broze draad wil ik hier exposeren, ik leg hem in deze woorden neer in mijn weblog. Ik hoop dat het een krachtige en hopelijk positieve reactie oproept. Wie de schoen past grijpe die draad.

De website van de expositie

stof

Spruijt in "Een nieuwe start"

In het stof, door het stof, stof tot nadenken.

Dat “door het stof gaan” helpt is in de verste verte niet sociologisch aantoonbaar, onwaarschijnlijk, en per saldo ook zeer onethisch. Wat een hoop mensen denken in zijn uitspraken te moeten lezen is een vorm van salomonswijsheid. Ten onrechte. Dus juist zijn perverse beroep op ethiek zonder enig beroep op sociologie maakt het zo vreselijk onsmakelijk.

Het dossier Spruijt opnieuw bijelkaar geraapt
Dossier Ed Spruijt

kop van jut

Verantwoording van onderzoek in het boek Het verdeelde kind van Spruijt. Klik voor vergroting

De vorige blog van mij is heftig besproken. Niet alleen met commentaar ter plekke maar ook via mail en telefoon.
Er werd mij gevraagd  of ik niet teveel een persoonlijke vete maak van mijn kritiek op Dhr Spruijt. Verder dat ik best zelf zou weten dat ik ongelijk heb. En  of ik mijn kwaadheid misschien ergens anders op zou moeten richten (wie dient zich aan?). De laatste 2 in een reactie van een collega van Ed Spruijt; Inge van der Valk. Deze reactie en mijn antwoord daarop kunt u in de blog hieronder nalezen.

Omdat in de veelheid van reacties de kern van de zaak misschien wat onduidelijk wordt even een samenvatting. Ik bekritiseer Ed Spruijt wegens ongeoorloofde belangenverstrengeling en inhoudelijke fouten in zijn werk. Verder heb ik een goed onderbouwde andere opvatting over de waarde van gelijkwaardig ouderschap.

Inge v.d. Valk, een directe collega van Spruijt reageert met de impliciet beschuldigende vraag: “is het uw bedoeling tegenstellingen te creeren die er niet zijn? Is het uw intentie haat te zaaien waar dit niet nodig is? Doet u daarnaast bewust totaal ongefundeerde uitspraken, waarmee u een verkeerde toon zet? “. Bewust….nogal een forse beschuldiging. Ik reageer met een verwijzing naar mijn onderbouwing en een uitnodiging tot nader overleg (communicatie; Spruijt heeft het over niets anders). Voor de zekerheid stuur ik daarover ook nog een persoonlijke mail naar Inge. De reactie daarop is dat ze het niveau van de discuss

de auteurspagina. met vermelding van de auteurs. hieronder Kormos die in het AD over dit boek schreef zonder haar betrokkenheid te melden

ie onder de maat vind. Verder nog steeds geen onderbouwing van haar beweringen over mij.

Wat verder opvalt in de reacties van haar is haar “begrip” voor de kwade gevoelens. Dat begrip klinkt heel aardig. Maar wat ís dat nu in verhouding met haar weigering om zich ter discussie te stellen? Misschien wel een manier om iemand verder niet serieus te hoeven nemen. We worden als baby’s weggezet; gepamperd. Verzorgd, maar ermee praten, ho maar. Er zijn overeenkomsten met moederlijke opvoedingsstijlen. Hoeveel moeders heb ik in mijn leven al horen beweren dat ze hun man zien als de laatste in hun rijtje kinderen. Een man zelf, een vader met ballen zou zeggen; we hebben een conflict laat het ons op een integere manier uitvechten. Beantwoord een schot in de roos met een ander prachtig schot in de roos. Een en ander doet me het ergste vrezen voor de conflicthanteringscursussen die Spruijt nu aan de man probeert te brengen.

Dat pampergedrag met per saldo een weigering om te communiceren over de inhoud zelf is ook herkenbaar bij andere publiek opererende vrouwen. Op mijn blog hebben we Anja Meulenbelt en Ann Meskens al voorbij zien komen als voorbeelden van dat gedrag.

Hoewel het me niet gaat om een persoonlijke vete tegen Spruijt heb ik er al jaren geen moeite mee om Spruijt in het middelpunt te zetten van mijn kritiek op de bedrijfstak familierecht. Want hij ís dat middelpunt, hij wil het zijn en hij profileert zich zo. Kinderbeschermingsdirecteuren, ministers van justitie, kamerleden, ze komen en gaan, maar Spruijt blijft bestaan. Hij is de wetenschappelijke schijnverantwoording van wanbeleid.

Om mijn beginpunt nog een keer extra duidelijk te maken, die belangenverstrengeling, doe ik hiernaast nog een scan van blz 5 van het Verdeelde kind met daarin de opdrachtstelling aan Spruijt en de samenstelling van de begeleidingscommissie. Wie in dit verhaal de titel kop van jut krijgt mag u bedenken.

Met een vriendelijke groet van uw vertoornde blogger.

naschrift: Overigens heb ik me niet specifiek verdiept in het onderzoek van Inge zelf. Dat kan heel goed onderzoek zijn. Net als er ook onderzoek van Spruijt kan zijn dat wel deugt. Dat wil ik graag in het midden laten. Inge doet voorzover ik weet onder andere onderzoek naar het KIES-project en naar ouderverstoting. Verder is het een goede zaak dat Inge in haar reactie erkent dat gelijkwaardig ouderschap de beste oplossing is als ouders het maar goed met elkaar kunnen vinden. Een van de belangrijkste bedoelingen van gelijkwaardig ouderschap is nu juist dat ouders het daardoor beter met elkaar zullen kunnen vinden. Verder is het reageren op mijn weblog wel een moedige daad an sich. Niets van je laten horen, zoals Spruijt zelf is nog een stuk beroerder. Een aspect van de complexe situatie is dat Spruijt in zijn boeken wel aan mijn publicaties refereert. Ik vraag me daardoor vaak af of ik niet toch wat aardiger terug moet doen. En kom dan tot de conclusie; nee. Ik ga niet voor halve oplossingen. Ik maak het me moeilijk, maar ik doe het niet.

dossier Ed Spruijt op vaderseenzorg.nl

Dag van Spruijt

Je kunt het de dag van de scheiding noemen natuurlijk, maar het lijkt meer op de dag van Ed Spruijt, zelfbenoemd die zich profileert als scheidingsdeskundige . Hij profileert,  net zoals op veel andere dagen in het jaar, vooral de scheiding der denkbeelden en hun geesten. In Spits kon ik vandaag lezen dat ie vindt dat niet zozeer gelijkwaardig ouderschap als wel een kindwaardige scheiding moet worden gepropageerd. Hier brengt hij een volstrekt onnodige scheiding aan. En niet alleen onnodig, deze debatingtruuk verheelt dat onder het mom van Spruijts soort kindwaardigheid kinderen al jarenlang de dupe zijn en een fatsoenlijk beleid voor kinderen  niet van de grond komt.

Maar Spruijt is toch een wetenschapper? hoor ik u roepen. Ja helaas durft hij zich als zodanig te profileren. Aan zijn wetenschappelijkheid kleven echter wel wat macabere puntjes. Omdat hij zijn onderzoek meer dan eens betaald wordt door de Raad voor de Kinderbescherming propageert hij vooral wat ze daar willen horen. En daar kneutert past hij dan wel een quasi wetenschappelijk verhaal bij, zonder dan weer erbij te vertellen door wie hij wordt betaald. Een doodzonde in de wetenschap. In feite is gelijkwaardig ouderschap, zo blijkt uit onderzoek een van de beste dingen die een kind kan overkomen, zeker na scheiding. Daar zijn ook erg veel onderzoeken naar gedaan.

Geen gelijkwaardigheid na scheiding betekent strijd over wie de”beste” ouder is. Met als saldo-resultaat helaas dat meestal de slechtste ouder, die het niet kon laten tegen de andere ouder te strijden haar (zijn) zin krijgt. Walgelijk, en volstrekt in strijd met de wijsheid van Salomon. Maar het verdíént lekker, al die scheidingen. Voor advocaten, rechters, kinderbeschermers en jeugdzorgers. Waarvan er dan ook steeds meer moeten komen. Een nog steeds groeiende moloch die kindertjes eet. Een moloch die haar bestaansrecht mede lijkt te willen ontlenen aan de uitspraken van Spruijt.

Overigens betekent gelijkwaardigheid niet de facto 50-50 verdeling maar rechtens 50-50-verdeling. Ik leg het nog maar eens uit. Een wettelijk recht op een fifty-fifty, zoals in België in theorie bestaat geeft juist ouders de ruimte om zonder angst voor verlies van de hoofdmacht een passende afspraak en tijdsverdeling te maken. En die kan ook best 70-30 zijn, maar niet 100-0.

voetnoot: Ik heb in deze blog  op 23-9 een paar kleine aanpassingen gedaan. Weliswaar is een blog geen wetenschappelijk artikel, het past meer in de normen voor een column, maar het komt nu wel in een wetenschappelijke discussie terecht. Ik vond het verstandig om er dan toch nog maar een paar nuances in te brengen. Ook mét nuances is het al erg genoeg overigens, of misschien wel erger. De oude passages zijn doorgehaald. Nieuwe passages zijn vet gezet. Overigens had ik me in mijn reacties al wat genuanceerder uitgedrukt (zie hieronder) en ook de verwijzingen wijzen naar goed onderbouwde nuchtere artikelen.

Meer over Spruijt
Meer over gelijkwaardig ouderschap
De mogelijke betekenissen van het begrip gelijkwaardig ouderschap
Mijn andere blogs over Spruijt